Ik kies de beemden en ’t geboomt,
Daer ’t versche water lieflijk stroomt,
Daer zet ik neer, om wat te rusten,
Of ga al wandlend mij verlusten
En sie in vreugd mijns herten dan
Het schoon gebouw des hemels an.
(Willem Sluiter, 1627-1673)
Inleiding
De rivier de Berkel is erg bepalend geweest voor de geschiedenis van met name de stad Borculo en Eibergen. De heer van Borculo had zeker twee watermolens op de Berkel, namelijk in Borculo en Olden Eibergen. Beide worden niet vóór 1500 vermeld. Daarnaast had de heer van Mallem een watermolen in de gelijknamige buurschap, die al in de middeleeuwen werd genoemd. De heer van Mallem was echter een leenman van de heer van Borculo. Laatstgenoemde eigende zich ook het waterrecht als een heerlijk recht toe. De oudste watermolen op de Berkel is die van de hof te Vaarwerk in Olden Eibergen, die in 1188 genoemd wordt. De enige nog bestaande watermolens op de Berkel zijn die te Borculo en te Mallem. De betekenis van de watermolens voor stad en heerlijkheid Borculo heeft zijn neerslag gevonden in het logo van de nieuwe gemeente Berkelland, waarin een waterrad is opgenomen.
De Berkel was een rivier van uitersten. Met moeite was hij soms bevaarbaar te maken en dat niet eerder dan circa 1600. De oprichting van twee Berkelcompagnieën heeft economisch niet veel zoden aan de dijk gezet, maar is wel medebepalend geweest voor de romantiek rond de Berkelscheepvaart. In 2004 is in Eibergen een reconstructie gemaakt van het rond 1770 vermeldde haventje met hijskraan (naar een 19de eeuws Lochems voorbeeld). Overigens werd die romantiek in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw veel geweld aan gedaan door de derde Berkelverbetering, die de rivier op veel plaatsen het aanzien van een kanaal gaf. Hieronder de situatie tussen Haarlo en Eibergen (vanaf de Stokkersbrug).
De Berkel als naamgever
In het Berkeldal zijn veel boerderijen te vinden met het element “beek”. In Olden Eibergen is er een boerderij Beezebekke (Biezebeek) en in Haarlo was er een boerderij Overbekkink, In Rekken bestond ooit de boerderij Meerbekke. Zelden is de Berkel naamgever geworden van een stuk grond. De benaming Berkeles voor een deel van de Geesterense Es (notabene niet grenzend aan de Berkel), is wel een uitzondering. Pas in de twintigste eeuw werd de Berkel bron van inspiratie voor vele projecten zoals de voormalige electriciteitsmaatschappij De Berkelstreek (gevestigd in Borculo, bijna ook naam van de nieuwe gemeente), de wijk Berkellanden en de straatnaam Berkel Esch (overigens historisch onjuist) in Eibergen, Overberkel voor het industrieterrein in Borculo, Berkelpalace voor een horecagelegenheid bij de Hambroekplas in Borculo, Berkelstad (Borculo), Berkelstadradio (voormalige lokale zender Borculo), Berkelland FM (voormalige lokale omroep Eibergen, Neede). Voorlopig hoogtepunt is wel de benaming voor de nieuwe gemeente Berkelland, die een fusie is van de gemeenten Borculo, Eibergen, Neede en Ruurlo. Gezegd moet echter worden dat Ruurlo grotendeels niet in het stroomgebied van de Berkel ligt en ook historisch geen banden met deze rivier heeft.
Enkele oude schrijfwijzen:
1282-1306: Bercle (Coesfeld)
1316: Bercle (Coesfeld)
1322: Bercla (Vreden)
1354: an der Bercle (Vreden)
1363: Berclo (Coesfeld)
1422: die Berkel (Zutphen)
1465: Berckel (Zutphen)
1481: Berckel (Vreden)
ca. 1540: Berckel (Lochem)
In het dialect:
In het (Eibergse) dialect wordt de Berkel steevast de Bekke (beek) genoemd. Maar dit is bepaald geen uniek gegeven. Onder Vreden heet ze “die Bääke”. Iedereen die in de buurt van een beek woonde noemde die de bekke. Minder vaak wordt de rivier de Barkel genoemd.
Betekenis van de naam
“Berkel” is de officiële naam in Nederland en Duitsland. Het is een zelfstandig naamwoord van het vrouwelijk geslacht. In het algemeen wordt de naam afgeleid van het Germaanse woord “birko”, dat in het middelnederduits als “berk” werd geschreven. Het had de betekenis van berk (berkenboom), Etymologisch wordt het woord verklaard als “helder, licht, dus de lichte, met de lichte stam”. Nu is het onwaarschijnlijk dat de rivier genoemd is naar de berkenboom of berkenbossen, die hier niet massaal voorkwamen. Eerder zou een verband gezocht moeten worden met de kwaliteiten van het water dat er door stroomde en dat associaties opriep met de bast van de berk: helder en licht. De uitgang -el komt in oude Europese riviernamen vaak voor, zodat we daar geen bijzondere betekenis aan hoeven te hechten.
Een tweede optie is een vernoeming naar de buurschap Borclo tussen Haarlo en Geesteren, waarnaar de heren van Borculo zich hebben genoemd en waaraan ook Borculo zijn naam te danken heeft. Voor deze optie pleit dat de Berkel deels een door mensenhand gevormde rivier is. Tussen Haarlo en de Borculose watermolen is ergens in de Middeleeuwen een nieuwe Berkeltak gegraven, juist door de buurschap Borclo, langs het kasteel Borculo tot de verbinding met de benedenloop van de oude Grolse Beek, beneden de Borculose watermolen.
De Berkel in documenten
Het stroomgebied van de Berkel werd voor het eerst nauwkeurig vastgelegd door Willem Staring, die in 1845 in opdracht van Gedeputeerde Staten van Gelderland het Verslag over den toestand der Berkel en ontwerp tot verbetering van die rivier . Op één van de kaarten, die als bijlage bij het boek verschenen, is het stroomgebied weergegeven met de gebieden die in maart 1844 overstroomden. Op de kaart is het stroomgebied grof gearceerd en de overstroomde gebieden zijn fijn gearceerd. Hoe bedreigend dat water voor Borculo was, blijkt uit bijgaand “Naauwkeurig verslag van den Berkelvloed in de maand october 1843 in de gemeente Borculo”, waargenomen door de burgemeester.
De Berkelzomp
In 1843 bracht W.C.H. Staring in opdracht van de Staten van Gelderland de beken en watergangen in Oost-Gelderland in kaart. Op 2 december van dat jaar was hij in Zutphen waar hij de afmetingen en inhoudsmaat van een daar liggende Vredense Berkelzomp opnam. Het was een scheepje van acht ton. Hoe hoger stroomopwaarts het scheepje moest varen, hoe kleiner de inhoud kon zijn. De Vredense Berkelzomp kwam later terecht op de grote tekeningen van het stroomgebied van de Berkel en werd daardoor de basis van de in 1989 herbouwde Berkelzomp, de Jappe genaamd.
Literatuur:
- H. Hagens, Molens, Mulders, Meesters. Negen eeuwen watermolens in de Gelderse Achterhoek, Salland en Twente (Hengelo Ov. 1979);
- Hermann Terhalle, Die Berkelschiffahrt in der Wirtschaftsgeschichte des niederländisch-westfälischen Grenzraumes (Vreden 1990);
- G.J. Schutten, Varen waar geen water is. Reconstructie van een verdwenen wereld. Geschiedenis van de scheepvaart ten oosten van de IJssel van 1300 tot 1930 (Hengelo Ov. 1981).
- B.H.M. te Vaarwerk, De Berkel en haar waterschap. Een bijdrage aan de geschiedenis van de Afdelingen van het Waterschap van de Berkel, 1882-1950 (Eibergen 1997). Een uitgave van de Historische Kring Eibergen.
- Borklose Maote, no. 35 (maart 2012), Themanummer van de Historische Kring Borculo over de Berkelscheepvaart naar aanleiding vanhet 25-jarig bestaan van de Stichting Berkelzomp.
Foto’s