In 1939 voltooide H.J.A.M. Schurink (1907-1985) in het kader van zijn opleiding tot wetenschappelijk archiefambtenaar “der eerste klasse” zijn inventaris van het archief van de heren van Borculo. Het is deze inventaris die vandaag de dag nog steeds toegang geeft tot dit belangrijke archief. De inventaris is – op wat kleine aanpassingen, de regesten (samenvattingen van oorkonden) en de concordans na – hier overgenomen. Bij enkele beschrijvingen wordt verwezen naar meer recente literatuur of bronnenpublicaties. Het archief berust in het Gelders Archief te Arnhem en is te vinden onder bloknummer 0378.
N.B. Recent is een vernieuwde inventaris van het Archief der Heren van Borculo door het Gelders Archief op de website geplaatst. De inventaris op de website van het Gelders Archief bevat (na doorklikken op het regestnummer) tevens de volledige beschrijving van het desbetreffende regest. De regestnummers en beschrijvingen komen overeen met die uit het werk van A.P. van Schilfgaarde, De graven van Limburg Stirum in Gelderland en de geschiedenis hunner bezittingen. Tweede stuk. Regestenlijst (Assen 1961)
Update 31 augustus 2013.
Het Gelders Archief heeft de zwart-wit opnamen van de microfilms gedigitaliseerd en op zijn website geplaatst. De scans zijn toegankelijk via de inventaris van het archief, bloknummer 0378. Het betreft in hoofdzaak scans van de destijds door vrijwilligers verfilmde papieren archieven. De oorkonden, in chartervorm, zijn vaak nog niet digitaal beschikbaar en staan ook niet op microfilm. Dat betekent uiteraard dat de microfilms niet meer ter inzage zijn gegeven in de studiezaal van het Gelders Archief. Wel zijn de zegels van een groot deel van de charters uit het Borculose archief gefotografeerd en eveneens via de website van het Gelders Archief toegankelijk gemaakt.
Op deze site zullen vooral bewerkingen (indexen en transcripties) van archivalia uit de Borculose archieven beschikbaar worden gesteld.
De inleiding en de beschrijvingen zijn overgenomen uit de inventaris van Schurink. De regestnummers zijn overgenomen van de inventaris op de website van het Gelders Archief.
Belangrijke, de gehele heerlijkheid betreffende en aanvullende archieven:
- Nationaal Archief, Collectie van Limburg Stirum;
- Nationaal Archief, Archieven van de Nassause Domeinraad;
- Landesarchiv Nordrhein Westfalen, Abteilung Münster (voorheen Staatsarchiv Münster), Fürstentum Münster, Landesarchiv, Band VII, Findbuch A57. Veel van de in de inventaris van het archief van de Heren van Borculo beschreven stukken zijn oorspronkelijk afkomstig uit dit te Münster berustende archief;
- Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo;
- Gelders Archief, Archief van de Heren van Wisch (Lichtenvoorde).
Inleiding
De heerlijkheid Borculo (welke het gebied van de tegenwoordige gemeenten Borculo, Neede, Eibergen en Lichtenvoorde omvat) bestond oorspronkelijk uit de volgende kerspelen: Borculo, Neede, Eibergen, Geesteren en Groenlo. Lichtenvoorde was vóór 1616 geen zelfstandig kerspel (al is er in de jaren rond 1600 wel sprake van enige zelfstandigheid), doch behoorde tot het kerspel Groenlo. Eerst vanaf 1616 is het als een zelfstandig, zij het gereformeerd kerspel te beschouwen.
Ten aanzien van de ambtsindeling viel de heerlijkheid Borculo uiteen in: de stad en het schependom van die naam en de richterambten of voogdijen Geesteren, Neede, Eibergen en Beltrum. Vóór 1600 was ook Lichtenvoorde een van de voogdijen, waarin de heerlijkheid Borculo was verdeeld. Bij gelegenheid van de inhuldiging van Joost, graaf van Limburg Stirum, als heer van Borculo in 1616 kreeg Lichtenvoorde echter een eigen ambtman, meestal “richter” genoemd, die niet, gelijk tot dusverre de voogd, onder den drost van Borculo geplaatst was. Nog in het begin van de zeventiende eeuw wordt in officiële akten altijd gesproken van het “ambt” Lichtenvoorde. Pas later wordt het een heerlijkheid.
Omtrent de oudste geschiedenis van de heerlijkheid Borculo tast men in vele opzichten nog in het duister. De bewering, dat het gebied van de heerlijkheid vroeger deel zou hebben uitgemaakt van het vrijgraafschap Lohn, is noch met zekerheid bewezen, noch definitief weerlegd.
Over de oudste generaties van het geslacht Borculo is het uitvoerigst geschreven in het maandblad De Nederlandsche Leeuw door J. de Groot, die o.m. voortbouwde op de artikelen van H.G. Harkema en J.S. van Veen in Gelre en bovendien gebruik maakte van dossiers van J.D. Wagner. De hier volgende historische gegevens zijn ten dele aan de genoemde studies ontleend.
De oudst bekende (hypothetische) vertegenwoordigers van het geslacht der heren van Borculo zijn: Rothulfus de Burclo (c. 1151-1163) en Wernherus de Burchlo (1173-1177), beide voorkomend in Westfaalse oorkonden. De geregelde stamreeks vangt aan met Henricus de Burclo (1182-1212), gemakshalve aan te duiden als Henrik I. Diens vermoedelijke zoon Henrik II (1232-1236) is vooral bekend, doordat hij in 1236 de villa Groenlo verkocht aan graaf Otto van Gelre, zodat de stad Groenlo sindsdien een enclave vormde in het gebied van de heerlijkheid Borculo. Deze Henrik II was gehuwd met Eufemia, dochter van burggraaf Rudolf van Coevorden, heer van Drente, door welk huwelijk het burggraafschap van Coevorden tijdelijk aan de heren van Borculo kwam, vervolgens in een zijlinie, waaruit het huidige adellijke geslacht Van Coeverden stamt.
Een andere zijtak is die van het huis Dodingweerde, terwijl misschien ook het geslacht Van Gramsbergen hier zijn oorsprong vindt. Nauwe relaties met de graven van Loon kreef het huis Borculo, doordat Eufemia voornoemd, inmiddels weduwe geworden, hertrouwde met Hermannus I graaf van Lohn. Bovendien waren de Borculo’s geparenteerd niet alleen aan de nobiles van Velen in het zuiden en het geslacht van Echten in het noorden, maar tevens aan hun leenheer zelf, graaf Reinald I van Gelre. Het huwelijk van Jutta van Borculo, dochter van Henrik III, met Stephanus heer van Wisch, bracht vervolgens nog verwantschap met het huis Wisch.
Wegens de minderjarigheid van Henrike van Borculo, dochter van Henrik V, trad Reinald van Coevorden tijdelijk (van 1350 tot 1358) als heer van Borculo op.
De heerlijkheid ging hierna over aan het geslacht van Bronkhorst door het huwelijk van Henrike van Borculo in 1360 met Gijsbert (I) van Bronkhorst, die na de dood van zijn echtgenote alle rechten op Borculo wist te verwerven. In 1406 zag Gijsbert II van Bronkhorst zich genoodzaakt de leenheerschappij over Borculo en Lichtenvoorde op te dragen aan de bisschop van Münster. Ook de volgende heren van Bronkhorst-Borculo hebben de bisschop steeds als hun leenheer erkend.
Na het kinderloos overlijden van graaf Joost van Bronkhorst in 1553, trok de bisschop van Munster de heerlijkheid als een vervallen leen aan zijn sticht. De weduwe, gravin Maria van Hoya, behield echter het vruchtgebruik onder nadrukkelijke bepaling, dat dit geen afbreuk zou doen aan de rechten van de bisschop. Toen zijn in 1579 stierf, nam de Munsterse regering bezit van stad en heerlijkheid, hetwelk tot langdurige twisten tussen de Staten van Gelderland en de bisschop aanleiding heeft gegeven. Een nicht van de overleden graaf Joost, Ermgard van Wisch, weduwe van George, graaf van Limburg Stirum, maakte namelijk aanspraak op de opvolging en dienaangaande sloot zij een verdrag met Maria van Hoya.
Haar aanspraken werden door het gericht van Borculo als rechtmatig erkend, terwijl die van een andere pretendent, Rudolf van Diepholt (eveneens op verwantschap gegrond), werden afgewezen. Door het leengericht van Münster en het Rijkskamergericht te Spiers werd zij evenwel in het ongelijk gesteld. Eerst haar kleinzoon, graaf Joost van Limburg Stirum, die de zaak voor het Hof te Arnhem bracht, heeft daadwerkelijk bezit van de heerlijkheid kunnen nemen, nadat het vonnis van het Hof van 20 december 1615 en de daarop gevolgde inbezitneming door Gelderland (behoudens latere onderbrekingen) een einde aan de Munsterse heerschappij had gemaakt. In 1674 werd Borculo bij het graafschap Zutphen gevoegd en kwam nu voorgoed in het bezit van de Van Limburg Stirums.
De heerlijkheid Lichtenvoorde was door graaf Joost van de heerlijkheid Borculo afgescheiden en vermaakt aan zijn tweede zoon George Ernst, doch bij de boedelscheiding in 1626 werd dit gebied (met de Wildenborch) aan de derde zoon Willem Frederik toebedeeld.
De latere graven Van Limburg Stirum namen als heren van Borculo herhaaldelijk geldsommen op, met de heerlijkheid Borculo – of een deel daarvan – als onderpand. Tenslotte (1726) verkocht graaf Leopold, die diep in de schulden stak, de heerlijkheid aan een vreemdeling, graaf von Flodorff-Wartensleben, gevolmachtigde van de Duitse veldmaarschalk graaf von Flemming.
Diens kleindochter Isabella, gravin von Flemming, bracht Borculo (met de inmiddels aangekochte heerlijkheid Lichtenvoorde en de havezate Marhulsen) ten huwelijk aan de Poolse prins Adam Czartoryski.
Ten laatste werd de heerlijkheid Borculo – met de genoemde bijbehorende bezittingen – aangekocht door prins Willem V in 1777.
De hier volgende inventaris heeft slechts betrekking op een fragment van het archief der heren van Borculo, en wel op de volgende stukken:
a. Het in 1936 en 1938 door het Staatsarchiv te Münster overgedragen “Urkundenarchiv Borkelo”, reeds door Blok gesignaleerd in zijn verslag aangaande een onderzoek naar archivalia in Duitsland. Deze collectie omvat ruim 300 stukken, waaronder circa 240 perkamenten charters.
b. Een gedeelte van een verzameling stukken, de heerlijkheid Borculo betreffende, in 1837 door Is. A. Nijhoff van het Staatsarchiv te Münster overgenomen. Hierbij bevinden zich c. 100 perkamenten charters, merendeels betrekking hebbend op geestelijke stichtingen binnen de heerlijkheid.
c. Stukken, gevonden bij het oud-rechterlijke archief van Borculo, en verdere aanvullingen o.m. afkomstig uit het archief Bronkhorst en het archief Wisch.
Het grootste gedeelte van het archief van het huis Borculo (waarvan nog slechts een oude manuscriptinventaris bestaat, zie inv.nr. 319), schijnt geheel te zijn verdwenen; het is althans onvindbaar. Wanneer wij lezen, dat het kasteel zich in 1808 in een “deplorabelen en vervallen staat” bevond, zodat het bijna onbewoonbaar was, en dat Jacob van Lennep er in 1823 ontvangen werd in een kamer, waar de ratten over de vloer wandelden, mag het waarschijnlijk geacht worden, dat het nimmer meer voor de dag zal komen.
Het valt te begrijpen, dat er in dit defecte, fragmentarische archief verschillende stukken werden aangetroffen, welke moeilijk te definiëren waren en daarom ondergebracht moesten worden in een rubriek “Stukken, waarvan het verband met het archief niet duidelijk is gebleken”.
Als eindjaar voor de regesten- en brievenlijst is aangenomen het jaar 1579, het sterfjaar van de gravin-weduwe van Bronkhorst, Maria van Hoya.
Inventaris
EERSTE AFDELING
Stukken betreffende de bezittingen van de heren van Borculo, het beheer hunner goederen en inkomsten, en de uitoefening der heerlijke rechten.
A. Bezittingen en inkomsten
a. Algemeen beheer
1. Verklaring, door Otto graaf van Gelre afgelegd over het koopcontract, afgesloten met Henrik van Borculo, (betreffende de villa Groenlo), 1236. 1 charter. (Zie reg. no. 2).
2. Akte, waarbij Reinald hertog van Gelre Gijsbert van Bronkhorst, heer van Borculo, in het bezit van bepaalde rechten, privileges en inkomsten – binnen en buiten de heerlijkheid Borculo – bevestigt,1371. 1 charter. (Zie reg. no. 145)
3. Kwitanties voor de betaling van enkele termijnen van de obligatie door Herman Otto graaf van Limburg Stirum gepasseerd, wegens het speciegeld van de taxatie van de geleden schade in de heerlijkheid Borculo. Met bijlagen, 1649. 1 omslag.
4. Conceptovereenkomst inzake de belegging van het restant de koopsom van de heerlijkheid Borculo – ten bedrage van 47.000 gulden – bij de finale liquidatie in 1742. 1 stuk.
b. Verhouding tot het bisdom Münster
N.B. Waarschijnlijk heeft tot het archief van de heren van Borculo behoord het handschrift Staatsarchiv Münster, Msc. VII, 411, waarin o.m. op blz. 1-12 vso. het zogenaamde Gelderse leenrecht afgeschreven staat (vgl. Smits, “Een Geldersch leenrecht”, N. Bijdragen voor regtsgeleerdheid en Wetgeving, 1871, 21ste deel) en dat zich in de 18de eeuw tot begin 19e eeuw in het leenkamerarchief van de vorstbisschop van Münster bevond. Zie over dit handschrift: G. Theuerkauf, Land und Lehnswesen vom 14. bis zum 16. Jahrhundert, (verschenen als Ed. 7 van de Neue Münstersche Beiträge zur Geschichtsforschung (…), herausgegeben von Kurt von Raumer), blz. 99 en blz. 102 vlg. Het werd wel aangeduid als “instruction von Borkeloischen Lehnsprozessen und -pflichten”, en bevat daarenboven het zogenaamde Geldersche waterrecht. A.J.M. 1962, 30 juli.
5. Renversaalbrief van Frederik van Bronkhorst, heer van Borculo, voor de van het bisdom Münster in leen ontvangen bezittingen, nl. het slot, het stadsgebied en de gehele heerlijkheid Borculo. (1499).
1 charter. (Zie reg. nrs. 770, 771).
N.B. Dit charter is, hoewel een uitgegane akte, hier geplaatst wegens het ontbreken van de originele leenbrief.
6. Renversaalbrief van Joost van Bronkhorst, heer van Borculo, voor de van het bisdom Münster in leen ontvangen bezittingen, nl. het slot, het stadsgebied en de gehele heerlijkheid Borculo, 1529. (Minuut of concept). 1 charter. (Zie reg. nrs. 965, 996).
7. Akte, waarbij Joost, graaf van Bronkhorst en heer van Borculo, door de bisschop van Münster wordt beleend met het slot, het stadsgebied en de gehele heerlijkheid Borculo, 1542. 1 charter. (Zie reg. no. 1054).
8. Akte, waarbij vertegenwoordigers van de Münsterse regering aan de dienaren en beamten van het huis Borculo de eed van trouw aan het bisdom Münster afnemen, 1561. Afschrift. 1 stuk. (Zie reg. no. 1236).
9. Akte, waarbij de regering van het bisdom Münster bepaalt, dat de inkomsten van de heerlijkheid Borculo, zolang het proces voor het Rijkskamergericht nog hangende is, ten behoeve van het bisdom Münster als tafelgelden zullen gebruikt worden. Ongedateerd [1580]. 1 charter.
10. Stukken betreffende de geschillen met de bisschop van Münster over het bezit van de heerlijkheid Borculo, 1565, 1612-1614, 1653. 2 charters en een omslag. (Zie reg. no. 1262).
11. Stukken betreffende de vredesonderhandelingen vanwege de Staten-Generaal met het bisdom Münster, inzonderheid met betrekking tot de heerlijkheid Borculo, ten behoeve van Otto graaf van Limburg Stirum, heer van Borculo (concepten). 1646. 1 dossier.
c. Verhouding tot de stad Borculo
12. Stads-, kerken- en provisorenrekeningen van Borculo over 1677, 1679 en 1680. 1 omslag.
N.B. Exemplaren “voor Sijn Hoogh Grafelijken Genaden”.
Deze rekeningen zijn, vermoedelijk voor onderzoek van bepaalde handtekeningen, uit het heerlijkheidsarchief genomen en in 1749 in een kast op het stadhuis te Borculo teruggevonden.
13. Extract uit het legerboek der stad Borculo, inhoudende het verhaal van een in 1590 plaats gehad hebbende brand; met mededeling van de gedeeltelijke inhoud van het door Gijsbert van Bronkhorst en Henrika van Borculo gegeven – mede verbrande – privilege d.d. 1 mei 1375. (Afschrift van 1706). 1 katern.
N.B. Zie Verslagen en Mededelingen Oud Vaderlandsch Recht, VII, 178.
Zie ook deze pagina.
d. Rekeningen
14. Rekening van Henricus Brockhausen, commissaris en rentmeester van de bisschop van Münster in de heerlijkheid Borculo, van oktober 1665 tot april 1666, met de daartoe behorende acquitten (ongeveer gelijktijg afschrift). 1 deel in één omslag.
14a. Rekening van de rentmeester Frederik Ernst Spancker over 1774, afgehoord 21 mei 1777. 1 katern.
e. Eigendomsbewijzen en rentebrieven betreffende verschillende goederen
I. In de heerlijkheid Borculo
1. In het kerspel Borculo
15. Afschriften van een pandbrief en een transportbrief betreffende een maatje groenland voor de poort te Borculo aan de dijk naar Geesteren gelegen, 1538, 1563. 2 stukken. (Zie reg. nrs. 1014 en 1245).
16. Rentebrief, door de heer van Borculo ten bate van het gasthuis te Borculo gevestigd op de korenmolen en de oliemolen aldaar, 1552. 1 charter. (Zie reg. nr. 1158).
17. Ruilovereenkomst tussen Otto, graaf van Limburg Stirum, en de magistraat der stad Borculo, betreffende onroerende goederen onder Borculo, 1646. 1 charter.
N.B. Uit het oud-rechterlijk archief Borculo (zie Gedr. Inv. nr. 115).
2. Onder Eibergen
17a. Akte betreffende het goed Beckinck onder Rekken, 1554. 1 charter. (Reg. nr. 1063a).
18. Akte, waarbij de heer van Borculo een rente uit het goed Beckinck onder Eibergen verkoopt, 1546. Afschrift. 1 stuk. (Reg. nr. 1088)
19. Vidiumusbrief, ten behoeve van Joost heer tot Borculo, van een akte van 1491, waarbij aan Frederik heer tot Borculo het recht van wederinkoop wordt verleend van een rente uit de hoeven Haerle, Gerdinck, Buskinck en Vorckinck onder Eibergen, en van een rente uit het goed ten Osterhave in het ambt Bocholt, 1548. 1 charter. (Zie reg. nrs. 712 en 1131).
20. Gecancelleerde rentebrief door de heer van Borculo gevestigd op de goederen Odynck, Poppynck, Uterbecke, Roselynck en Herberynck in de buurschap Rekken en op het goed de Oisterhaive onder Dinxperlo, 1505. 1 charter. (Zie reg. nr. 804).
21. Overeenkomst tussen Otto van Ossenbroick en zijn leenheer, de heer van Borculo, betreffende een rente uit het goed ten Tye onder Eibergen, 1502. 1 charter. (Zie reg. nr. 786).
22. Renversaalbrief, door Willem Frederik graaf van Limburg Stirum als heer van Borculo gegeven voor het van het stift Vreden in leen ontvangen goed, de hof te Vaerwerck onder Eibergen, 1627. Afschrift. 1 stuk.
23. Eigendomsbewijs van de hof te Vaerwerck onder Eibergen voor graaf von Flemming, heer van Borculo, 1744. Met een oudere overdrachtsbrief van 1726. 2 stukken.
N.B. Uit het oud-rechterlijk archief Borculo.
24. Gecancelleerde rentebrief, gevestigd op de hof Vorckinck in de buurschap Haarlo, 1534. 1 charter. (Zie reg. nr. 991).
3. Onder Geesteren
25. Akten, betreffende de vestiging van een rente door de heer van Borculo, ten bate van het Voorster gasthuis te Deventer, resp. op het goed Afftinck onder Geesteren, en het goed Ruller in de heerlijkheid Borculo, 1546. Afschriften. 2 stukken. (Zie reg. nrs. 1100 en 1102).
26. Afschrift van een pandbrief betreffende een stuk groenland onder Geesteren, 1548. 1 stuk. (Zie reg. no. 1123).
4. Onder Groenlo
N.B. Bedoeld is het oude kerspel Groenlo van vóór de Reformatie, waartoe ook Lichtenvoorde heeft behoord en de voogdij Beltrum, die tegenwoordig deel uitmaakt van de gemeente Eibergen.
27. Gecancelleerde rentebrief, gevestigd op de goederen Avinck en Huninck, resp. gelegen in de buurschappen Lievelde en Zieuwent, 1522, voorts gecancelleerde rentebrief gevestigde op het voornoemde goed Avinck, 1540; alsmede afschriften van een rentebrief en een transportbrief betreffende dit goed, 1551, 1573. 2 charters en 1 stuk. (Zie reg. nrs. 912, 1037, 1149, en 1295).
28. Eigendomsbewijs voor Johan Grubben en Derick ten Kalverpasch van een stuk land in het Zieuwent, verkocht door Mette van den Bergh, 1517. 1 charter. (Zie reg. nr. 877).
29. Akte, waarbij Otto graaf van Limburg Stirum kwijtschelding verleent van tyns uit huizen en landerijen onder Groenlo, 1671. Afschrift. 1 stuk.
5. Onder Neede
30. Kwitanties voor de vrouwe van Borculo, afgegeven door Elizabeth van Hoyte, abdis van het stift Overwater te Münster, wegens pacht van goederen onder Neede, 1576, 1577. 2 stukken. (Zie reg. nrs. 1306 en 1308).
II. Buiten de heerlijkheid Borculo
6. In overig Gelderland
31. Akte, waarbij Gode Wesselinck het goed Wesselinck in de buurschap Barlo onder Aalten opdraagt aan de heer van Borculo, 1473. 1 charter. (Zie reg. nr. 601).
N.B. Uit het archief Wisch. Het goed was in 1650 volgens het verpondingskohier nog eigendom van een Wesselinck. Wellicht is die opdracht in leen of pandschap bedoeld aan de heer van Borculo.
32. Eigendomsbewijs van een stuk land, het Broichslege anders genaamd het Bentinckslege onder Brummen, opgedragen aan de heer van Borculo, 1544. 1 charter. (Zie reg. nr. 1067).
33. Akte, houdende een verklaring van Gijsbert van Mekeren, ambtman te Brummen, betreffende een stuk hietland, eertijds door de erfgenamen van de mark van Rienderen aan de heer van Borculo afgestaan, om gevoegd te worden bij diens erfgoed de Knuvenoirt, 1561. 1 charter. (Zie reg. nr. 1234).
34. Overeenkomst tussen Adolf hertog van Cleef en Otto heer tot Borculo, waarbij Otto op bepaalde voorwaarden wordt beleend met de Ringenbergse tienden op de Veluwe onder Brummen, en een rente ontvangt uit de Lijmers, 1434. Afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 400).
35. Eigendomsbewijs van de tiende op het goed Oesterhave, verkocht door Frederik zoon tot Bronkhorst en Borculo, 1487. Met een gelijktijdig afschrift. 1 charter en 1 stuk. (Zie reg. nr. 687).
N.B. Het goed Oesterhave lag in het kerspel Dinxperlo. Zie ook onder Eibergen.
36. Akte, waarbij de heer van Borculo een rente verkoopt uit de gruit te Lochem, 1421. Afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 350).
37. Gecancelleerde pandbrief van een stuk land onder Steenderen, 1521. 1 charter. (Zie reg. nr. 907).
38. Extracten uit een gerichtsprotocol, betreffende beslagneming door Henrik Welmers, gevolmachtigde van wijlen François Moeselaegen, in leven ambtman te Gemen, op goederen en landerijen van de graaf van Limburg Stirum, gelegen in het ambt Steenderen, 1678, 1679. 3 stukken.
39. Gecancelleerde rentebrief, door de heer van Borculo gevestigd op het goed Bronkhorst, gelegen “upten Stegen” in het ambt Veluwenzoom, 1494. 1 charter. (Zie reg.nr. 189).
40. Rentebrief, door de heer van Borculo verzekerd op zijn grove en smalle tienden te Vorden, ten bate van het St. Agnesconvent te Zutphen, 1492. 1 charter. (Zie reg. nr. 723).
41. Akte van ruil tussen Johan schulte te Huppel en Johan Symmoldt uit Meddo, van stukken land onder Winterswijk, zulks met machtiging van de vrouwe van Borculo en de abdis van Vreden, 1564. Afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 1260).
42. Eigendomsbewijs voor Herman van Middachten van het goed Todynck onder Zelhem, verkocht door de heer van Borculo, 1477. Gecancelleerd!). 1 charter. (Zie reg. nr. 623).
7. In Overijssel en Drente
43. Eigendomsbewijs voor Johan van Twickel van het goed de Wender onder Delden, verkocht door de heer van Borculo, 1481. 1 charter. N.B. Gecancelleerd! (Zie reg. nr. 650).
44. Akte, waarbij Rotgher van Hervele aan de heer van Borculo het recht van wederinkoop verleent van het goed Swerinck onder Haaksbergen, 1419. 1 charter. (Zie reg. nr. 650).
45. Rentebrief, gevestigd op het goed Elen, gelegen in de gelijknamige buurschap onder Hellendoorn, 1538. 1 charter. (Reg. nr. 1016).
46. Akte, waarbij Jacob van Ittersum aan de heer van Borculo het recht van wederinkoop verleent van de tienden op de goederen Bennynck en Schurynck onder Ommen, 1497. 1 charter. (Reg. nr. 757).
8. In het bisdom Münster
47. Gecancelleerde akte betreffende de afkoop van een roggerente uit het goed Bekynck onder Vreden, 1506. 1 charter.
(Reg. nr. 820).
III. Niet nader aangeduid
48. Pandbrief van de tienden op de goederen te Bellebrughe, te Bunyng, te Altynck en ten Merschen, verpand door de heer van Borculo, 1421. 1 charter. (Zie reg. nr. 352).
N.B. De goederen Bellebrughe, Altynck en ten Merschen liggen in de buurschap Lintvelde onder Beltrum in het kerspel Groenlo.
49. Akte, waarbij Peter Haeffken aan Frederik van Bronkhorst losrecht verleent van een rente uit het goed te Boenynck, 1507. 1 charter. (Zie reg. nr. 830).
50. Akte, waarbij Wilhelmus Grotegese, pastoor van Stadtlohn, aan de heer van Borculo, het recht van wederinkoop verleent van het goed Hungerynck en van de tienden uit het goed Rosschemerssick, 1506. 1 charter. (Zie reg. nr. 817).
N.B. Betreft misschien de goederen Hungerynck en Rosschemers onder Neede.
51. Pandbrief van een stuk land, de Vosschaer genaamd, en brief houdende machtiging van de vrouwe van Borculo tot lossing van dat land, 1553, 1570. Afschriften. 2 stukken. (Reg.nrs. 1161 en 1281).
52. Rentebrief van de akkers Vrosschehove, door de abdis van Elten verpacht aan Henrik van Borculo, 1288. 1 charter. (Zie reg. nr. 12)
53. Eigendomsbewijs van goederen, door Conrad van Velen verkocht aan Henrik van Borculo, 1264. 1 charter. (Zie reg. nr. 4).
B. Leenkamer van de heerlijkheid Borculo
N.B. In leenzaken spant de stadhouder van lenen of zijn plaatsvervanger de bank. `In vollen leengericht` oordelen met hem zes leenmannen. Wanneer het echter géén gedingen zijn, maar andere leenzaken, worden door de stadhouder slechts 2 leenmannen opgeroepen. Bij gebrek aan eigen leenmannen zitten die van andere heren. De stadhouder is tevens leengriffier. In 1706 vergaderde men nog onder de linde vóór het hooggrafelijk huis.
Literatuur: A.P. van Schilfgaarde, De graven van Limburg Stirum in Gelderland en de geschiedenis hunner bezittingen, derde stuk, leenregisters (Assen, 1961). Hierin zijn de beleningen per leenkamer en vervolgens per kerspel alfabetisch-chronologisch opgesomd.
1. Algemeen
54. Leenregister over 1561-1578. 1 deel.
N.B. Aanwinst uit het Staatsarchiv Münster, 1956.
Nr. 1., Leenregister 1669-1683, berust in het Huisarchief Verwolde, aanwezig in het Gelders Archief, archiefbloknummer 0556, inv.nr. 1277.
54+. Leenprotocol over 1688-1723. 1 deel.
N.B. Voorin een register op de namen der lenen. Uit Archief van de Nassause Domeinraad, Hoofdarchief, nr. 5414. Zie aanwinst ARA 1874, blz. 97.
54++. Rekening van de leengriffier van Borculo, 1679 en 1680. 1 deel.
N.B. Afkomstig uit de collectie Mr. A.P.R.C. van der Borch van Verwolde.
54a. Losse minuten van akten, opgenomen in het Borculose leenprotocol, 1680-1683. 5 stukken in een omslag.
55. Advies van onpartijdige rechtsgeleerden in een leenkwestie. (Gecollationeerd afschrift), 1657. 1 katern.
56. Latijnse manuscriptsverhandelinge over het leenrecht. (17e eeuw). 1 omslag.
N.B. Sterk door vocht geschonden. Folio 1-18 ontbreken.
De nrs. 54-66 uit het oud-rechterlijk archief Borculo.
57. Attestatie van Johan op den Noort als leengriffier van Gelre en Zutphen en als stadhouder van lenen van de graafschap Zutphen en als stadhouder van lenen van de graafschap Bronkhorst en de heerlijkheid Borculo, betreffende de heergewaden en de caduciteit van de Zutphense lenen, 1687. Afschrift. 1 stuk.
58. Ordonnantie van Frederik Wilhelm graaf van Limburg Stirum aan de stadhouder van lenen F.W. van Gelder, om aan de douarière Maria van Hessen, geboren gravin van Limburg Bronkhorst, twee leenprotocollen van de graafschap Bronkhorst over te dragen, resp. aangelegd in 1678 en 1681. Met apostille als ontvangstbewijs, 1718. 1 stuk.
59. Oproep tot het verheffen van de lenen, leenroerig aan Borculo, c. 1777. 1 stuk.
N.B. Gedrukt formulier. Uit het oud-rechterlijk archief Borculo.
2. Uitgegane leenakten
N.B. Het is niet zeker, hoe deze akten in het archief gekomen zijn.
60. Akte, waarbij de heer van Borculo Geert van Keppell, ridder, beleent met het goed Woenynck onder Neede, 1449. 1 charter.
(Zie reg. nr. 480)
61. Leenbrief van het goed Wunnikinc onder Neede, uitgegeven door Henrik heer tot Borculo, 1347. 1 charter. (Zie reg. nr. 62).
61a. Akte van belening door de heer van Borculo met het goed Gesync met de Werbeck onder Groenlo, 1529. (Zie reg. nr. 963a)
62. Akte, waarbij Joost graaf van Limburg Stirum als heer van Borculo, Arndt Reiger beleent met het huis Wermertingk onder Delden, 1608. 1 charter. N.B. Uit Archief Wisch.
63. Akte, waarbij Johan van Beveren door Otto graaf van Limburg Stirum beleend wordt met de havezathe Dievesborch, de Zeugemolle, de Hoenhorst, Huntinck en de Koninxkamp, gelegen in het stift Münster, kerspel Reinen, 1646. 1 stuk.
N.B. Ingevuld in een gedrukt formulier.
3. Stukken betreffende Borculose leengoederen
64. Akte, waarbij Herman Gherkinc het goed te Meerbeke in de buurschap Rekken onder Eibergen, opdraagt aan Henrik van Solms, heer van den Ottenstein, en van dezen in leen terugontvangt, 1391. 1 charter. (Zie reg. nr. 264).
N.B. De Solmse goederen zijn door het huwelijk van Otto van Bronkhorst met Agnes van Solms in 1418 aan de Bronckhorsten gekomen.
Zie: A.J.H. Kamps, ‘Ottensteinse leenaantekeningen’, in: Kleine Reeks. verhalen over de geschiedenis van stad en heerlijkheid Borculo, nr. 6 (1999), blz. 9-26, met transcriptie van het Ottensteinse leenregister.
65. Stukken betreffende een geschil tussen Frederik van Bronkhorst en de abdis van het klooster Vinnenberg over het goed Davenhues onder Geesteren, leenroerig aan Borculo, 1496, 1504. Met retroacta van 1471. 1 omslag. (Zie reg. nr. 595 en br. nrs. 14-20 en nr. 25)
66. Stukken betreffende een geschil tussen Johan van Zuerhues enerzijds en Claes Baeden en Joost van Monikhuesen anderzijds over het leengoed Hengstegoor onder Geesteren, leenroerig aan Bronkhorst, 1558. Met retroacta van 1474, 1527, 1534-1536. 1 dossier. (Zie reg. nrs. 607, 955, 956, 995, 998, 999, 1001, 1202, 1203, 1205 en 1206).
67. Akte, waarbij Frederik Wilhelm graaf van Limburg Stirum, als heer van Borculo, op verzoek van Goossen ten Cate de goederen het Bakerblick, de Roode, den Swarten Kamp en de Ackermate onder Geesteren en Eibergen gelegen, van de leenroerigheid ontslaat, 1716. Afschrift. 1 stuk.
68. Akte, waarbij de heer van Borculo zijn goedkeuring hecht aan de verkoop van een rente uit het leengoed Luttiken Tangbulten in het kerspel Aalten, buurschap Yserlo, 1456. Concept. 1 stuk. (Zie reg. nr. 517)
69. Renversaalbrief, afgegeven door Goessen van Raesfelt, van de tienden te Twello en ter Oy, leenroerig aan Bronkhorst, 1452. 1 stuk. (Zie reg. nr. 501a).
70. Akte, waarbij juffer Margriete van Essen een rente vestigt op de Bronkhorster leengoederen Hoigenkampp, te Kerckhoff, t en Veen en de Schoirhorst, gelegen in het kerspel Vorden; zulks met machtiging namens de leenheer, 1509. 1 charter. (Zie reg. nr. 845).
71. Akte, waarbij Henrik heer tot Borculo, Rudolfus de Echten beleent met de grove en smalle tienden in het Echtener veen en in Zuidwolde, 1275. Afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 7).
72. Renversaalbrief, afgegeven door Derick van Hameren, van het erfgoed Geernynck in het kerspel Bilrebeke en van de tienden te Almelo in het kerspel Ahuus, leenroerig aan Borculo, 1442. 1 charter. (Zie reg. nr. 442).
73. Leenbrief, uitgegeven door Otto heer tot Borculo, betreffende het goed Wisszkinck in het ambt Bocholt, 1457. Afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 519).
74. Akte, waarbij de heer van Borculo – ten behoeve van Bernd van Vorden – het goed Eysynck in het kerspel Vreden van de leenplicht ontslaat, 1445. Gelijktijdig afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 464).
N.B. Vgl. Archief Bronkhorst, inv.no. 209, (reg. 41).
75. Leenbrieven, uitgegeven door Joost heer tot Borculo, betreffende verschillende goederen, resp. onder Legden, Heek en Emmerik; onder Eibergen; onder Schoppingen, Legden en Ochtrup; alsmede een leenbrief betreffende tienden onder Enschede, 1509, 1541, 1542, 1544. Afschriften. 4 stukken. (Zie reg. nrs. 846, 1046, 1050 en 1104).
76. Leenbrieven, uitgegeven door Maria van Hoya, vrouwe tot Borculo, betreffende het huis Rockeloe in het kerspel Darvelde, en het goed Beckink onder Vreden. Afschriften. 2 stukken. (Zie reg. nrs. 1266 en 1273).
N.B. resp. 1566 en 1567.
77. Leenbrieven, uitgegeven door de bisschop van Münster betreffende verschillende Borculosche goederen, gelegen in het ambt Bocholt en in het kerspel Alsteden, 1581; en onder Legden, Heek en Emmerik, 1592; alsmede leenbrief betreffende tienden onder Enschede, 1590. Afschriften. 4 stukken.
N.B. Het betreft hier ten dele dezelfde goederen als vermeld in de afschriften van leenbrieven, uitgegeven door Joost, heer van Borculo (Zie inv.nr. 75).
77a. Administratie van Johan Opten Noorth, stadhouder van de lenen van Borculo, 1668-1683. 1 omslag.
4. Fragmenten van procesdossiers.
78. Memoriën betreffende een proces van Thoma Douss met Johan Droste – als gevolmachtigde van de prior van een klooster te Wesel – over de renten uit het Baylmansgoed, en met burgemeester Arnt van Rysswick over renten uit het goed Bouwberch alias Bouwhuys, beide gelegen in het kerspel Dingden en leenroerig aan Borculo, 1534-1537. 1 stuk.
79. Akte, houdende de eis in het proces tussen Herman Otto graaf van Limburg Stirum en Hans Albrecht de Reede tot Brantlecht, over het goed die Fluttert, gelegen in het gericht van Delden, 1640. 1 stuk. N.B. Uit Archief Bronkhorst.
80. Fragmenten van dossiers van proceduren voor het leengericht te Borculo, 1682, 1706. 1 omslag.
N.B. Uit het oud-rechterlijk archief Borculo.
81. Brief, waarbij Goessen van Raesfelt ten Rodenberge voor het leengericht te Borculo wordt gedaagd, 1558. Afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 1201).
C. Stukken betreffende de uitoefening der heerlijke rechten.
a. Algemeen
82. Schepenakte van Groenlo, houdend een verklaring van Engelbertus Echikinc, dat het in bedrijf houden van zijn molen afhankelijk is van de toestemming van de heer van Borculo, 1310. 1 charter. (Zie reg. nr. 16).
83. Akte, waarbij Godefridus van Borculo, proost te Zutphen, de rechten vaststelt van Henrik van Borculo en de heren van Lichtenhorst en Dudenwerde, op de Tuelebeek en op enige dijken (ongedateerd); met doorgestoken akte van bekrachtiging, 1320. 2 charters. (Zie reg. nrs. 24 en 25).
84. Akte, houdende een verklaring van Henrik ten Aelminchave c.s., dat hij Otto van Bronkhorst het visrecht te Groenlo niet meer zal betwisten, 1452. 1 charter. (Zie reg. nr. 496).
85. Akte, waarbij Herman Otto graaf van Limburg Stirum twee weekmarkten instelt te Borculo, 1641. 1 stuk.
N.B. Uit archief Groenlo (overgedragen gemeente Groenlo, nov. 1984).
86. Akte, waarbij Otto graaf van Limburg Stirum aan de hoenderkramers van de voogdij Neede, in de heerlijkheid Borculo vrij vervoer en vrije verkoop van hun kramerijen toestaat, 1677. Afschrift. 1 stuk.
N.B. Aan het stuk is in 18de eeuws afschrift toegevoegd een extract uit het Kwartiersreces van de graafschap Zutphen, waaruit blijkt dat de betreffende handel bij plakkaat van 31 juli 1671 verboden werd.
87. Stukken betreffende de gruitaccijns, ook konings- of kannenaccijns genaamd, in de heerlijkheid Borculo, 1762-1764. Afschriften. 1 omslag.
N.B. Hierbij enige afschriften uit de begraafregisters van Geesteren, 1762.
De bedoelde accijns werd door de heer op eigen gezag in de heerlijkheid geheven, behalve in de stad Borculo.
b. Recht van jurisdictie
88. Uitspraak van Otto van Bronkhorst in een geschil tussen de kinderen Klumper en Henrik Vordekincg, 1429. 1 charter. (Zie reg. no. 77).
89-90. Stukken betreffende geschillen tussen de heerlijkheid Borculo en de stad Groenlo over de grensscheiding van beider rechtsgebied. 2 dossiers in één omslag.
89. Getuigenverhoor inzake grensgeschillen tussen de heerlijkheid Borculo en de stad Groenlo (c. 1440). Met een uitspraak van hertog Adolf van Gelre, 1470. (Zie reg. nr. 122). Verder retroacta van 1236 en andere bijbehorende afschriften van 1452, 1466, 1483 en 1519, 1236, ca. 1440, 1470. 1 dossier. (Zie reg. nrs. 1, 496, 570, 662 en 891).
N.B. Het getuigenverhoor is gedrukt in Gelre, deel I (1898), blz. 214 vlg.
90. Stukken betreffende het geding tussen graaf Joost van Bronkhorst, heer van Borculo, en de stad Groenlo over de grensscheiding van hun jurisdictiegebied, 1525; 1538-1541. 1 omslag. (Zie reg.nrs. 939 en 1028; en Br. nos. 27, 29, 36, 38, 39, 41-49).
N.B. Bij deze laatste stukken behoort no. 151 van de Algemene Kaartenverzameling.
91. Stukken betreffende limietkwesties en gebruiksrechten in het Zieuwent, het Ruurlose Broek en de aangrenzende marken, 1463, 1544-1561, 1665. 1 charter en een omslag.
(Zie reg. nrs. 567, 1112, 1224 en 1235; en Br. nos. 51 en 60).
92. Stukken betreffende een geschil tussen Frederik Wilhelm graaf van Limburg Stirum en de magistraat van de stad Borculo, 1707. 1 omslag.
N.B. Betreft: 1. hun beider jurisdictie, vooral in verband met de toenemende ontheiliging van de zon- en feestdagen, 2. de verdeling van de boeten.
c. Het vergeven der ambten
93. Stuk, waarbij de magistraatsbestelling te Groenlo aan de heer wordt toegewezen, en niet aan de landdrost van Zutphen, 1645. 1 stuk.
94. Brief, waarbij Otto graaf van Limburg Stirum de bewaking van de Avincksluis opdraagt aan Hendrik Avinck, 1664. Afschrift. Met latere aantekeningen, 1678-1682, en bijlage, 1678-1679. 2 stukken.
d. Stukken betreffende collatierechten en andere stukken aangaande geestelijke stichtingen in de heerlijkheid Borculo.
Algemeen
95. “Staet van Rekeninge” van de rentmeester Petrus Sels over de geestelijke goederen in de heerlijkheid Borculo, het ambt Lichtenvoorde en binnen de stad Groenlo, voor zover ze ressorteren onder de Staten van het Kwartier, 1 november 1631 – 31 oktober 1632. 1 deel.
N.B. Petrus Sels was secretaris van de gedeputeerden in het Kwartier van Zutphen. Aan dit exemplaar der rekening ontbreken de slotbladen. Het originele en het rendantsexemplaar bevinden zich in het archief van de Staten van het Kwartier Zutphen (archiefbloknummer 0005). (Zie voorlopige inventaris nrs. 724, 725).
96. Lijst van geestelijke goederen en inkomsten der heerlijkheid Borculo, tot de pastorieën en vicarieën behorende, 1673-1674. 1 katern.
N.B. Opgave van de opbrengsten in vredestijd.
97. Lijst van goederen tot het Borculose Geestelijke Rentambt behorend. Ongedateerd (18de of 19de eeuw). 1 stuk.
II. Kerken en pastorieën
1. Te Borculo
N.B. De in 1337 gestichte kapel te Borculo, ressorterend onder Geesteren, werd in 1509 door de bisschop van Münster tot zelfstandige parochiekerk verheven. Het slot Borculo behoorde oudtijds tot het kerspel Eibergen en werd in 1509 daaruit geëximeerd.
98. Optekening van de renten van de kapel te Borculo, door de raadslieden Johan van Lochusen en Gerloch van Trier, 1421. 1 stuk.
99. Akte, houdende een verklaring van de pastoor van Borculo, betreffende een door de paus verleende aflaat in verband met de bouw van de kerk te Borculo, 1486. 1 charter. (Zie reg. nr. 863).
100. Stichtingsakte van de parochiekerk te Borculo; met duplicaatakte, houdende bovendien de exemptie van het kasteel te Borculo uit de parochiekerk te Eibergen, 1509. 2 charters. (Zie reg. nrs. 842 en 843).
N.B. Gedrukt in Archief Aartsbisdom Utrecht, I, blz. 193-195.
101. Staat van inkomsten en renten (met kladaantekeningen) van de kerk te Borculo, 1564; en minuut-renversaal voor de vrouwe van Borculo betreffende de administratie der kerkengoederen, 1568. 1 omslag.
102. Kerkrekeningen van Borculo over 1629-1630 en 1630-1631. 2 katernen in één omslag.
N.B. Exemplaren “voor Sijn Genaden”.
103. Akte betreffende de schenking van hoeven, landerijen en renten aan de kapel te Borculo door Henrik van Borculo; met doorgestoken schenkingsakte van het goed Rikenhus onder Neede, afkomstig van Ludolfus de Stocke, 1337. 2 charters. (Zie reg. nrs. 47 en 48).
104. Eigendomsbewijs van het tynsgoed de Hattelerskamp onder Groenlo, verkocht aan de kapel te Borculo, 1439. 1 charter. (Reg. nr. 424).
105. Rentebrief, afkomstig van Mathias Diepenbroick, ten behoeve van de verlichting in de kapel te Borculo, 1484. 1 charter. (Zie reg. nr. 666).
106. Laatste wilsbeschikking van Herbordus Vockinck, die o.m. een schenking doet aan de kapel te Borculo, 1503. Minuut. 1 stuk. (Zie reg. nr. 729).
N.B. De functie van de erflater is niet nader aangeduid.
107. Gecancelleerde akte van verkoop door de kerkmeesters te Borculo, van een gedeelte van een tuin gelegen aan de dijk aldaar. 1505. 1 charter. (Zie reg. nr. 807).
N.B. Met dorsale notitie dat de tuin door Johan Rysenbeck is teruggekocht ten behoeve van de kerk.
108. Eigendomsbewijs van een tuin aan de Paegendijk te Borculo, verkocht aan de kerk aldaar, 1520; met doorgestoken oudere overdrachtsbrief van 1505; voorts gecancelleerde rentebrieven, door kerkmeesters op deze tuin gevestigd, 1508, 1526. 4 charters. (Zie reg. nrs. 811, 838, 903 en 943).
109. Rentebrief ten behoeve van de kerk te Borculo, gaande uit het huis van Albert Sloesen; en rentebrief door Ryxe van Zenden gevestigd op het goed Hasselbrock, ten bate van de kerk en twee vicarieën te Borculo, 1528. Afschrift. 1 charter en 1 stuk. (Zie reg. nrs. 962 en 963).
110. Akte, waarbij een rente ten bate van de kerk te Borculo, gaande uit de Klockenkamp, vervangen wordt door een rente gaande uit het Alferinckmaetken onder Eibergen, 1533. 1 charter. (Zie reg. nr. 986).
111. Rentebrief aan pastoor en vicarissen van de kerk te Borculo, geschonken door Berndt Sloesen; met doorgestoken akte van bekrachtiging door de heer van Borculo, 1537. 1 charter; met transfix. (Zie reg. nrs. 1005 en 1007).
112. Afschrift van een pauselijke bul betreffende de benoeming van een nieuwe rector van de kapel te Borculo, 1489. 1 stuk. (Zie reg. nr. 701).
113. Brief, waarbij Joost van Bronkhorst Rutgerus Haeffkens presenteert als pastoor van de kerk te Borculo, 1530. 1 charter. (Zie reg. nr. 978).
2. Te Eibergen
N.B. Hierbij de kapellen te Rekken en Olden Eibergen/Haarlo.
114. Eigendomsbewijs van de halve hofstede Luttyke Vunderinck, gelegen in de buurschap Mallem, opgedragen aan heer Wessel, pastoor te Eibergen, 1365. 1 charter. (Zie reg. nr. 116).
115. Eigendomsbewijs van de Ullandeskamp onder Eibergen, vermaakt aan Werner Lansinck, pastoor te Eibergen, 1383. 1 charter. (Zie reg. nr. 203).
116. Akte, waarbij een ruil van renten uit goederen onder Eibergen tussen de plebanen van Groenlo en Eibergen, door de resp. aartsdiakenen wordt bekrachtigd, 1393. 1 charter. (Zie reg. nr. 270).
117. Eigendomsbewijzen voor Johan Michiels, pastoor te Eibergen, resp. van de Provenkamp met twee tuinen gelegen in de buurschap Rekken, en van de Hibbengaarde onder Eibergen, beide van 1460; voorts van een tuin in de buurschap Olden Eibergen, 1461, en van tienden uit land onder Eibergen, 1467. 4 charters. (Zie reg. nrs. 543, 550, 557 en 576).
118. Minuutschrijven van de pastoor van Eibergen aan de stadhouders van het bisdom Münster, 1578. Met bijlage. 2 stukken. (Zie Br. no. 97).
119. Minuutschrijven van de parochianen van Eibergen aan de Raden van het bisdom Münster, 1578. 1 stuk. (Zie Br. no. 98).
120. Akte, waarbij heer Frank van Brunckhorst, priester, door de bisschop van Münster wordt benoemd tot pastoor van de kerk te Eibergen, 1542. 1 charter. (Zie reg. nr. 1053).
121. Notariële akte, waarbij Wernerus Lansinck, pastoor te Eibergen, in verband met een ontvangen geldsom van de boeren te Rekken, belooft wekelijks een mis te zullen lezen in de pas gestichte kapel te Rekken; met doorgestoken akte van bekrachtiging door Johan van Solms, 1379. 2 charters in duplo. (Zie reg. nrs. 178 en 179).
122. Notariële akte, houdende de toezegging van Wernerus Lansinck, pastoor te Eibergen, in verband met een schenking van drie akkers aan zijn kerk, om kosteloos de dienst waar te nemen in de kapel, gesticht op het goed Lusinckkotte, 1383. 1 charter. (Zie reg. nr. 204).
3. Te Geesteren
123. Kerkmeestersrekening van Geesteren over 1596-1599. 1 katern.
124. Akte, waarbij de ondervoogd te Geesteren een afschrift van een onkostenrekening van de kerkmeesters aldaar, aan de kerkmeester Jan Roeterdinck overdraagt, 1654. Met de bedoelde rekening over 1653. 1 katern.
125. Testament van heer Bernhardus Wilkinus, pastoor te Geesteren. Met bijbehorende stukken betreffende de nalatenschap, 1538-1550. Afschriften. 1 katern. (Zie reg.nrs. 1012, 1024, 1127 en 1145).
4. Te Groenlo
126. Lijst van inkomsten der pastorie te Groenlo uit de verschillende buurschappen in de heerlijkheid Borculo, 1585. 1 stuk.
127. Stichtingsakte van de kapel te Lichtenvoorde, waarbij tevens de rechten van de pastoor te Grol worden vastgelegd, 1496. 1 charter. (Zie reg. nr. 753).
128. Overeenkomst tussen de heer van Borculo en de pastoor te Grol, betreffende de renten en inkomsten van de kapel te Vragender en de regeling van de kerkdienst aldaar, 1444. 1 charter. (Zie reg. nr. 456).
129. Akte, waarbij vier stukken land uit het goed Scilderinck te Vragender, door de familie Stemerdinck worden verkocht aan de O.L. Vrouwekapel aldaar, 1444. 1 charter. (Zie reg. no. 453)
130. Brieven, waarbij resp. heer Theodericus Fabri en heer Everhardus Haeffken voor de bediening van de St. Antoniusvicarie in de kapel te Lichtenvoorde worden gepresenteerd, 1520, 1550. (De laatste in afschrift). 1 charter en 1 stuk. (Zie reg. nrs. 905 en 1141).
131. Brief, waarbij de vrouwe van Borculo heer Gerhardus de Grothe presenteert voor de bediening van de kapel van St. Antonius te Lichtenvoorde, (minuut); en brief, waarbij Gerhardus voornoemd belooft de dienst plichtsgetrouw te zullen waarnemen, 1563. 2 stukken. (Zie reg. nrs. 1255 en 1256).
132. Aanstellingsbrief van heer Johannes Gosschalkynck als bedienaar van de kapel te Vragender, 1494. (Met een afschrift). 1 charter en 1 stuk. (Zie reg. nr. 735).
5. Te Neede
N.B. Hierbij de kapel te Gelselaar.
133. Akte van benoeming van executeurs-testamentair door Johannes ter Mollen, pastoor te Neede; en afrekening betreffende diens nalatenschap, 1550. Afschrift. 1 katern. (Zie reg. nr. 1142).
134. Testament van heer Johannes Ubbekynck alias Goyker, rector van de kapel te Gelselaar. Met bijbehorende stukken, de nalatenschap betreffende, 1547-1550. Afschriften. 1 katern. (Zie reg. nrs. 1133, 1147 en 1148).
III. Vicarieën
1. Te Borculo
135. Lijst van bezittingen en inkomsten van de pastorie en de vicarieën te Borculo. Ongedateerd. (Vóór 1579). 1 katern.
N.B. Met dorsale notitie, dat deze lijst gevonden is op het huis Borculo na de dood van gravin Maria van Hoya.
136. Akte, waarbij de leenroerigheid van het goed Luttike Revehorst in de buurschap Lintvelde onder Grol wordt opgeheven ten behoeve van de St. Anna-vicarie te Borculo, 1515; met oudere leenbrieven van 1448, 1477 en 1479, alsmede een overdrachtsbrief van 1478. 5 charters.
(Zie reg. nrs. 473, 622, 630, 634 en 865).
137. Eigendomsbewijs voor Berndt Sloesen, vicaris van het St.- Anna-altaar in Borculo, van een koeweide op den Gruesbroke aldaar, 1519 (zie reg. nr. 269), met oudere overdrachtsbrieven van 1461, 1475 en 1517); voorts rentebrieven ten bate van deze vicarie gevestigd, o.m. op het goed Lenderink onder Groenlo, (1519), 1538, 1544 en 1557. 7 charters. (Zie reg. nrs. 556, 611, 872, 889, 1015, 1972 en 1194).
138. Akte, waarbij Joost graaf van Bronkhorst, heer Johannes Bouwhues voor de St.-Antoniusvicarie te Borculo presenteert, 1540; met rentebrief gevestigd op het goed Leringk onder Groenlo, ten bate van genoemde vicaris, 1545. 2 charters. (Zie reg. nrs. 1033 en 1073).
139. Eigendomsbewijs voor Peter Haeffken, vicaris van het St. Barbera-altaar te Borculo, van een huis met koeweide aldaar, 1503 (afschrift of minuut); en rentebrief ten bate van deze vicarie gevestigd op het goed Velthuys onder Borculo, 1522. 1 stuk en 1 charter. (Zie reg. nrs. 790 en 916).
140. Stichtingsbrief, afkomstig van Henrik ten Rietbergh, van de vicarie “op de kast” voor het koor in de kerk te Borculo, waarvan vicaris zal zijn Johan ten Bouhuys, (zie reg. nos. 298 en 360); met akten van goedkeuring en bekrachtiging door de vrouwe en de heer van Borculo, 1526; voorts oudere overdrachtsbrieven – met bijbehorende akten van bekrachtiging – van het aan de vicaris toegewezen goed Altinck in de buurschap Lintvelde, 1507-1509. 4 charters en 3 stukken. (Zie reg. nrs. 831, 832, 833, 844, 947, 949 en 1106).
141. Rentebrief ten behoeve van Henrik ten Rietberge, gaande uit de “buerengaerden” tussen Hoyckinck en Aeltynck (onder Grol), 1512. 1 stuk. (Zie reg. nr. 860).
142. Akte van boedelscheiding tussen Henrik ten Rietbergh en de erfgenamen van zijn eerste vrouw, 1520 (gelijktijdig afschrift); met eigendomsbewijs van twee stukken zaailand in de Heurneresch, 1512, en oudere overdrachtsbrief van 1499; voorts stukken betreffende een geschil over de kwestie, tot welk goed de bedoelde stukken land behoren, 1528. 2 charters, 2 stukken en 1 katern. (Zie reg. nrs. 767, 855, 899 en 961).
N.B. De voornoemde stukken land maken deel uit van de schenking door Henrik ten Rietbergh aan de vicarie “op de kast” te Borculo, 1526. (Zie inv.nr. 140) (van/door notaris Schoppinck).
143. Akte van bekrachtiging door de bisschop van Münster van schenkingen ten behoeve van de St.-Nicolaasvicarie in de kapel te Borculo, 1342; met oudere overdrachtsbrief van de weide Mecginchorst onder Groenlo, afkomstig van Henrik van Borculo, 1333; voorts brief betreffende de schenking van een wasrente aan voornoemde vicaris, 1378. 3 charters. (Reg. nrs. 37, 53 en 177).
144. Eigendomsbewijs voor Henrik Visschers, vicaris van het altaar der Tienduizend Martelaren in de kapel te Borculo, van een deel van het goed de Ruweboem aldaar, 1446. 1 charter. (Zie reg. nr. 470).
145. Pachtcedullen van het goed Udenhues onder Neede, verpacht door vicarissen van het altaar der Tienduizend Martelaren te Borculo. Ongedateerd (vóór 1492 november 8), en 1572. 2 stukken. (Zie reg. nrs. 728 en 1287).
146. Gecancelleerde pandbrief van een stuk groenland genaamd de halve Brugginckmaet, 1522; en rentebrief, door Joost graaf van Bronkhorst gevestigd op het goed Sygerinck onder Neede, buurschap Lochusen, 1538; beide ten behoeve van de vicarie der Tienduizend Martelaren te Borculo. 2 charters. (Zie reg. nrs. 914, 1022).
147. Akten betreffende de toewijzing van de St. Annavicarie te Borculo aan Bernard des Loesen, 1495 (zie reg. no. 195) en aan heer Judocus Vesterinck, 1548 (zie reg. nos. 367, 368 en 369), voorts akte van afstand door heer Georgius Goykers, 1558, en akte van presentatie van heer Henricus Frerickes, 1559. 5 charters. (Zie reg. nrs. 744, 1128, 1129, 1130, 1204 en 1216).
148. Akten betreffende de toewijzing van de St. Antoniusvicarie te Borculo aan heer Goswinus Joannes Brucomius, 1556-1557. 3 charters. (Zie reg. nrs. 1183, 1187, 1188 en 1221).
149. Akten betreffende de toewijzing van de St. Barbaravicarie te Borculo aan heer Fredericus de Colonia; en akte van presentatie van heer Hinricus de Eyell voor deze vicarie, 1529-1530, 1544. 3 charters. (Zie reg. nrs. 968, 973 en 1068).
150. Notariële akten van afstand van de vicaris der Tienduizend Martelaren te Borculo, resp. door heer Johannes Kock, 1492, heer Paschasius Wilkens en heer Wilhelmus Grotegesen, 1523; voorts akten van toewijzing van deze vicarie aan heer Wilhelmus Grotegesen voornoemd en aan heer Nicolaus Wilkini, 1523. (Zie reg. nrs. 729, 920, 921, 922, 923, 924 en 925).
151. Testament van heer Wesselus Cuparius, vicaris van het St. Anna-altaar te Borculo, met bijbehorende stukken betreffende de nalatenschap, 1543-1550. 1 katern. (Zie reg. nrs. 1057 en 1134).
152. Testament van heer Joannes ten Bouhuys, vicaris in Borculo, met bijbehorende stukken betreffende de nalatenschap, 1555-1557. 1 katern. (Zie reg. nrs. 1178, 1186 en 1191).
N.B. Het betreft één oorspronkelijk stuk; verder afschriften.
153. Testament van heer Cornelius Jacobus Edanus, vicaris in Borculo, met bijbehorende stukken betreffende de nalatenschap, 1555-1558. Afschriften. 1 katern. (Zie reg. nrs. 1177 en 1196).
2. Te Eibergen
154. Stichtingsbrief van de St.-Annavicarie te Eibergen door de familie Assinck, 1486 (notarieel afschrift); met oudere overdrachtsbrieven van de aan deze vicarie geschonken landerijen, 1474, 1482 en 1484; voorts afschriften van akten betreffende de voordracht van vicarissen voor het St.-Katharinaaltaar – door de pastoor van Eibergen als collator; benevens afschrift van een akte van investituur door de aartsdiaken; 1507-1511. 1 katern en 4 charters. (Zie reg. nrs. 608, 658, 659, 668, 681, 824, 828, 829, 849, 853 en 854).
N.B. Bij het katern is ingenaaid een staat der inkomsten en bezittingen van de voornoemde St.-Annavicarie, opgemaakt door Henricus Lembecke, 1572.
155. Optekening van inkomsten der St.-Annavicarie te Eibergen. Ongedateerd. 1 stuk.
156. Akte betreffende de schenking door Gijsbert van Bronkhorst, van een stuk land van de mark onder Eibergen aan de St.- Annavicarie aldaar, 1485; met brief, waarbij Mette van den Bergh aan de vicaris verlof geeft om dat land weer te verkopen, 1518. Gelijktijdige afschriften. 1 stuk. (Zie reg. nrs. 677 en 884).
157. Brief betreffende de schenking van een tuin aan het St.-Anna-altaar te Eibergen, 1497 (gecancelleerd); en brief betreffende de belegging van het door lossing van die tuin verkregen geld ten bate van de genoemde vicarie, 1560. 2 stukken. (Zie reg. nrs. 756 en 1231).
158. Rentebrief ten bate der St.-Annavicarie te Eibergen, door Joost graaf van Bronkhorst gevestigd op het goed Biesbecke in de buurschap Olden Eibergen, 1552. 1 charter. (Reg. nr. 1154).
159. Akte, waarbij Mette van den Bergh een schenking bekrachtigt van landerijen en renten onder Eibergen, ten behoeve van de vicarie der H. Drievuldigheid aldaar, 1518. 1 charter. (Zie reg. nr. 880).
160. Akte, waarbij de bisschop van Münster een schenking bekrachtigt van goederen onder Eibergen aan de St.-Katharinavicarie aldaar, 1376; met oudere overdrachtsbrief van het goed Harbertinck in de buurschap Olden Eibergen, 1366. 2 charters. (Zie reg. nrs. 125 en 172).
161. Rentebrief, door de heer van Borculo verzekerd op zijn grote tienden te Eibergen, ten behoeve van Johan ten Bouhuys, vicaris te Borculo en Eibergen, 1552. 1 charter. (Reg. nr. 1155).
162. Pachtceel van de Wakelkamp te Rekken, verpacht door Johan ten Bouhuys, vicaris te Eibergen, 1552. 1 stuk. (Reg. nr. 1157).
163. Stichtingsbrief van de O.L. Vrouwevicarie te Eibergen, ten behoeve van Goswin Klumpers, 1408; en akte betreffende de ruil van goederen tussen deze vicaris en de gebroeders Wennemerinck te Lochem, met bijbehorende akte van bekrachtiging door de aartsdiaken (notarieel afschrift), 1437; voorts notariële akte, waarbij Goswin Klumpers de hem geschonken vicariegoederen overdraagt aan Johannes Uphaven, 1444. 3 charters en 1 stuk. (Zie reg. nrs. 312, 414, 415 en 457).
164. Rentebrief ten behoeve van Jacob Averhoff, vicaris van het O.L. Vrouwealtaar te Eibergen, gaande uit het huis van Albert die Wever aldaar, 1480; voorts eigendomsbewijs van een stuk land in de buurschap Mallem, aan hem verkocht door Matheus van Grastorpe, 1485; met aangehechte – hierdoor vervallen – oudere schuldbrief van laatstgenoemde, 1477. 3 charters. (Zie reg. nrs. 626, 645 en 673).
165. Notariële akte betreffende een verzoek van heer Arnoldus Assinck aan de pastoor van Eibergen om collatie en institutie voor de St.-Annavicarie in de kerk van Eibergen, 1506. 1 charter. (Zie reg. nr. 817a).
166. Notariële akte, waarbij heer Arnoldus Assinck de St.-Annavicarie te Eibergen overdraagt ten behoeve van heer Johannes Michaelis aldaar; en notariële akte, houdende een verklaring van heer Arnoldus Assinck voornoemd, dat hij zich bij de bedoelde overdracht niet heeft schuldig gemaakt aan simonie, 1507. 2 charters. (Zie reg. nrs. 826a en 828a).
167. Akte van toewijzing van de vicarie der H. Drievuldigheid te Eibergen, door de vrouwe van Borculo aan heer Joost van Raesfelt, Telmans zoon, 1556. 1 charter. (Zie reg. nr. 1183a).
168. Notariële akte betreffende de toewijzing van de St.-Katharinavicarie te Eibergen aan heer Wilhelmus de Bronchorst, 1536. 1 charter. (Zie reg. nr. 1002a).
169. Akten betreffende de toewijzing van de vicarie der H. Maagd in de kerk te Eibergen aan heer Johannes van Mervelt; met notariële akte, waarbij diens procurator in het bezit der bedoelde vicarie wordt gesteld, 1587. 3 charters.
3. Te Geesteren
170. Akten betreffende schenkingen aan het O.L. Vrouwealtaar in de zogenaamde Borculose kapel in de kerk te Geesteren, namelijk van de Vorreffmaet, 1477, en van een stuk land in de buurschap Nederbiel, 1499; voorts rentebrief ten bate van deze vicarie gevestigd op het goed ten Woelseler onder Geesteren, 1487; en eigendomsbewijs van een tuin te Geesteren, verkocht aan de vicaris Roelof Aeffkynck, 1490. 4 charters. (Zie reg. nrs. 620, 686, 707 en 765).
4. Te Groenlo
N.B. Hierbij het klooster Engelhusen te Groenlo.
171. Notariële akte betreffende de overdracht van de H. Driekoningenvicarie te Groenlo aan de pastoor aldaar als collator, door de vicaris heer Johannes Tremoniensis, 1580. 1 charter.
N.B. Overgebracht naar: Geestelijke stichtingen in het Kwartier van Zutphen, kerk van Groenlo, no. 43.
172. Akte, waarbij de vicaris-generaal van de bisschop van Münster de stichting van het vrouwenklooster ten Engelhuse in Groenlo bekrachtigt, 1461. Notarieel afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 558).
173. Getuigenverklaring, ten verzoeke van het klooster Engelhuysen te Groenlo, betreffende de kwestie of een tuin bij de Elshoff gelegen, al dan niet tot de Elshoff behoorde, 1540. 1 stuk.
(Zie reg.nr. 1035)
5. Te Neede
174. Gecancelleerde pandbrief van de halve Brugginckmaete onder Neede ten behoeve van de H. Kruisvicarie aldaar, 1522. 1 charter. (Zie reg. nr. 913).
175. Rentebrief ten bate van de O.L. Vrouwevicarie te Neede, afkomstig van Bernt Bunkynck, 1501. 1 charter. (Zie reg. nr. 783).
176. Eigendomsbewijs van goederen voor Gerhard ten Broyel, 1507; benevens rentebrief te zijnen behoeve gevestigd op het goed Gheerdynck, 1526; beide afkomstig van zijn oom Arnold Ubbynck, vicaris te Neede. 1 charter en 1 stuk. (Zie reg. nrs. 822, 944).
177. Akte, waarbij heer Arnoldus Ubbynck alias Sartorius, officians in Neede, executeurs-testamentair benoemt, 1507. 1 charter. (Zie reg. nr. 827).
178. Brief, waarbij de vrouwe van Borculo Hermannus Helmichs presenteert als vicaris van het altaar van de H. Johannes de Doper in de kerk te Neede, 1577. 1 charter. (Zie reg. nr. 1309).
179. Brief, waarbij de vrouwe van Borculo heer Cornelius Jacobus Edanus, priester in het bisdom Utrecht, aan de pastoor te Neede presenteert voor de vicarie van St.-Anna in de kapel te Gelselaar, 1554. 1 charter. (Zie reg. nr. 1175).
e. Stukken betreffende herendiensten
180. Afschriften van akten, waarbij verschillende personen door de heer van Borculo tijdelijk van bepaalde diensten worden vrijgesteld, 1486, 1500, 1505 en 1517; met bijbehorende brieven betreffende verhoging van de afkoopsom, 1537, 1547. Afschriften. 5 stukken in een omslag. (Zie reg. nrs. 685, 778, 800, 879, 1003, 1004 en 1117).
181. Akte, houdende een verklaring van de heer van Borculo, dat Goessen ten Luysenkate zich van de dienst met paard en wagen heeft vrijgekocht, 1517; en brief, waarbij het goed van laatstgenoemde van diensten en tienden wordt vrijgesteld, 1536, afschriften. 2 stukken. (Zie reg. nrs. 878 en 1002).
182. Akte, houdende een verklaring van de heer van Borculo, dat enkele personen hun goederen in het ambt Lichtenvoorde vrij zullen mogen bezitten, behoudens het verrichten van bepaalde herendiensten, 1533. 1 charter. (Zie reg. nr. 984).
183. Brieven, waarbij de heer van Borculo respectievelijk het goedt Uninck onder Geesteren en het goed van Henrik den Grisen onder Eibergen, wegens geldschuld aan de betreffende bezitters, tijdelijk van alle verplichtingen ontslaat, met uitzondering van bepaalde herendiensten, 1534. Afschriften. 2 stukken. (Zie reg. nrs. 992 en 994).
184. Akte, houdende een verklaring betreffende het verrichten van diensten door horigen van hoeven behorend onder het huis Diepenheim, doch gelegen in de heerlijkheid Borculo, 1542. 1 stuk. (Zie reg. nr. 1047).
185. Akten, waarbij de heer van Borculo verklaart, dat respectievelijk Berndt ten Rietberge en Berndt ten Wapenreyse van de gelijknamige goederen onder Lichtenvoorde, zich, behoudens bepaalde verplichtingen, van het dienstrecht hebben vrijgekocht, 1553 (de eerste akte is een afschrift). 1 stuk en 1 charter. (Zie reg. nrs. 1159 en 1160).
186. Memories voor het Hof van Gelderland in het geding tussen de ingezetenen van de heerlijkheid Borculo – geassisteerd door de rentmeesters van Gedeputeerden in de graafschap Zutphen – enerzijds en gevolmachtigden van Otto graaf van Limburg Stirum, heer van Borculo, anderzijds, betreffende het verrichten van herendiensten, 1645. Afschriften in duplo. 1 omslag.
N.B. Zie P. Nijhoff, Registers op het archief afkomstig van het voormalig Hof enz., blz. 117.
f. Hofgericht te Vaerwerck
N.B. Onder Eibergen. Zie ook onder Eigendomsbewijzen Eibergen.
187. Fragmenten van dossiers van proceduren voor het hofgericht, 1660-1793. 1 omslag.
N.B. Uit het oud-rechterlijk archief Borculo.
g. Stukken betreffende horige lieden
188. Akten, houdende verklaringen betreffende de horigheid of het dienstrecht ten opzichte van Otto van Bronkhorst, heer van Borculo, 1419, 1448, 1451. 3 charters. (Reg. nrs. 337, 477 en 493).
189. Brief, waarbij een vrouw uit Neede verklaart, dat haar moeder horige was van de heerlijkheid Solms, 1450. 1 charter. (Zie reg. nr. 486).
190. Akte, waarbij de heer van Borculo aan de bewoners van de goederen ten Osterhave in het ambt Bocholt en ten Westendorpe in de buurschap Yzerlo onder Aalten het hofrecht schenkt, 1468. 1 charter. (Zie reg. nr. 578).
191. Akte, houdende een verklaring namens Everwijn graaf van Bentheim en Steinfurt, dat een vrouw zich wastinsig heeft gegeven aan de jonkheer van Bronkhorst, 1500. 1 charter. (Zie reg. nr. 773).
192. Akten, houdende verklaringen betreffende vrijwillige aanvaarding van de horigheid ten opzichte van Joost graaf van Bronkhorst, 1551, 1552. 2 charters. (Zie reg.nrs. 1150 en 1156).
193. Lijst van nagelaten goederen van de horige Lubbert ten Elshave [c. 1573?]. 1 stuk.
194. Akte, betreffende de ruil van ministerialen tussen Baldewinus heer van Steinfurt en Henrik van Borculo, 1294. 1 charter. (Zie reg. nr. 13).
195. Akte, waarbij Evert en Arent van Burze een ruil van horigen aangaan met de heerlijkheid Borculo, 1395. 1 charter. (Zie reg. nr. 95).
196. Akten, waarbij Gijsbert van Bronkhorst en Henrike van Borculo horige lieden ruilen, respectievelijk met Jacob van Arnhem, ambtman van Prüm; Rutger van Twycklo; en Koep Wynekens zoon, 1360, 1361 en 1374. 3 charters. (Zie reg. nrs. 100, 102 en 166).
197. Overdrachtsbrieven van horigen aan Gijsbert van Bronkhorst en Henrike van Borculo, respectievelijk afkomstig van Godert van Borculo geheten van Dodincweerden, Albert van den Reve, Frederik van Eerde en Dirk van Lintelo, 1374, 1375, 1379 en 1384. 4 charters. (Zie reg. nrs. 162, 171, 180 en 210).
198. Akten, waarbij Henrike van Borculo horige lieden ruilt, respectievelijk met Hugo van den Laere; heer Werner pastoor te Neede, de weduwe Fye van Warmelo; en Bertold van den Baeckerweerde, 1375, 1381, 1391 en 1392. 4 charters. (Zie reg. nrs. 170, 188, 265 en 268).
199. Akte, waarbij Andries Kreyningh een horige verkoopt aan Albert Soessingh met recht van overdracht aan de heerlijkheid Borculo, 1411. 1 charter. (Zie reg. nr. 320).
200. Akten, waarbij Otto heer tot Bronkhorst en Borculo horige lieden ruilt, respectievelijk met Dirk van Bronkhorst, zoon tot Batenburg en Anholt; de heerlijkheid Diepenheim; Katharina van Sande, Henrick heer tot Wisch; en de abdij van Prüm, 1420-1429; 1440, 1444. 7 charters. (Zie reg. nrs. 346, 355, 368, 386, 426 en 454).
201. Overdrachtsbrieven van horigen aan Otto van Bronkhorst door Aleit Splinters en Henrick van Diepenbroeck, 1423, 1452. Eerstgenoemde met oudere overdrachtsbrief van 1423. 3 charters. (Zie reg.nrs. 361, 365 en 497).
202. Akte, waarbij Otto van Bronkhorst de onderlinge ruil bekrachtigt van een tot dienstrecht en een tot horigheid verplichte vrouw, 1434. 1 charter. (Zie reg. nr. 402).
203. Akte, waarbij Arnt graaf van Bentheim en Steinfurt, voogd van de nakinderen van de heer van Borculo, een ruil van horigen aangaat, 1460. 1 charter. (Zie reg. nr. 547).
204. Akten, waarbij Gijsbert van Bronkhorst horige lieden ruilt, respectievelijk met Aleff van Mervelt; Johan Pawe; het stift te Vreden; de hertog van Gelre; de graven van Bentheim en Steinfurt; en de heer van Buren en Beusichem, 1467-1488. 7 charters. (Zie reg. nrs. 577, 584, 597, 648, 684, 691 en 693).
205. Akten, waarbij Frederik van Bronkhorst horige lieden ruilt, respectievelijk met Johan heer tot Wisch; Johan van Bevervoorde, ambtman van de heerlijkheid Diepenheim; het stift te Vreden; het klooster Nazareth bij Bredevoort; de bisschop van Münster; de hertog van Gelre; Tonnys van Middachten; en Evert van (Lintelo), 1488-1507. 9 charters. (Zie reg. nrs. 690, 706, 709, 720, 743, 751, 782, 816 en 825).
206. Akte, waarbij het stift te Vreden een horige overdraagt aan Frederik van Bronkhorst, 1495. 1 charter. (Zie reg. nr. 745).
207. Akten, waarbij Joost graaf van Bronkhorst horige lieden ruilt, respectievelijk met Styne Vockynges; Gerd van Diepenbroeck; Bernd van Hackfort, landdrost in de graafschap Zutphen; de hertog van Gelre; het klooster Schaer of Nazareth; het St. Bernardsklooster te Burlo; het vrouwenklooster ter Hunnepe; Adriaan van Redee, drost en ambtman te Lage en Diepenheim; Jorgen graaf van Limburg Stirum; en Sophie, weduwe van Evert van Lintelo, 1524-1552. 11 charters. (Zie reg. nrs. 928, 933, 941, 953, 983, 987, 993, 1032, 1034, 1119 en 1152).
208. Akte, waarbij Evert van Lintelo een horige overdraagt aan Joost graaf van Bronkhorst, 1548. 1 charter. (Zie reg. nr. 1126).
209. Akte, waarbij de weduwe Maria van Hoya, vrouwe van Borculo, horige lieden ruilt met Arndt van Lintelo, 1566. 1 charter. (Zie reg. nr. 1264).
N.B. Overgebracht uit archief Wisch.
210. Akte, waarbij Henrik van Borculo een vrouw van de ministerialiteit ontslaat, 1311. 1 charter en 1 stuk. (Zie reg. nr. 18).
N.B. Aanwinst 1960, no. 15.
211. Akten betreffende vrijlating van horigen door Frederik van Bronkhorst, 1491, 1495. 2 charters. (Zie reg. nrs. 715 en 740).
212. Akte, waarbij Everwyn graaf van Bentheim, een vrouw van de horigheid ontslaat, 1497. 1 charter. (Zie reg. nr. 759).
213. Akte, waarbij Mette van den Bergh een man van de horigheid ontslaat en als vrije dienstman van de heerlijkheid Borculo aanneemt, 1520. 1 charter. (Zie reg. nr. 900).
214. Bevestiging, door Jost, graaf tho Limborgh enz. van de vergunning door zijn drost als ambtman van zijn hof te Vahrwaeck gegeven voor een huwelijk tussen een hofhorige van deze hof en een vrije vrouw, 1620. 1 charter.
TWEEDE AFDELING
STUKKEN VAN PERSOONLIJKE AARD
A. Het geslacht Borculo
1. Henrik (V) van Borculo
N.B. Deze Henrik, zoon van Henricus IV, komt voor in 1310-1348. Zijn eerste vrouw heette Beatrix (zie reg. no. 11). Zijn dochter Henrike, de latere vrouwe van Borculo, stamt uit een tweede huwelijk.
214. Schuldbrief van Reinald graaf van Gelre, ten behoeve van Baldwinus, heer van Steinfurt, 1287. 1 charter. (Zie reg. nr. 11).
215. Akte, waarbij Johannes van Borculo, kanunnik te Münster, voor twee jaar afstand doet van inkomsten en prebende, ten behoeve van de studies van zijn broer Henrik van Borculo, 1317. 1 charter. (Zie reg. nr. 21).
216. Akte, houdende belofte van Reinald erfzoon van de graaf van Gelre, aan de graafschap Zutphen géén beden te zullen vragen, 1318. 1 charter. (Zie reg. nr. 22).
217. Vidimusbrief van magister Ludovicus, deken van Mechelen, betreffende een acte van 1310, waarbij Wicboldus, zoon van Hermannus van Loon, een lijfrente vestigt ten behoeve van zijn vrouw, 1335. 1 charter. (Zie reg. nrs. 14 en 44).
N.B. Hermannus II van Loon is een stiefbroer van Henrik III van Borculo.
218. Akte, waarbij Reinald van Coevorden aan zijn oom Henrik van Borculo kwitantie geeft van de voogdijrekening, 1336. 1 charter. (Zie reg. nr. 46).
B. Het geslacht Bronkhorst
1. Gijsbert (I) van Bronkhorst
N.B. Gijsbert I van Bronkhorst, heer van Borculo, is een zoon van Gijsbert, heer van Bronkhorst en Catharina van Leefdael. Hij is drost van het land van Zutphen geweest. In 1360 huwde hij met Henrike, vrouwe van Borculo, welk huwelijk kinderloos bleef. Hij vermaakte in 1399 Willem, heer van Bronkhorst. Gijsbert overleed circa 1402; Frederik stierf in 1406 en werd opgevolgd door zijn broer Gijsbert II.
218a. Akte, waarbij Reinald, graaf van Gelre, een scheiding maakt tussen Johanna, vrouwe van Bronchorst en Batenborgh, en haar zoons Ghiselbrecht, Dideric en Boudewijn, 1328. 1 charter.
N.B. Aanwinst 1947, nr. 19.
219. Overeenkomst tussen Gijsbert van Bronkhorst, heer van Borculo, Willem van Bronkhorst, Henrik van Steenbergen proost te Zutphen, Arnt van der Lawyc, ridder, en Peter van Steenbergen, knaap, inzake hun gedragslijn ten opzichte van Reinald hertog van Gelre, 1371. 1 charter. (Zie reg. nr. 143).
220. Akte, waarbij Willem hertog van Gulik en zijn gemalin Maria van Gelre een verdrag van vriendschap sluiten met vele ridders en knapen, waartoe ondermeer behoren Willem heer van Bronkhorst, Dirk van Bronkhorst heer van Batenburg, Gijsbert van Bronkhorst heer van Borculo, Willem van Bronkhorst, Gijsberts zoon, 1371. 1 charter. (Zie reg. nr. 144).
221. Brief, waarbij Frederik bisschop van Utrecht, aan Reinald van Coevorden hulp belooft, mits deze afstand doet van Coevorden en Drente, 1397. 1 charter. (Zie reg. nr. 280).
N.B. Hier is bedoeld Reinald IV van Coevorden.
222. Akte, waarbij de hertog van Gelre rechten en privileges van ridders, knechten enz. in de graafschap Zutphen bevestigt, 1402. 1 charter. (Zie reg. nr. 300).
2. Otto van Bronkhorst
N.B. Otto, heer van Bronkhorst en Borculo, is een zoon van Gijsbert II van Bronkhorst en Hedwig van Tecklenburg. Hij komt voor vanaf 1418. Zijn eerste vrouw was Agnes van Solms, dochter van Henrik, heer van Ottenstein († 1435). Hij hertrouwde met Elisabeth van Nassau-Beilstein († 1458). terwijl hij nog leeft in 1457 (zie reg. nr. 519), is hij dood in 1460. In mei van dat jaar namelijk treedt Arnt van Bentheim op als voogd van zijn “nakinder” (zie reg. nr. 547).
223. Schuldbrief van Reinald hertog van Gelre, ten behoeve van Henrik graaf van Solms, heer van den Ottensteyn, 1350. 1 charter. (Zie reg. nr. 74).
N.B. De stukken betrekking hebbend op Henrik van Solms, zijn vermoedelijk door het huwelijk van diens dochter met Otto van Bronkhorst in het archief van Borculo gekomen.
224. Akte, waarbij Herman van Velen jr. zijn rechten op de voorburg en het hooge huis te Velen opdraagt aan Henrik van Solms, 1387. 1 charter. (Zie reg. nr. 238).
225. Notariële akte, houdende een citatie namens de deken van Emmerik aan verschillende personen, in verband met een aanklacht door Henrik van Solms, wegens schending van eigendom, 1420. 1 charter. (Zie reg. nr. 341 en 342).
226. Brief, waarbij Bernt van Velen en Gert van Berntvelde beloven Otto heer tot Borculo schadeloos te zullen houden, indien deze het proces over het halve goed ten Hoensele zou verliezen, 1435. 1 charter. (Zie reg. nr. 403).
227. Overeenkomst tussen de hertog van Gelre en Otto heer tot Bronkhorst en Borculo, om hun geschillen aan de uitspraak van de bisschop van Utrecht te onderwerpen, 1443. 1 stuk. (Zie reg. nr. 449).
228. Overeenkomst tussen Otto heer tot Bronkhorst en Borculo, de bisschop van Utrecht, Reinald van Homoet heer tot Doornwert, en vier Veluwse steden, betreffende gezamenlijke bescherming van de rechten van de bewoners van de Veluwe (1448). 1 charter. (Zie reg. nr. 476).
229. Schuldbrief van Arnoldus van Goir, rentmeester van Gelre, en Dirk van der Horst, burggraaf te Hattem, ten behoeve van Otto heer tot Bronkhorst en Borculo, 1453. 1 charter. (Zie reg. nr. 507).
230. Brief, waarbij hertog Arnold belooft Otto heer tot Bronkhorst en Borculo – als een van zijn borgen tegenover paltsgraaf Frederik, hertog in Beieren – schadeloos te zullen houden, 1454. 1 charter. (Zie reg. nr. 509)
230a. Akte, waarbij Gijsbert, heer tot Bronkhorst en Borculo, belooft hertog Adolph met zijn land en onderzaten te helpen en zijn steden en sloten voor de hertog geopend te houden, 1469. Afschrift. 1 stuk.
3. Gijsbert (III) van Bronkhorst
N.B. Gijsbert III, heer van Bronkhorst en Borculo, is een zoon van Otto van Bronkhorst en Elisabeth van Nassau. Hij komt voor vanaf 1467 (zie reg. nr. 117). Terwijl hij nog leeft in april 1489 (zie reg. no. 172), is hij door in april 1490 (zie reg. nr. 175). Zijn vrouw was Elisabeth van Egmond, welke na zijn dood hertrouwde met Johan van der Aa, heer van Bokhoven.
231. Gecancelleerde schuldbrief van Gijsbert heer tot Bronkhorst en Borculo, ten behoeve van zijn knecht Gerd Drieses, houdende tevens een instructie voor voornoemde knecht, 1472. 1 charter. (Zie reg. nr. 598).
232. Akte, waarbij de bisschop van Münster als bestuurder van Gelre en het graafschap Zutphen, aan Gijsbert van Bronkhorst, heer van Borculo, zekere betalingen toezegt voor verleende hulp, 1479. 1 charter. (Zie reg. nr. 638).
233. Brief van de stad Zutphen, ingekomen bij Gijsbert heer tot Bronkhorst en Borculo, 1480. 1 stuk. (Zie Br. no. 1).
234. Gecancelleerde schuldbrieven van Gijsbert heer tot Bronkhorst en Borculo, respectievelijk ten behoeve van Herman van Middachten en Johan van Diepenbroeck, 1482, 1489. 2 charters. (Zie reg. nrs. 656 en 697).
235. Akte, waarbij Beernt Luedickens zich verzoent met Gijsbert heer tot Bronkhorst en Borculo, en belooft een beter leven te zullen leiden, 1484. 1 charter. (Zie reg.no. 672).
236. Schuldbrieven van Oswald graaf van den Bergh, ten behoeve van Cunegonde van Bronkhorst, vrouwe van Homoet, een jaarlijkse lijftocht betreffende, 1488. 2 charters. (Zie reg. nrs. 695 en 696).
N.B. Cunegonda van Bronkhorst, gehuwd met Henrik van Homoet en Wisch, is een zuster van Gijsbert en Frederik, heren van Borculo.
4. Frederik van Bronkhorst
N.B. Frederik, heer van Bronkhorst en Borculo, is een broer van Gijsbert III voornoemd, dus ook een zoon van Otto van Bronkhorst en Elisabeth van Nassau. Hij komt voor vanaf 1490 (zie reg. nr. 175). Zijn vrouw was Mette van den Bergh, dochter van Oswald van den Bergh en Elisabeth van Meurs. Hij is drost van de Veluwe geweest, benevens stadhouder voor hertog Karel tijdens en van diens reizen naar Frankrijk. In het jaar 1508 overleed hij (zie reg. nrs. 242 en 244). Zijn vrouw overleefde hem vele jaren en stierf in 1539 (Zie archief Huis Bergh, Inleiding, blz. 40).
237. Brieven, ingekomen bij – en minuten van brieven verzonden door – Frederik heer tot Bronkhorst en Borculo, 1490-1502. 16 stukken in een omslag. (Zie br. nos. 2-13 en 21-24).
238. Akkoord tussen drost, bannerheren, ridderschap en steden van de graafschap Zutphen, en de bisschop van Utrecht, tegen de roof en brandschatting door Johan heer tot Wisch c.s., 1490. 1 charter. (Zie reg. nr. 710).
239. Akte, houdende een verklaring van gevolmachtigden van de bisschop van Münster, inzake de beslechting van geschillen tussen Frederik heer van Bronkhorst en Borculo, en Gerdt Urdemans, 1491. 1 stuk. (Zie reg. nr. 718).
240. Schuldbrief van Frederik heer tot Bronkhorst en Borculo e.a., ten behoeve van Gerit van Lent, 1494. 1 charter. (Zie reg. nr. 734).
241. Akte, waarbij Frederik heer tot Bronkhorst en Borculo een verbond van vriendschap sluit met de beide Everwijns, graven tot Bentheim en heren van Steinfurt, en Johan graaf tot Holstein en Schouwenburg, 1494. 1 charter. (Zie reg. nr. 736).
242. Oervedebrief voor Frederik heer tot Bronkhorst en Borculo, afkomstig van Wessel ten Ahove, onder borgstelling van diens vrienden, 1496. 1 charter. (Zie reg. nr. 754).
N.B. Een oervede- of orvedebrief is een schriftelijke verklaring waarin iemand vijandschap afzweert of afstand doet van wraak.
243. Akte, houdende een verklaring betreffende een te sluiten verbond tussen Frederik heer tot Bronkhorst en Borculo, en de drie hoofdsteden van Gelre: Nijmegen, Zutphen en Arnhem, 1499. 1 stuk. (Zie reg. nr. 766).
244. Brieven, ingekomen bij Mette van den Bergh, 1515, 1528, 1534. 1 omslag. (Zie br. nos. 26, 30 en 35).
N.B. Bij de brief van 1534 (br. no. 33) behoren enige afschriften (zie reg. nos. 220, 221, 224, 262 en 263).
245. Akte, waarbij de weduwe Mette van den Bergh en Joost, heer tot Bronkhorst en Borculo, beloven Lyze Poirs schadeloos te zullen houden, 1516. 1 charter. (Zie reg.nr. 870)
N.B. Lyze Poirs is de bijzit van Willem III graaf van den Bergh (zie archief Huis Bergh, Inleiding, blz. 43).
246. Uitspraak van scheidslieden in het geschil tussen Simon edelheer van Lippe en Mette van den Bergh, inzake de huwelijksgift aan Walburg van Bronkhorst en Borculo, echtgenote van Simon voornoemd; met een brief van Simon van Lippe, houdende een verklaring betreffende de wijze van betaling, 1518, 1519. 1 stuk en 1 charter. (Zie reg. nrs. 882 en 886).
N.B. Vgl. br. no. 26.
247. Afschrift van een akte, waarbij Diederik van Bronkhorst-Batenburg door keizer Karel beleend wordt met de heerlijkheden Batenburg en Anholt, 1520. 1 katern. (Zie reg. nr. 904).
248. Kwitantie van Johan van der Aa, heer tot Bokhoven, en diens vrouw Elisabeth van Egmond, ten behoeve van de weduwe Mette van den Bergh, 1522. 1 charter. (Zie reg. nr. 915).
5. Joost van Bronkhorst
N.B. Joost, heer van Bronkhorst en Borculo, zoon van Frederik van Bronkhorst en Mette van den Bergh, komt voor vanaf december 1508 (zie reg. nr. 839); hij was toen nog minderjarig. Door keizer Karel V is hij c. 1531 tot graaf verheven. Zijn vrouw was Maria van Hoya van Bruckhausen, dochter van Joost en Ermgard van der Lippe. Hij overleed in 1553.
249. Akte, waarbij Oswald graaf van den Bergh, een verklaring aflegt betreffende de betaling van een schuld aan Joost heer tot Bronkhorst en Borculo, 1523. 1 charter. (Zie reg. nr. 926).
250. Brieven, ingekomen bij Joost, graaf van Bronkhorst en heer van Borculo, 1525-1552. 10 stukken in een omslag. (Zie reg. van br. nrs. 28, 31, 32, 34, 35, 37, 40, 50, 52 en 53).
251. Schuldbrief van Joost heer tot Bronkhorst en Borculo – wegens oude schulden en achterstallige renten van zijn familieleden – ten behoeve van Everwyn graaf tot Bentheim en Steinfurt, 1528. Afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 959).
252. Brief aan Karel hertog van Gelre, vermoedelijk ingekomen bij de heer van Bronkhorst, om diens voorspraak in het schrijven wordt verzocht. Ongedateerd (tussen 1492 en 1538). 1 stuk.
253. Afschriften van stukken betreffende een proces over de Turkenbelasting, gevoerd voor het keizerlijk kamergericht te Spiers, tussen Joost graaf van Bronkhorst en de keizerlijke fiscaal, 1541-1548. 1 omslag. N.B. Zie ook archief Bronkhorst, inv.nr. 15.
6. Maria van Hoya
N.B. Maria van Hoya, vrouwe van Borculo, behield na de dood van haar echtgenoot Joost van Bronkhorst, in 1553, het vruchtgebruik van de Borculose bezittingen. Zij stierf in 1579.
254. Borgtochtsbrief van Otto, graaf en heer tot Rietberg, ten behoeve van Erich graaf van Hoya, inzake de huwelijksgift aan diens zuster Maria van Hoya, 1530. 1 charter. (Zie reg. nr. 976).
255. Akte, houdende een verklaring van de weduwe Maria van Hoya betreffende het vruchtgebruik van het slot, het stadsgebied en de heerlijkheid Borculo, 1556. 1 charter. (Zie reg. nr. 1184).
256. Akte, betreffende een voor het gericht te Aalten behandelde pachtkwestie tussen de gravin van Bronkhorst en Herman Schurinck, 1560. 1 stuk.
257. Akte, waarbij de weduwe Maria van Hoya al haar persoonlijke bezittingen vermaakt aan haar nicht en erfgename Maria van Hoya, vrouwe van Limburg Stirum, 1563. Concept. 1 charter. (reg. nr. 1251).
258-268. Brieven ingekomen bij en minuten van brieven uitgegaan van Maria van Hoya, vrouwe van Borculo, 1556-1579. 11 omslagen in één omslag.
- 258. Over 1556. 1 stuk. (Zie br. nr. 54).
- 259. Over 1557. 3 stukken. (Zie br. nrs. 55, 56, 57).
- 260. Over 1559. 1 stuk. (Zie br. nr. 59).
- 261. Over 1571. 4 stukken. (Zie br. nrs. 66, 68, 69 en 70).
- 262. Over 1572. 1 stuk. (Zie br. nr. 72).
- 263. Over 1574. 1 omslag. (Zie br. nrs. 74, 76, 77, 78, 80, 81, 82 en 83).
- 264. Over 1575. 2 stukken. (Zie br. nrs. 85 en 86).
- 265. Over 1577 en 1578. 2 stukken. (Zie br. nrs. 94 en 96).
- 266. Over 1579. 8 stukken. (Zie br. nrs. 100-107).
- 267. Ingekomen rekesten, ongedateerd. 5 stukken. (Zie br. nrs. 61-64 en nr. 88).
- 268. Ingekomen brieven van zuiver particuliere aard, afkomstig van familieleden, ongedateerd. 6 stukken.
269. Afschriften van brieven ingekomen bij Maria van Hoya, 1573-1578. 6 stukken. (Zie br. nrs. 73, 75, 92, 93, 95 en 99).
270. Afschriften van brieven, uitgegaan van Maria van Hoya, 1558, 1574, 1576. 3 stukken. (Zie br. nrs. 58, 84 en 89).
271. Sauvegarde van de hertog van Alva voor Maria van Hoya en de heerlijkheid Borculo, 1572. Afschrift. 1 stuk. (Reg. nr. 1291).
272. Afrekeningen en kwitanties voor Maria van Hoya, 1576-1579. 1 omslag.
273. Afschrift van een ordonnantie van de Münsterse regering aan Bernard van Bevervoorde en George van Lohn, om de heerlijkheid Borculo van inlegering te verschonen, 1578. 1 stuk. (Reg. 1312).
N.B. Bernard van Bevervoorde en George van Lohn waren raadslieden, door de bisschop van Münster toegevoegd aan Maria van Hoya.
274. Rekening van huiden van op het huis Borculo geslacht vee, 1579. 1 stuk.
275. Lijst van verjaardagen van leden en familieleden van het geslacht Hoya. (Ongedateerd), 1526-1540. 1 stuk.
276. Afschriften van stukken betreffende het geschil tussen Diederik van Bronkhorst-Batenburg, heer van Anholt enerzijds en Willem graaf van den Bergh anderzijds, over het pandschap van de heerlijkheid Borculo, 1572. 1 dossier. (Reg. nrs. 1288 en 1289).
N.B. Zie dr. J.N. Bakhuizen van den Brink en B. Stegeman, Het ambt Bredevoort tijdens het Anholter pandschap 1562-1612 (Werken ‘Gelre’, no. 19, Arnhem 1933).
C. Het geslacht van Limburg Stirum
N.B. Ofschoon de leden van dit geslacht in akten meestal genoemd worden: graaf van Limburg en Bronkhorst, heer van Stirum, Wisch, Borculo enz., is hier de voorkeur gegeven aan de gebruikelijke naam Van Limburg Stirum. Vgl. Inventaris Archief Wisch, blz. 25 (209).
1. Otto van Limburg Stirum (1644-1679)
N.B. Otto, graaf van Limburg Stirum, heer van Bronkhorst en Borculo, enz., is een zoon van Herman Otto graaf van Limburg Stirum († 1644) en Margaretha Spyes van Frechen en Bodendorf. Hij was gehuwd met Elisabeth Charlotte gravin van Dohna, dochter van Christoffel en Ursula gravin van Solms Braunfels. In 1679 is hij overleden.
277. Brieven, ingekomen bij Otto graaf van Limburg Stirum, 1655, 1667, 1674, 1676 en ongedateerd. 6 stukken in een omslag.
N.B. Vgl. Archief Bronkhorst, inv. nr. 47.
278. Conceptschrijven, vermoedelijk van de heer van Borculo, in antwoord op een brief uit Zutphen, inhoudend een dankbetuiging voor verleende hulp in de zaak tegen de bisschop van Münster, 1655. 1 stuk.
279. Brief, waarbij Georgius Philippus O.F.M., cureit van het klooster Zwilbroek, door de bisschop van Münster benoemd wordt tot pastoor en zielzorger in de heerlijkheid Borculo, 1669. Afschrift. 1 stuk.
N.B. Gedrukt in Bijdragen en Mededelingen ‘Gelre’, XXI (1918), blz. 43-44.
2. Frederik Wilhelm van Limburg Stirum (1679-1722)
N.B. Frederik Wilhelm graaf van L:imburg Stirum, heer van Bronkhorst en Borculo, is een zoon van Otto graaf van Limburg Stirum en Elisabeth Charlotte, gravin van Dohna. Hij was gehuwd met Lucia van Aylva. Beiden zijn in 1722 overleden.
280. Diverse stukken, ingekomen bij Frederik Wilhelm graaf van Limburg Stirum, 1680-1721. 1 omslag.
281. Stukken betreffende een proces voor het Hof van Gelderland tussen Frederik Wilhelm graaf van Limburg Stirum en de momber Jacob Coets, 1717. 1 omslag.
282. Stukken betreffende een proces voor het landgericht te Borculo gevoerd, tussen Maria Berhardina douarière van wijlen Maurits graaf van Limburg Stirum, Maurits Herman graaf van Limburg Stirum, en Philips Willem graaf van Hoensbroek en Geul – als man en momboor van vrouwe Anna Bernhardina gravin van Limburg Stirum – enerzijds, en Frederik Wilhelm graaf van Limburg Stirum, heer van Borculo, anderzijds, over nalatenschaps- en rentekwesties, 1660, ongedateerd (tussen 1712 en 1722). 1 omslag.
3. Leopold van Limburg Stirum (1722-1729)
N.B. Leopold graaf van Limburg Stirum, heer van Borculo, is een zoon van de voornoemde graaf Frederik Wilhelm en Lucia van Aylva. Hij was gehuwd met Helena de Haze. Wegens geldgebrek verkocht hij de heerlijkheid Borculo in 1726 aan graaf van Flodroff Wartensleben. In 1729 is hij overleden.
283. Brieven, ingekomen bij Leopold graaf van Limburg Stirum, 1725, 1728. 2 stukken.
D. LATERE EIGENAARS VAN DE HEERLIJKHEID
284. Brief, ingekomen bij graaf von Flodorff Wartensleben, heer van Borculo, betreffende het Borculose leengoed Gerling, gelegen in het bisdom Münster. Ongedateerd (na 1733). 1 stuk.
DERDE AFDELING
STUKKEN AFKOMSTIG VAN ZAAKGELASTIGDEN VAN DE HEREN VAN BORCULO
285. Akte van aanstelling van Johan van Mengeden jr. tot voogd van Eibergen, tevens gecancelleerde schuldbrief van Gijsbert van Bronkhorst ten behoeve van voornoemde voogd, 1479. 1 charter. (Zie reg. nr. 635).
286. Akte van aanstelling van Sweder Rasehorn tot ambtman te Lichtenvoorde, 1516. 1 charter. (Zie reg. nr. 868).
287. Akten van aanstelling door de stadhouder van het bisdom Münster: van Jobst Landow tot voogd van Geesteren en van Gerhardt Recken tot richter te Borculo, 1587, 1590. 2 charters.
288. Brief, waarbij de bisschop van Münster goedkeurt, dat Gerhardt von Cölle, voogd te Lichtenvoorde, zijn ambt overdraagt aan zijn oudste zoon Ludolph von Cölle, 1602. 1 stuk.
289. Reglement en voorwaarden voor meester Hans Willem te Borculo, voorgesteld door de drost en goedgekeurd door Frederik Wilhelm graaf van Limburg Stirum, 1686. 1 stuk.
290. Aantekeningen (vermoedelijk van een rentmeester) betreffende de inspectie van houtgewas in de heerlijkheid Borculo, 1549, 1555-1556. 1 omslag.
291-293. Diverse stukken betreffende de administratie door zaakgelastigden van de vrouwe van Borculo, 1575-1579. 1 omslag.
- 291. Register van het schot, 1575-1576.
- 292. Specificatie van hetgeen de Borculose pachters aan wijnkoop of voorwinning hebben gegeven, 1576.
- 293. Aantekening betreffende nog schuldig gebleven pachtzwijnen te Gelselaar, Geesteren, Lichtenvoorde, Rekken, 1579.
294. Diverse aantekeningen, vermoedelijk van zaakgelastigden in de heerlijkheid Borculo, o.m. betreffende tienden, leengoederen enz.. Ongedateerd. 1 omslag.
295. Lijsten van de verschuldigde hoenders in de heerlijkheid Borculo, 1584. 1 omslag.
N.B. Zie J.G. Smit, ‘Een lijst van boerderijen in Eibergen, Rekken en Beltrum’, in: Old Ni-js. Kroniek van Eibergen, Beltrum, Rekken en Zwolle, nr. 12 (1989). Idem voor Neede
296. Uittreksel uit de registers van de “revenues” der heerlijkheid Borculo, betreffende de oninbare en dubieuze posten. Ongedateerd (c. 1750). 1 stuk.
297. Brieven, ingekomen bij Wolter de Rode van Hekeren, richter te Borculo, 1568, 1571. 2 stukken. (Zie br. nrs. 65 en 67).
298. Brieven, ingekomen bij Joost van Bronkhorst, voogd te Borculo, 1574-1577. 4 stukken. (Zie br. nrs. 79, 87, 90 en 91).
299. Brieven, ingekomen bij de drost Reinhardt van Raesfeldt, 1592, 1598. 2 stukken.
300. Minuutschrijven van de drost van Borculo aan de bisschop van Münster, betreffende het begraven van doden in te Lichtenvoorde in de kapel aldaar, 1583. 1 stuk.
301. Brief, ingekomen bij Gijsbert van Bronkhorst, voogd van Eibergen, 1571. 1 stuk. (Zie reg. v. br., nr. 71).
302. Minuutschrijven aan de bisschop van Münster, vermoedelijk van een vertegenwoordiger van de heer van Borculo, betreffende de verplichtingen de bisschop opgegelegd bij sententie van het Hof van Gelderland, 1664. 1 stuk.
303. Conceptschrijven van de gevolmachtigde van Otto graaf van Limburg Stirum aan Everhard van Heeckeren tot Nettelhorst en Enghuysen, landdrost van de graafschap Zutpen, [c. 1665]. 1 stuk.
304. Schuldbrief van Gijsbert heer tot Bronkhorst en Borculo, en Evert van Heeckeren, ten behoeve van Zweder van Diepenbroeck, 1481. 1 charter. (Zie reg. nr. 649).
N.B. Zweder van Diepenbroeck was drost te Lichtenvoorde. (Zie Bijdragen en Mededelingen ‘Gelre’, XXVII, blz. 229).
305. Volmacht, door de heer van Borculo aan zijn vertegenwoordiger Telman van Raesfeldt gegeven, om zijn aanspraken op het goed Swerinck onder Haaksbergen te verdedigen, 1544. 1 stuk. (Zie reg. nr. 1071).
306. Schuldbekentenis door Maria van Hoya afgegeven aan Coert Marckeloff, voogd te Eibergen, 1574. 1 stuk. (Reg. nr. 1297).
307. Lijfrentebrief ten behoeve van de rentmeester Henrik Beyerinck, geschonken door de heer van Borculo, 1490. 1 charter. (Zie reg. nr. 711).
308. Eigendomsbewijs voor Berndt Bucks van een stuk land in de Aalter esch, verkocht door Frans Droste tho der Becke, 1566. 1 charter. (Zie reg. nr. 1270).
N.B. Berndt Bucks was voogd te Lichtenvoorde.
309. Akte, houdende getuigenverklaringen betreffende onrechtmatige verkoop van eikenhout toebehorend aan de heer van Borculo, door Lambert Snoyen, alsmede betreffende bezwaring van het bode-ambt te Geesteren door voornoemde Snoyen, 1476. 1 charter. (Zie reg. nr. 619).
N.B. Lambert Snoyen was drost te Borculo. (Zie ‘Gelre’, XXVII, blz. 229).
310. Brief, waarbij Johan Mensynck en zoon beloven Evert van Hekeren en Coerd van Ghymete schadeloos te zullen houden, omdat zij met anderen borg gebleven zijn bij Sondach van Munster, 1477. 1 charter. (Zie reg. nr. 625).
311. Akte, waarbij een aanklacht van Derck Putzeler, rentmeester van Joost van Bronkhorst, ongegrond wordt verklaard, 1530. 1 stuk. (Zie reg. nr. 979).
312. Extract uit de commissie van Hans van Ommeren, ontvanger van de contributiën en de ‘verdingen’ in de graafschap Zutphen, waaruit blijkt dat de heerlijkheid Borculo daar ook onder ressorteert, 1586. Afschrift. 1 stuk.
313. Akte, waarbij Casijn Schimmelpenninck, drost van de heerlijkheid Borculo, aan officieren, beambten en magistraatspersonen verzoekt, de plakkaten voor de Borculose vazallen overal ter bestemder plaatse te doen aanplakken, 1656. 1 stuk.
N.B. Uit archief Bronkhorst.
314. Rekest van J.W. Wesselinck, ontvanger van de verpondingen in de heerlijkheid Borculo, aan gedeputeerden te Zutphen, verzoekende verlof tot verkoop van goederen wegens achterstallige verponding. Met apostille en bijlagen, 1725. 1 omslag.
N.B. Uit oud-rechterlijk archief stad en heerlijkheid Borculo (inv.nr. 116).
315. Uitspraak van gedeputeerden van Zutphen in een kwestie tussen Johan Hoenhof, pachter van de generale middelen van de stad en voogdij Eibergen enerzijds en Henrik te Vaerwerck anderzijds, 1725. 1 stuk.
316. Akte, waarbij de gerichtsboden van de stad en de heerlijkheid Borculo verklaren, ter instantie van de drost R.O. van Duyth genaamd Buth, dat deze de vergaderingen van het hoge stad- en landgericht steeds op een bepaald uur heeft doen houden, en de richters, schepenen en advocaten daarvan kennis heeft gegeven, 1728. 1 stuk.
317. Ordonnantie van de drost R.O. van Duith genaamd Buth – uit naam van de heer van Borculo Carel Philips graaf tot Flodroff en Wartensleben – aan de ingezetenen van stad en heerlijkheid Borculo, betreffende schouw en ruiming van de beken en de Berkel, 1729. 1 stuk.
318. Akte, waarbij de drost R.O. van Duith genaamd Buth aan de voogd Veldinck verzoekt om aan Janna Botts ondermeer mee te delen, dat het landgericht van Borculo in de zaak van haar man incompetent moet worden geacht, minuut, 1730. 1 stuk.
AANHANGSEL I
Oude inventarissen
319. Manuscript-inventaris van het archief, dat berust heeft op het huis Borculo, c. 1700. 1 deel.
N.B. Uit de bibliotheek van handschriften van het huis Bergh. Deze inventaris werd met andere papieren van een particulier te Oldenzaal in 1930 aangekocht door de heer J.H. van Heek.
AANHANGSEL II
Stukken waarvan het verband met het archief der heren van Borculo niet duidelijk is gebleken.
N.B. Deze stukken moeten tot het archief hebben behoord, maar het verband kan niet meer worden vastgesteld. dat vele stukken in deze afdeling moeten worden verenigd, is een gevolg van het feit, dat het archief grotendeels is verloren gegaan en nog slechts uit fragmenten bestaat.
1. Eigendomsbewijzen en rentebrieven
N.B. Ingedeeld volgens de kerspelen, als in de rubriek Eigendomsbewijzen in de Eerste Afdeling, A, e.
320. Eigendomsbewijs van een stuk land de Woeldinck-bryede in de buurschap Haarlo, door Johan die Boeze verkocht aan Johan Averbeckinck, 1450. 1 charter. (Zie reg. nr. 487).
321. Akte, waarbij Johan Roeterdynck aan Gherit van Randen genaamd Palsters, losrecht verleent op een rente uit het goed Die Braeck, 1511. 1 charter. (Zie reg. nr. 851).
N.B. Misschien onder Eibergen.
322. Eigendomsbewijs van een stuk land de Snawen… onder Geesteren, door Johan Sengestake genaamd Gyginck verkocht aan Henrik Palster genaamd Cloeck, 1467. 1 charter. (Zie reg. nr. 574).
323. Akte, waarbij Johan Sobbe ten behoeve van de bisschop van Münster afstand doet van de volgende aan zijn ouders verpande goederen: Thiebrincke of ten Tye onder Neede, Warninck onder Geesteren, en Jadinck of Hulshove onder Groenlo, 1411. Afschrift. 1 stuk. (Zie reg. nr. 318).
324. Gecancelleerde rentebrief door Johan Pijpers verzekerd op het goed Hoenreboem in de buurschap Zieuwent, 1485; met doorgestoken overdrachtsbrief aan Johan Daemann, 1495. 2 charters. (Zie reg. nrs. 674 en 749).
325. Eigendomsbewijs voor Claes ten Rade van het Leyenslach, gelegen in de buurschap Zwolle, kerspel Groenlo, 1506. 1 charter. (Zie reg. nr. 815).
N.B. Blijkens dorsale aantekening overgelegd in een proces.
326. Akte, waarbij Engelbert van Thoeven aan de weduwe van Evert van Diepenbroick losrecht verleent op een rente uit het goed te Lyntvelde onder Groenlo, 1480, 1 charter. (Zie reg. nr. 646).
N.B. Evert van Diepenbroick behoorde tot de ridderschap van Borculo. Zie ‘Gelre’, XXVII, blz. 229).
327. Brief, waarbij Derick Smedes aan Albert Zuyderhuys losrecht verleent op een rente uit de hof te Lintvelde, 1502. 1 charter. (Reg. nr. 789).
328. Akte, waarbij Berendt Abbynck en Tonis Geverinck verklaren, de koopsom van de helft van het goed Reyerinck in de buurschap Zwolle nauwgezet te zullen voldoen, 1662. 1 stuk.
329. Rentebrief, door de weduwe van Evert van Diepenbroick gevestigd op het goed Tongerloe in de buurschap Vragender; en brief, waarbij haar door Gheert Hemekynck losrecht op deze rente wordt verleend, 1484, 2 charters. (Zie reg. nrs. 669 en 670).
330. Eigendomsbewijs van een tuin onder Groenlo, binnen de dijk van Borculo gelegen, verkocht door Henrik de Lecker aan Willem Blomen, 1409. 1 charter. (Zie reg. nr. 316).
N.B. Dit charter is voorzien van het oudst bekende, maar licht beschadigde zegel van de stad Borculo. Dit charter is ook belangrijk, omdat het melding maakt van de dijk te Borclo, waarin we wel de naamgever van de latere buurschap Dijcke of Dijkhoek moeten zien. Temeer, daar melding gemaakt wordt van ligging binnen het kerspel Gronlo. Ook uit laat zestiende eeuwse bronnen is bekend dat goederen in de Dijkhoek, ten zuiden van de Leerinkbeek, aangeduid werden als liggend in het kerspel Groenlo (BtVw). Transcriptie.
331. Akte, waarbij Deryck van Gheent aan Aleyt van Bermtloe losrecht verleent op een rente uit het goed te Hoente onder Neede, 1490. 1 charter. (Zie reg. nr. 705).
332. Eigendomsbewijs van een stuk land, het ‘Rot’ in de buurschap Gelselaar, door Gerd Bullick verkocht aan Henrik te Laerberge, 1447. 1 charter. (Zie reg. nr. 471).
333. Rentebrief, door Luyken te Mentfelde ten behoeve van het Minderbroedersklooster te Deventer gevestigd op het goed Palsterbarch onder Lochem, 1522, 1 charter. (Zie reg. nr. 918).
334. Akte van ruil tussen Godefridus Volenspit en Otto de Ahus, van de huizen te Estene en ten Holte, respectievelijk onder Alen en Walstede, 1319. 1 charter. (Zie reg. nr. 23).
335. Akte, waarbij Baldwinus heer van Steinfurt zijn dienstmansgoed de Brinke – gelegen in het kerspel Dinkesberne in het rechtsgebied van Hermannus van Loon – overdraagt aan Wescelus zoon van Alsten te Bocholt, 1281. 1 charter. (Zie reg. nr. 8).
336. Eigendomsbewijs voor Erp van Rene van de tienden van den Lohus in de buurschap Harhem onder Nyenkercken, verkocht door Cord Copes, 1379. 1 charter. (Zie reg. nr. 181).
337. Brief, waarbij Wolter van Erlo aan Ludiken van Twiclo en Johan van Vorden het recht van wederinkoop verleent van de tienden op bezittingen in de buurschappen Dodinckweerden. Lunten en Amelo onder Vreden, 1370. 1 charter. (Zie reg. nr. 140).
338. Akte, waarbij Herman Helmertynck aan Arnd van der Becken en Otto van Toeven losrecht verleent op een rente uit de goederen Hemsynck en den Everskamp, 1508. 1 charter. (Zie reg. nr. 839).
339. Eigendomsbewijs voor Bernt ten Oldenhuse van een stuk land “de Storuxkamp” geheten, aan hem verkocht door zijn kinderen, 1527. 1 charter. (Zie reg. nr. 954).
340. Akte, waarbij Johan Plaet een rente vestigt ten behoeve van Wichman Smedynck, 1478. 1 charter. (Zie reg. nr. 627).
2. Stukken betreffende nalatenschapskwesties
341. Akte, waarbij broer en zusters van wijlen Henrik de Wilde geheten van Ghent, ten behoeve van diens weduwe, afstand doen van hun aanspraken op zijn nalatenschap, 1445. 1 charter. (Zie reg. nr. 459).
342. Akte, waarbij Johan Goderdes ten gunste van zijn zwager Lubbert ten Sprenkeller afstand doet van de aanspraken op de erfenis van zijn schoonouders, 1471. 1 charter. (Zie reg. nr. 594).
343. Akte, waarbij Margriet Eversdochter van den Pol ten gunste van haar neef Evert Groothuys afstand doet van haar aanspraken op de erfenis van wijlen haar broer Geryt, 1480. 1 charter. (Reg. nr. 642).
344. Akte, waarbij de echtelieden Grete en Johan Boempts hun bezittingen vermaken aan hun dienstmaagd Assele Stegekens, 1491. 1 charter. (Zie reg. nr. 714).
345. Akte, waarbij Sondach van Munster en Herman van Velen ten gunste van Evert Groessen afstand doen van hun aanspraken op de erfenis van wijlen meester Johan Groessen, 1498. 1 charter. (Zie reg. nr. 764).
3. Stukken betreffende horige lieden.
346. Akte, waarbij de heer Solms een horige overdraagt aan Albert van den Hoenhove, 1370. 1 charter. (Zie reg. nr. 139).
347. Akte, waarbij Steven van Netelhorst een horige overdraagt aan Albert van Lochusen, 1381. 1 charter. (Zie reg. nr. 187).
348. Akte, waarbij Gerd van Keppel een horige overdraagt aan de schout Egbert Hesselinck, 1398. 1 charter. (Zie reg. nr. 285).
349. Akten betreffende vrijlating van horigen, respectievelijk door Evert van Sculenborch en Ernst van der Horst, 1269, 1377. 2 charters. (Zie reg. nrs. 135 en 176).
350. Akten betreffende vrijlating van horigen door het St.-Walburgkapittel te Zutphen, 1425, 1523. 2 charters. (Zie reg. nrs. 372 en 919).
4. Stukken van verschillende aard.
351. Brief, waarbij Engelbert Vyrdach met anderen belooft Johan van Twickel wegens borgstelling schadeloos te zullen houden, 1471. 1 charter. (Zie reg. nr. 592).
352. Akte, houdende afwijzing van een appèl door Johan ten Weghe, aangetekend tegen een uitspraak gedaan namens de heer van Borculo, 1492. 1 charter. (Zie reg. nr. 727).
353. Schepenakte van Groenlo betreffende een ingestelde rechtsvervolging tegen twee personen, die zich aan plundering en brandschatting in verschillende kerspelen hebben schuldig gemaakt. 1499. 1 stuk. (Zie reg. nr. 769).
354. Huwelijkscontract tussen Gert te Roskamp en Lize dochter van Johan schulte van de hof te Huppel, 1521. 1 charter. (Reg. nr. 911).
355. Getuigenverklaring van ingezetenen van de buurschap Rekken over de landweer in het kerspel Neede, 1570. 1 katern.
356. Specificatie van de gemeenschappelijke burenschuld van de ingezetenen van de buurschap Gelselaar, 1599. Afschrift. 1 stuk.
357. Verpondingsboek van Neede, 1802.
358. Verpondingsboek van Beltrum, 1802.
359. Register van ontvangst van verponding van Geesteren, 1802-1805.
360. Register van ontvangst van verponding van Neede, 1802-1805.
361. Register van ontvangst van verponding van Eibergen en Rekken, 1802-1805.
362. Alfabetisch register op de registers sub inv. nrs. 359-361.
5. Aanhangsel
Stadsrekeningen van Borculo, 1606, 1612, 1613, 1629, 1643/1644, 1645/46, 1646/1647, 1689, 1726, 1727, 1736-1741, 1743, 1744, 1747-1752, 1760, 1791, 1793
- 363. 1606-1727. 1 pak
- 364. 1736-1793. 1 pak
Ingebonden stadsrekeningen van Borculo, 1665, 1670, 1681-1710, 1712-1720, 1722, 1723, 1728-1739, 1742-1776
- 375. 1665-1729. 1 band
- 377. 1730-1776. 1 band
365. Rekeningen van het gasthuis te Borculo, 1628, 1632. 2 katernen.
Rekeningen van de provisoren van Borculo, 1665, 1681-1708, 1710, 1712-1723, 1728-1739, 1742-1770, 1772-1776
- 378. 1665-1708. 1 band
- 379. 1710-1749. 1 band
- 380. 1750-1776. 1 band
Kerkmeestersrekeningen, 1797-1815
- 366. Eibergen, 1801-1803; met bijlagen. 1 omslag
- 367. Geesteren, 1797-1803, 1809-1815. 2 katernen
- 368. Neede, 1800-1802, 1803-1805. 2 katernen
- 369. Rekken, 1797-1803. 1 katern
370. Uittreksel uit de rekening van de geestelijke goederen van de stad Borculo, Geesteren, Gelselaar, Neede, Eibergen, Rekken, Lichtenvoorde en Groenlo, 1741-1742. 1 katern.
371. Register van in te vorderen bedragen door de wachtmeester Gerhard Bröking uit de voogdijen van Beltrum, Geesteren, Neede en Eibergen, 18e eeuw. 1 katern
372. Publikatie van de executie van zekere onderpanden, bestaande uit de helft van het goed Esselink en eenvijfde van het goed Lieftink in de voogdij Geesteren, gevestigd door wijlen Armgard Mullers, wed. Meijling, 1711. 1 stuk.
373. Akte van ontslag van Bernardus Onink als voorzanger en schoolmeester te Eibergen wegens aanvaarding van dezelfde functies in Groenlo, 1752. 1 stuk.
374. Akte van belening van dr. Hendrick Temminck ten behoeve van Hendrick Droste, heer tot Visschering etc. met eenzesde deel van het huis Middachten c.a., leenroerig aan Gelre, 1662; authentiek afschrift, 1663. 1 stuk
376. Afschriften van ingekomen brieven bij de heer van Borculo, 1701-1773. 1 band