Dat Lochem ‘diamanten’ had wisten we al, maar in het jaar 1598 kreeg de Lochemse wachtmeester, François Ballochi, van het Hof van Gelderland een ‘acte van de eerste inventie’, een patent voor de (uit)vinding van zilver in de omgeving van Lochem.
Goud- en zilvermijn bij Lochum.
Francois Balochy, wagtmeester te Lochem, in den Raad praesenterende een doos met een aardmijn van goud ende zilver, die hij zeide gevonden te hebben omtrent Lochem, met attest van den gezworen Munsterschen waerdyn, dat daarvan een proef gemaakt en bevonden heeft in 100 pond 25 lood zilver; hebbende ook eenige soorten van die aarde aan de muntmeester deser landschap gezonden om te proberen. Verzoekende dat dit alles te boek moge worden gebragt en hem verleent een acte van de eerste inventie en praesentatie. Is geaccordeert, 12 july 1598.
Ballochi had naam gemaakt als bevelhebber van het Staatse garnizoen in Lochem, dat in 1590 het verraad van Lochem door in hooiwagens verstopte Spaanse soldaten in de kiem wist te smoren. Hij was in de jaren ’90 op economisch terrein ook actief door de verbetering van de Berkel te stimuleren ten behoeve van de bevaarbaarheid. Daartoe overlegde hij ook met de regering van Münster, onder wier gezag de nabij gelegen Heerlijkheid Borculo op dat moment nog viel. De aanwezigheid van Münsterse functionarissen in het nabijgelegen Borculo, verklaart ook de betrokkenheid van een van hen bij het testen van de zilveraarde.