Een tijdje geleden tweette ik het volgende:
Het plaatje van de schildering van de man met (vermoedelijk) een hoofddeksel, liet me niet los. Nu bevatten de middeleeuwse kerken wel meer raadselachtige figuren die weinig met de daarin beoefende religie te maken hebben (gehad). Maar deze schildering – eigenlijk kun je beter spreken over een eenvoudige tekening – zou heel goed een verwijzing kunnen zijn naar de schilder die de lijnen in de gewelven heeft aangebracht. Daarmee zou de figuur een verwijzing kunnen zijn naar deze ‘lijnentrekker’. Een portret mag je het zeker niet noemen. Achteraf had ik het ook wel kunnen weten. In de gewelven zijn drie dikke lijnen te zien: de beide buitenste lijnen zijn roodbruin en de middelste lijn is zwart. Deze zwarte lijn is geschilderd over een dun zwart lijntje, een werkwijze die wel meer voorkwam bij (kerk)schilders. Ik denk dat het volgende gebeurd is:
De schilder was bezig om de dikke zwarte lijn aan te brengen in het gewelf van de noordbeuk boven de buitendeur. Tijdens het aanbrengen van die lijn moet hij zich bedacht hebben: ‘dit is mijn kans om voor de eeuwigheid vastgelegd te worden’. Een beetje brutaal, maar er zijn, zoals gezegd, in die oude kerken wel veel meer figuren te vinden die met religie weinig van doen hebben. De schilder is dat niet eerder van plan geweest, want de roodbruine lijn links loopt door het hoofddeksel, zij het, dat dat die lijn aan de onderkant van het hoofddeksel nagenoeg niet waarneembaar is. Hij heeft dus naar mijn idee het overschilderwerk van de dunne lijn onderbroken om er zijn hoofd te schilderen. Dat kun je zien omdat de dunne lijn door het hoofddeksel loopt, de dikke lijn eindigt aan de onderkant van het hoofddeksel en wordt aan de bovenzijde weer opgepakt en voortgezet.