Categoriearchief: Stad, ambt en heerlijkheid Lichtenvoorde

Overdracht archieven

Vorige week al maakte het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers bekend dat het in het kader van de overdracht van daartoe in aanmerking komende archieven veel bestanden hebben overgenomen van het Gelders Archief.  Vandaag volgde het Gelders Archief.
Voor het gebied van de Heerlijkheid Borculo betreft het:
– het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo;
– het oud-rechterlijk archief van de Heerlijkheid Lichtenvoorde;
– het oud-rechterlijk archief van de Stad Groenlo.
Daarnaast de retroacta van de Burgerlijke Stand (RBS), beter bekend als doop- trouw-, lidmaten- en begraafboeken van diverse kerken vóór 1811 in het werkgebied. Een aantal van die registers berustten overigens al bij het Erfgoedcentrum omdat ze deel uitmaken van de in bewaring gegeven lokale kerkarchieven.
Voorts vele huwelijksbijlagen en archieven van notarissen (19de en 20ste eeuw).
Deze archieven zijn dus nu dichter bij huis raadpleegbaar, al is het de vraag of dat ook geldt voor de al zo lang vanwege de slechte materiële toestand niet ter inzage gegeven bestanden uit het oud-rechterlijk archief van Borculo. Ondanks het feit dat de Archiefwet voorschrijft dat overheden hun archieven in goede staat moeten bewaren en houden, geldt dat helaas niet voor de te vervreemden archiefbescheiden van het Gelders Archief, waarvan tot op heden de minister van OC&W zorgdrager is. In zekere zin beschermde de wetgever zichzelf tegen de archiefwettelijke verplichtingen en zo worden kosten doorgeschoven naar de regio.
Overigens voor raadpleging het archief van de Heren van Borculo moet men nog steeds een bezoek brengen aan de studiezaal van het Gelders Archief in Arnhem zijn. In 2013 verhuist deze instelling naar nieuwbouw aan de Westervoortsedijk in de Gelderse hoofdstad.

De oudste boerderij- en veldnamen in het kerspel Groenlo

Het kerspel Groenlo (voor het eerste vermeld in 1188) was het grootste en waarschijnlijk ook het oudste van de vier kerspelen die ooit de heerlijkheid Borculo vormden. Ook in het bisdom Munster behoorde het tot de grootste kerspelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in dit kerspel de meeste en oudste plaats-, boerderij- en veldnamen uit de periode vóór 1500 te vinden zijn. Het kerspel of de parochie Groenlo omvatte vóór 1616 behalve de stad Groenlo (Zutphens) ook het ambt Lichtenvoorde (Borculo) en de buurschappen Beltrum, Lintvelde, Avest en Zwolle. Waarschijnlijk behoorde er ook de buurschap Dijcke of Dijkhoek onder, alsmede misschien de voorstad van Borculo. Dit heeft ermee te maken dat de Oude Grolse Beek of Leerinkbeek zoals de benedenloop van de Grolse Slinge bij Borculo genoemd wordt de oorspronkelijke kerspelsgrens vormde tussen de kerspelen Groenlo, Eibergen en Geesteren (waartoe Borculo kerkelijk behoorde tussen 1337 en 1509). De oudste namen in het kerspel Groenlo zijn Lievelde en Lintvelde.

SSHB-Bronnenpublicatie, deel 7: Beschrijving van de Heerlijkheden Borculo en Lichtenvoorde uit 1777

Eind 1776 kocht Prins Willem V de Heerlijkheden Borculo en Lichtenvoorde van Adam Fxfcrst Czartorisky en diens echtgenote Isabella von Flemming. Nadat in de wintermaanden van 1777 de feitelijke overdracht en beleningen hadden plaatsgevonden liet hij door zijn domeinraden Ardesch en Van der Borch een uitvoerig rapport opmaken van het nieuw verworven bezit en de daaraan verbonden rechten. Het lijvige resultaat (met nog een apart deel aan bijlagen) bevat een complete beschrijving van het gebied, het bestuur van de heerlijkheden, de stadjes Borculo en Eibergen en de voogdijen, maar ook van de havezate Marhulzen onder Groenlo die eveneens aangekocht werd. De Heer van Borculo en Lichtenvoorde, want dat werd de stadhouder door deze aankoop, had een grote invloed op vrijwel alle geledingen van de toenmalige samenleving. De heerlijke rechten worden uitvoerig beschreven. De Heer benoemde veel wereldlijke en kerkelijke functionarissen. Hun taken worden in de beschrijving toegelicht. Ook de organisatie van de rechtspraak wordt beschreven. Verder was de Heer van Borculo erfmarkerichter in de meeste marken van zijn heerlijkheid. Daarnaast was er aan de heerlijkheden nogal wat bezit verbonden dat in het rapport beschreven werd. De beschrijving biedt een uniek en vooral ook compleet kijkje in een feodale wereld die op dat moment nog een kleine twintig jaar te gaan had.

Met de publicatie van het pdf-bestand op www.heerlijkheidborculo.nl (sshb/bronnenpublicaties) slaat de Stichting Stad en Heerlijkheid Borculo een nieuwe weg in. Bronnenpublicaties zullen voortaan uitsluitend nog op de website gepubliceerd worden. Zij trekken vaak een specifiek gexefnteresseerd publiek. Door het oud-Nederlands zijn zij soms niet goed begrijpbaar voor de algemeen gexefnteresseerde, al valt dat met deze publicatie waarschijnlijk nog wel mee. Al jaren merken wij dat de interesse in ouderwetse papieren bronnenpublicaties afneemt. Tegelijkertijd denken wij dat door bronnenpublicatie deel 7 op de website te plaatsen er hopelijk meer mensen zich voor de geschiedenis van Stad en Heerlijkheid Borculo zullen gaan interesseren.

Drie zestiende eeuwse belastingregisters

De transcriptie van de verpondingskohieren uit 1646 wordt al jarenlang veel gedownload. In 2003 werd in deel 9 van de Kleine Reeks. Verhalen over de geschiedenis van Stad en Heerlijkheid Borculo een transcriptie geplaatst van drie zestiende eeuwse belastingregisters van de heerlijkheid Borculo. Schatting is een oud woord voor belastingheffing op vermogen. De registers dateren uit respectievelijk 1529, 1553-1554 en 1570-1571. Zij geven een inzicht in de bevolkings- en nederzettingsgeschiedenis, boerderij- en familienamen per buurschap, rijkdom en armoede en het verloop daarin gedurende 50 jaar. Op www.heerlijkheidborculo.nl is vandaag een bewerking geplaatst van de in het Gelders Archief berustende afschriften (kopiexebn) van de originele registers in het Staatsarchiv Mxfcnster (tegenwoordig Abteilung Westfalen). De stadjes Borculo, Eibergen en ook Lichtenvoorde waren hoogstwaarschijnlijk vrijgesteld van deze belasting, want men treft ze niet aan. De transcriptie was geen eenvoudige klus, waarbij de omstandigheid meespeelt dat ook de afschrijver het er al moeilijk mee had toen hij de originelen omstreeks 1600 afschreef. Vandaar dat het kan gebeuren dat sommige namen nogal vreemd geschreven zijn. Het is te hopen dat de originelen nog eens gevonden zullen worden. Voor een uitgebreide toelichting en achtergronden wordt verwezen naar het genoemde deel van de Kleine Reeks.