In de afgelopen week stond de integriteit van het openbaar bestuur weer eens flink in de schijnwerpers met affaires waarin de VVD en het CDA verzeild raakten en sterk doen denken aan de oude van de KVP bekende bestuurscultuur in het zuiden. Gelukkig en dat tevens ter relativering, was dat in het oude Borculo al niet anders, al ging het hier zeker niet om katholieken. De Heer van Borculo, die het stadsbestuur benoemde, stelde in 1679 als voorwaarde voor de benoeming van Zeino Meilinck tot één van de burgemeesters van Borculo, dat deze zich moest zuiveren van de gerichtelijk aanhangig gemaakte aanklacht over de ‘ontfremdinge van enigh holt’. De webpublicatie, benaderbaar via www.heerlijkheidborculo.nl, gaat vooral over de wijze van samenstelling van het stadsbestuur en een verandering die daarin in 1778 werd aangebracht. In dat jaar werd gebroken met de vermoedelijk sinds 1375 bestaande gewoonte om het stadsbestuur op de eerste zondag na Driekoningen (6 januari) te (her)benoemen.
De andere webpublicatie (onder kerkgeschiedenis) is een lijst met namen en aantallen van katholieke ingezetenen van de Heerlijkheid Borculo uit 1770. De lijst is vermoedelijk opgesteld tegen de achtergrond van een tijd dat de katholieken vermangeld dreigden te worden in een strijd tussen de pastoor van Groenlo, daarin gesteund door de bisschop van Munster, en de paters van Zwilbroek, die toen al ruim een eeuw in de zielzorg in de Heerlijkheid werkzaam waren en van geen wijken wilden weten, daarin gesteund door de boeren uit de buurschap Zwolle.
Categoriearchief: Kerkgeschiedenis
De St.-Mattheuskerk van Eibergen. Kroniek van een parochie in het Berkelland, 1795-2010
Op 20 januari 2012 wordt het boek over de geschiedenis van de Eibergse St.-Mattheuskerk gepresenteerd. Eindelijk, want het heeft ruim drie jaar geduurd en het jubileumjaar ligt ook al weer enige tijd achter ons. De drukte rond de afronding van dit boek was ook een van de redenen dat de website nauwelijks werd bijgewerkt in het afgelopen halve jaar.
In 2010 vierde de St.-Mattheusparochie van Eibergen de 75ste verjaardag van de kerkwijding van het door architect J.H. Sluijmer ontworpen kerkgebouw. Het is de vierde kerk sinds 1795, het jaar waarin de katholieken de vrijheid kregen om hun godsdienst uit te oefenen. 2010 was ook het laatste jaar van de zelfstandige St.-Mattheusparochie. Alle reden dus om terug te kijken op 75 jaar kerkgebouw en 215 jaar parochiegeschiedenis. Het is de geschiedenis van een relatief kleine parochie in een dominant protestantse omgeving. Bovendien moest de kerk het doen met weinig financiële middelen. Soberheid en schoonheid hoeven elkaar echter niet uit te sluiten. De huidige kerk is daarvan een voorbeeld, zowel wat het interieur als het exterieur betreft. Maar al eerder, omstreeks 1870, waren de middelen ook beperkt, waardoor de toenmalige pastoor het moest doen
met tweedehands beelden. Die beelden bleken omstreeks de eeuwwisseling een grote kunsthistorische waarde te bezitten en staan thans bekend als de beeldenschat van Eibergen, één van de grootste collecties middeleeuwse beelden in een kerk ten noorden van de grote rivieren. Door toedoen van de financieel niet onbemiddelde pastoor Van den Hurk kreeg Eibergen zijn St.-Antoniusgesticht voor kleuteronderwijs, medische en ouderenzorg, en een r.-k. lagere school, de St.-Jozefschool, beide vlak na 1900 gebouwd. Daarna ontwikkelde zich een katholieke zuil, met o.a. standsorganisaties voor de boeren, arbeiders en middenstanders. Ook op enkele andere terreinen zette de verzuiling door: S.V. DES voor de sport, Scouting, Wit-Gele Kruis etc. Vanaf ca. 1970 zette ook in Eibergen de ontkerkelijking en ontzuiling door, met als gevolg dat er thans nog maar weinig regelmatige kerkgangers en r.-k. organisaties zijn. Ook in Eibergen is de kerk al lang niet meer vanzelfsprekend. Wat blijft is, naast de geschiedenis van de mensen die de parochie droegen, de architectuur- en kunsthistorische rijkdom van het kerkgebouw en zijn interieur. Deze werd fraai in beeld gebracht door Antoon Schepers.
Het boek is uitgegeven door Fagus in Aalten en is vanaf 20 januari 2012 verkrijgbaar bij boekhandel Gellekink in Eibergen.
Pastoor Joannes Henricus Hofman, 1837 – 1910
“Herdenken is een plicht der dankbaarheid” schreef meester H.W. Heuvel eens. Aan hem heeft het niet gelegen dat in het afgelopen jaar 2009 geen aandacht is geschonken aan het feit dat 500 jaar geleden de parochie Borculo werd opgericht door de bisschop van Mxfcnster. Die parochie was niet veel groter dan het stadsgebied. De kapel was tot dan toe een filiaal van de kerk van Geesteren. Gelijktijdig met de oprichting van de parochie Borculo werd het kasteel van Borculo losgemaakt uit het oude parochieverband met Eibergen en aan de nieuwe parochie toegevoegd. De buurschap Dijcke kerkte vanouds onder Groenlo en behoorde dat ook na 1509 nog te doen. Nog aan het eind van de 16e eeuw wordt Dijcke genoemd als liggend in het kerspel Groenlo. De oude scheiding tussen de kerspelen Geesteren (Borculo), Eibergen en Groenlo werd gevormd door de Leerinkbeek.
Ik kwam hier op, omdat het op 14 november 2010 een eeuw geleden is dat de op 21 juni 1837 op de Hof te Beltrum, alias Hofman, geboren pastoor Jan Hendrik Hofman te Schalkwijk overleed. Hij heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt voor de geschiedenis van de katholieke kerk, de regionale geschiedenis en de genealogie van adellijke en boerenfamilies. Hij was van meet af aan betrokken bij het tijdschrift Archief voor het Aartsbisdom Utrecht (AAU) en was vanaf de oprichting ook bestuurslid van de Vereniging Gelre, de provinciale historische vereniging in Gelderland. Voor de geschiedenis van de heerlijkheid Borculo heeft hij grote betekenis gehad, doordat hij de eerste is geweest die de geschiedenissen van de kerk van Borculo en de kapel van Rekken op wetenschappelijke wijze heeft beschreven in het genoemde tijdschrift. Deze bijdragen zijn nog steeds onovertroffen. Dat de protestantse kerk van Rekken thans “Antoniuskerk” wordt genoemd, is aan hem te danken. Want de Eibergse historicus Hendrik Odink baseerde zich voor zijn geschiedenis van de Rekkense kerk sterk op Hofmans onderzoek. Slechts een gering aantal van zijn onderzoekwerk is gepubliceerd. Zijn betekenis reikt veel verder dan de heerlijkheid Borculo, waartoe ik mij hier beperk. Hofman kreeg gemakkelijk toegang tot allerlei kerk- en huisarchieven. Ook in de archieven van de protestantse kerken was hij thuis. Zijn notities, op knipsels, enveloppen, krantenpapier etc., uit het door hem bestudeerde materiaal zijn bewaard gebleven in de collectie Rijssenburg, in de wandeling ook wel genoemd naar de belangrijkste verzamelaar, de collectie Hofman. Hofman had ook gevoel voor de betekenis van de overlevering. Zo tekende hij in Eibergen uit de mond van pastoor Ellerbeck, zoon van de Eibergse arts van die naam, op dat er bij de protestantse kerk in de tijd vxf3xf3r de Reformatie een vrouwenklooster heeft gestaan. Zijn uitspraak: “de overlevering behoeft slechts de toets van het onderzoek om als waarheid te schitteren”, gaat in dit geval echter niet op. De gemeente Berkelland zou er goed aan doen dat bij een eerstvolgende gelegenheid van straatnaamgeving, een straat wordt genoemd naar deze belangrijkste historische onderzoeker uit die gemeente, bij voorkeur in Beltrum of Eibergen (waar hij ook kapelaan is geweest).
De collectie Rijssenburg kan worden ingezien in het Utrechts Archief: www.hetutrechtsarchief.nl