Categoriearchief: Werkverschaffing

Berkellopen

Het in december 2015 gebouwde nieuwe vonder over de Nieuwste Berkel bij Eibergen. Op de achtergrond het ‘Witte Huuske’, dat ook voorkomt op een foto over de opening van de nieuwe Berkeltak in 1935 (foto: auteur)

De bouw van een tweetal nieuwe vonders over respectievelijk de Oude Berkel en de Nieuwste Berkel bij Eibergen was reden om tussen die bruggen een markensteen te plaatsen. Zo ongeveer op deze plek komt de hele geschiedenis van drie Eibergse Berkellopen bij elkaar. Sinds de oprichting van het Waterschap van de Berkel in 1882, hebben bij Eibergen rigoureuze veranderingen plaats gevonden, die met elkaar gemeen hadden, dat de Berkel steeds verder van het dorp kwam te liggen. Het thema van de tekst op het informatiebord bij de markensteen is dan ook ‘drie-Berkellopen-knooppunt’. Met behulp van oude kaarten, foto’s en een technische tekening wil ik de geschiedenis van die Eibergse Berkel toelichten.

De loop van de Berkel in 1882 bij Eibergen, vóórdat begonnen werd met de Eerste Berkelverbetering. De huidige Oude Berkel, tussen Oude en Nieuwe Maat, volgt nog delen van dit oorspronkelijke tracé. Rechts op de kaart is te zien dat de Berkel ter hoogte van de huidige aula en Openluchttheater, bijna haaks afboog naar het westen. Een slootje tussen Openluchttheater en Oranjerie herinnert er nog aan
De loop van de Berkel in 1882 bij Eibergen, vóórdat begonnen werd met de Eerste Berkelverbetering. De huidige Oude Berkel, tussen Oude en Nieuwe Maat, volgt nog delen van dit oorspronkelijke tracé. Rechts op de kaart is te zien dat de Berkel ter hoogte van de huidige aula en Openluchttheater, bijna haaks afboog naar het westen. Een slootje tussen Openluchttheater en Oranjerie herinnert er nog aan. Vergelijk de luchtfoto uit 1934, verderop in dit blog. (Archief WRIJ)


Drie Berkelverbeteringen

Sinds de oprichting van het Waterschap  in 1882 zijn er drie grote Berkelverbeteringen geweest:

  • 1882-1900, eerste Berkelverbetering. Voor het onderhavige stuk bij Eibergen betekende deze vooral afsnijding van bochten en verbreding van de rivier;
  • 1920-1963, tweede Berkelverbetering, die de eerste grote omlegging bij Eibergen tot gevolg had. De Berkel kreeg bij Eibergen in 1934 een nieuwe loop tussen de Nieuwe Brug in de (huidige) N18 of Haaksbergseweg en de spoorbrug in de lijn Winterswijk-Neede;
  • 1963-1977, derde Berkelverbetering, die c.a. 1970 opnieuw tot een omlegging leidde (‘Nieuwste Berkel’). De Berkel werd een stukje verder naar het noorden verplaatst, bovendien werd hij flink verbreed. Vanaf de Nieuwe Brug tot voorbij de spoorlijn, waarin een geheel nieuwe betonnen spoorbrug werd gebouwd, kreeg de rivier een nieuw bed. In dat bed stroomt de rivier nog steeds.

Bij al die veranderingen bleef een restant van de oorspronkelijke Berkelloop direct ten noorden van Eibergen min of meer intact, hoewel deze werd afgesloten van latere Berkellopen. In latere jaren werd de Ramsbeek, die oorspronkelijk ten oosten van de Haaksbergseweg in de Berkel uitmondde (zie Waterschapskaart 1882), doorgetrokken onder die weg en aangesloten op de oude Berkeltak, die daardoor ten onrechte soms ook ‘Ramsbeek’ werd genoemd. Een van de nieuwe aansluitingen is nog te zien op de luchtfoto uit 1934. De verlengde (Oude) Ramsbeek, die thans nog te vinden is op de Oude Maat, is van recenter datum. Hij loost nu d.m.v. een duiker op de Oude Berkel.
Ten westen van de Stoombleekerij ligt nu industrieterrein de Mors, indertijd nog behorend tot de buurschap Mallem, omdat de Berkelloop van 1828 de grens vormde tussen Eibergen en Mallem en tussen Olden Eibergen en Mallem. De huidige vijver op dat industrieterrein is een herinnering aan de oorspronkelijke Berkelloop. De oever daar heet niet voor niets de ‘Hoge Oever’. De Oude Berkel van 1832  was de grens tussen Eibergen en Mallem. Dat betekent dat het Wandelpark de Maat, nu ook wel ‘Oude Maat’ genoemd, bij Eibergen hoorde, en de ‘Nieuwe Maat’ in zijn geheel bij Mallem. Op de nieuwe markenstenen is dat te zien, doordat het wapen van de heer van Mallem aan de zijde van de Nieuwe Maat staat, en dat van de heer van Borculo aan de zijde van de Oude Maat.

Markensteen op de rand van de Nieuwe Maat in Eibergen, Borculozijde. Op de achtergrond de nieuwbouwwijk 'Op de Bleek', die op de plaats gekomen is van de textielfabriek van Ten Cate, de latere KTV.
Markensteen op de rand van de Nieuwe Maat in Eibergen, Borculozijde. Op de achtergrond de nieuwbouwwijk ‘Op de Bleek’, die op de plaats gekomen is van de textielfabriek van Ten Cate, de latere KTV.

Industrie
Op de Waterschapskaart uit 1882 is al goed te zien dat de Eibergse industrie zich op de oevers van de Berkel vestigde. Van oost naar west:

  • de textielfabriek van Bouquié, die in 1834 op de noordelijke oever in Mallem werd gebouwd. Over deze fabriek heb ik al eerder geblogd. Binnenkort volgt nog een blog over de roerige beginfase van de N18 in Eibergen rond de bouw van de Nieuwe Brug in 1837;
  • de ‘Lederfabriek’ van Prakke aan de (latere) Fabrieksstraat en in een omgeving waar vanouds al leerbewerking plaatsvond. Het toponiem ‘de Koem’ herinnert daar nog aan. Van het fabriekscomplex resteert alleen nog het kantoor, dat verbouwd is tot woonhuis;
  • de ‘Stoombleekerij’ van Ten Cate, die al vóór 1850 op de Eibergse Mors gevestigd werd. Het complex stond tot voor enkele jaren bekend onder de naam KTV, en is inmiddels, op enkele monumentale delen na, geheel gesloopt. Nu wordt er de fraaie woonwijk ‘Op de Bleek’ gebouwd.

De Eibergse grootindustrie in 1934 of eerder. Over de huidige Nieuwe Maat gezicht op de leerfabriek van Prakke en de textielfabriek van Ten Cate. De schoorsteen van deze fabriek is nog terug te vinden in de woonwijk die daar ter plaatse gebouwd wordt. [Fotocollectie WRIJ].
De Eibergse grootindustrie in 1934 of eerder. Over de huidige Nieuwe Maat gezicht op de leerfabriek van Prakke en de textielfabriek van Ten Cate. De schoorsteen van deze fabriek is nog terug te vinden in de woonwijk die daar ter plaatse gebouwd wordt. [Fotocollectie WRIJ].
 De Berkel, zo dicht bij het dorp (of stadje, als we het hebben over de periode vóór 1795), moet vaak een bedreiging hebben gevormd. Toch lees je pas veel over grote overstromingen in de negentiende eeuw, toen de marken werden ontgonnen, veengebieden verdwenen en dus het water via volstrekt ongeschikte beken afgevoerd moest worden. Een pand dat haast permanent met die waterdreiging te maken moet hebben gehad, was het eeuwenoude Wehmererve bij de kerk van Eibergen. Men mag er gevoeglijk van uit gaan dat dit goed bij de stichting van de Eibergse kerk is meegegeven met het doel dat de inkomsten eruit aan de pastoor ten goede kwamen. Tot dit goed behoorden o.a. de Wehmermaat (de huidige Oude Maat), de Wehmerkamp en de Wehmerhof, zodat de landerijen op de linkeroever van de hier wel heel scherpe bocht in de Berkel lagen. In 1616, toen het Wehmererve als gevolg van de doorvoering van de kerkhervorming kwam te behoren tot het Geestelijk Rentambt Borculo, moest de rentmeester geld uittrekken voor het maken van kribben in de Berkel. Hij schrijft:

‘Alzoo desen rentmeister in octobri des jaers 1616 gereist was mit voorweeten sijner heeren, om eenige besichtinge van landen te doen, ende onder anderen bevonden hebbende dat tho Eijbergen tegens Pastorscamp eenige ritse opten Berckel ende het bijgelegen vicarieen weydelant diende gelecht, soo ist, dat hij rentmeister, om die meeste costen tho sparen, den borgemeister Bloem tho Eijbergen tott het leggen van dese cribbe offte ritse op seeckere geistlijcke goederen heefft genoeten sesthondert elsbossen ende tweethondert palen. Ende is volgens met denselven avercomen vanwegen het arbeitslhoon voor derthyn carolusguldens mit believen van d’heeren gedeputierden, vermoge ordonnantie van 6 februarii 1617, slaende op Bitter tho Nijenhuijs, des voorss. burgemeisters schoensoon, ende quitantie dus hyr: 13 carolusgulden.’

Ook in 1703 volgde nog een klacht over de voortdurende bedreiging door de ‘stercke stroom van de Barckel’, waardoor het land van de pachter (de ‘Whemer’)  van het Wehmererve jaarlijks veel schade leed. Dominee Imminck, de verpachter, verzocht gedeputeerden dan ook om nieuwe kribben aan te leggen om verdere schade te voorkomen.

Het Wehmererve, dat stond op de plek van de huidige Openbare Bibliotheek, lag nagenoeg aan een bijna haakse bocht in de Berkel.  Vermoedelijk is bij de Eerste Berkelverbetering ook de bocht wat meer naar het westen verlegd. Een sloot tussen het Openluchttheater en de Oranjerie en aula herinnert waarschijnlijk nog aan deze oorspronkelijke loop.

De gronden op de Nieuwe Maat behoorden volgens de kadastrale opmeting van 1828 bijna allemaal tot het erve Vunderink. De Wehmermaat was (oorspronkelijk)  weidegebied, de landerijen van ’t Vunderink bestonden afwisselend uit bouw- en weidelanden, zoals op bijgaande (primitief ingekleurde) bewerking van het kadastrale minuutplan van 1828 te zien is. Wat de inkleuring ook duidelijk maakt en wat bevestigd wordt door de aan het eind van dit blog opgenomen luchtfoto’s, is dat de eerste Berkelomlegging door het lagere, in het midden van de landerijen van ’t Vunderink gelegen weidegebied gegraven is. Een bijzonderheid is het nog duidelijk aanwezige kerkpad tussen de landerijen van ’t Vunderink door richting het door de Mark van Mallem te onderhouden Hoge Vonder (rechts op het kaartje)  over de Berkel bij Eibergen. Een deel van het kerkpad is nog navolgbaar op het huidige golfterrein.

De landerijen behorend bij het erve Vunderink, volgens het kadastraal minuutplan van 1828. Groen = weiland; bruin-geel = bouw- of akkerland, paars= 't erve Vunderink. Baron van Mulert, heer van Mallem, was ook eigenaar van 't Vunderink. Het overgrote deel van de huidige Nieuwe Maat behoorde tot 't Vunderink en lag (dus) op Mallems grondgebied.
De landerijen behorend bij het erve Vunderink, volgens het kadastraal minuutplan van 1828. Groen = weiland; bruin-geel = bouw- of akkerland, paars= ’t erve Vunderink. Baron van Mulert, heer van Mallem, was ook eigenaar van ’t Vunderink. Het overgrote deel van de huidige Nieuwe Maat behoorde tot ’t Vunderink en lag (dus) op Mallems grondgebied.

De Eerste Berkelverbetering was niet erg succesvol. De rivier bleef met enige regelmaat buiten zijn oevers treden. De voortgaande ontginning van voormalige markengronden bleven zorgen voor versnelde afvoer van water naar te smalle en kronkelige beken. De Tweede Berkelverbetering werd in gang gezet. Deze werd mogelijk toen als gevolg van de economische crisis van de jaren ’30, met zijn massale werkloosheid en armoede,  het instrument van de werkverschaffing ingezet kon worden.  Ook in Eibergen, getuige dit krantenbericht:

Bericht in de Graafschapbode van 13 april 1934 over de inzet van werkelozen voor de Berkelomlegging bij Eibergen (via Delpher)
Bericht in de Graafschapbode van 13 april 1934 over de inzet van werkelozen voor de Berkelomlegging bij Eibergen (via Delpher)

In de zomer van 1934 was het een gekrioel van te werk gestelde werkelozen om in een half jaar tijd met schop en kruiwagen een nieuwe Berkelloop bij Eibergen aan te leggen. Deze foto toont de werkzaamheden ter hoogte van de textielfabriek van Ten Cate.

De Tweede Berkelverbetering bij Eibergen in uitvoering. Op de achtergrond de textielfabriek van Ten Cate (fotocollectie WRIJ)
De Tweede Berkelverbetering bij Eibergen in volle uitvoering. Op de achtergrond de toren van de Hervormde kerk (fotocollectie WRIJ)
Werkverschaffing Berkelomlegging Eibergen: aan het werk met de kruiwagen. Er is er nog eentje bewaard gebleven in de collectie van het Waterschap Rijn en IJssel te Doetinchem. (fotocollectie WRIJ en auteur)
Werkverschaffing Berkelomlegging Eibergen: aan het werk met de kruiwagen. Er is er nog eentje bewaard gebleven in de collectie van het Waterschap Rijn en IJssel te Doetinchem. (fotocollectie WRIJ en auteur)

Wordt het niet eens hoog tijd, beste Eibergenaren, om deze zwoegers op een of andere manier zichtbaar te vereeuwigen op een plaquette ergens aan de route? De klus bij Eibergen lijkt toch ook al als een strafexpeditie beschouwd te zijn, getuige een bericht in het socialistische dagblad Het Volk van 10 juni 1933:

Artikel in Het Volk van 10 juni 1933 (via Delpher)
Artikel in Het Volk van 10 juni 1933 (via Delpher)

De Berkelomlegging werd op 10 oktober 1934, een half jaar nadat met de werkzaamheden begonnen was, feestelijk in gebruik genomen. Oud-burgemeester Wilhelm, de man die toch al zoveel Eibergse grote projecten had geïnitieerd, kreeg de eer de dam door te steken. Dat moet ongeveer gebeurd zijn op de plek waar de huidige Oude Berkel zich afsplitst van de Nieuwste Berkel.

Voltooiing van de Berkelomlegging bij Eibergen, 10 oktober 1934 (fotocollectie WRIJ).
Voltooiing van de Berkelomlegging bij Eibergen, 10 oktober 1934 (fotocollectie WRIJ).

Naar het westen toe, ontstond onderstaand gezicht op de nieuwe Berkel:

De nieuwe Berkel bij Eibergen, vanaf 10 oktober 1934. Op de achtergrond de textielfabriek van Ten Cate (KTV) (fotocollectie WRIJ)
De nieuwe Berkel bij Eibergen, vanaf 10 oktober 1934. Op de achtergrond de textielfabriek van Ten Cate (KTV) (fotocollectie WRIJ)

Deze nieuwe Berkeltak heeft nog geen 40 jaar bestaan. Voortdurende overstromingen maakten een derde Berkelverbetering noodzakelijk. De Berkeltak bij Eibergen, die door honderden werkelozen in het kader van de Werkverschaffing met de hand was uitgegraven, is nagenoeg volledig gedempt met het zand dat afkomstig was uit de opnieuw bredere, iets ten noorden van de eerste omlegging, gegraven Nieuwste Berkel. Bij bepaalde weersomstandigheden kan men in de Nieuwe Maat het bed van de eerste omlegging nog volgen. Op bijgaande luchtfoto’s uit 1934 en 1950 zijn respectievelijk de oude situatie (van vóór de eerste omlegging) en de omlegging zelf te volgen.

Details uit luchtfoto's van Eibergen, 1950 (boven) en 1934 (onder). Op de bovenste foto is de eerste omlegging te zien, op de onderste foto is de oude loop te volgen, met de latere verlenging van de Ramsbeek over de Maat.
Details uit luchtfoto’s van Eibergen, 1950 (boven) en 1934 (onder). Op de bovenste foto is de eerste omlegging te zien, op de onderste foto is de oude loop te volgen, met de latere verlenging van de Ramsbeek over de Maat.

De bovenste luchtfoto laat zich goed vergelijken met het onderstaande (onderste) topografische kaartje uit 1935. Het bovenste kaartje geeft de situatie in 1974 weergegeven, dus na de tweede Berkelomlegging. Duidelijk is op de jongste kaart ook te zien, dat de in 1934 verlegde Verlengde Oude Ramsbeek (die toen nog een aansluiting kreeg op de Berkel) omstreeks 1970 werd aangesloten op de Oude Berkel.

Details uit topografische kaarten van Eibergen, 1974 (boven) en 1935 (onder).
Details uit topografische kaarten van Eibergen, 1974 (boven) en 1935 (onder).

Tenslotte een technische tekening van de Nieuwste Berkel uit 1967, met daarbij nog de loop van de eerste omlegging van 1934 en de aansluiting van de Verlengde Oude Ramsbeek op de Oude Berkel. De tekening geeft de drie Berkellopen weer tussen de Nieuwe Brug en de KTV (Op de Bleek). De oude loop, die op de tekening verbonden wordt met de Verlengde Ramsbeek, is nog net zichtbaar op de plek waar hij weer afbuigt naar het zuiden. Op grond van deze tekening kun je stellen dat de nieuwe markensteen in de volledig gedempte bedding van de eerste omlegging uit 1934 staat.

Technische tekening van de lopen van de Nieuwste Berkel (1967 en later) en de eerste omlegging van 1934. (Archief WRIJ).
Technische tekening van de lopen van de Nieuwste Berkel (1967 en later) en de eerste omlegging van 1934. (Archief WRIJ).

Bennie te Vaarwerk