Categoriearchief: Gemeente Berkelland

Erfgoed

Wat is erfgoed? Op het ogenblik lijkt vooral dat als erfgoed aangemerkt te worden wat commercieel interessant is of (politiek) interessant gemaakt moet worden. Voorbeelden: de Berkelcompagnie, Kasteel ’t Hof, de stad Borculo en de Slag om Grolle (over de Grolse paradox later meer). Erfgoed dat waarde heeft uit zichzelf doet er niet meer zo toe. Voorbeelden: Huize de Kamp in Neede, het erve Nijenhuis in Beltrum, archeologie (algemeen), cafe De Krekel in Eibergen.
Vandaag stond er een artikel in de TCTubantia in de rubriek Achterhoekse invallen onder de kop “Munsterse gast bij Heer”. Gemeentebelangen c.q. voormalige VVD, Stichting Sport Spel en Cultuur en Derde Berkelcompagnie ontvingen in de kelders onder het Hof te Borculo de Munsterse Regierungspresident. Heer Willem en vrouw Johanna van Borculo traden op als gastheer en -dame. Groot-Borculo in een historische verpakking. Er is op een van de Berkellandse internetzenders nog een filmpje te zien waarop die andere heer van Borculo een woordje tot het gezelschap spreekt, met op de achtergrond ridder Ribbers van Borculo. Dat Borculose gezelschap wist zowaar nog een historisch feit te reproduceren, namelijk dat het precies 333 jaar geleden was dat de Munsterse bisschop Borculo voor het laatst bezocht had. 2010 – 333 jaar = 1677. 1677? Wat verschafte Borculo toen de eer om zijn voormalige leenheer te ontvangen? Vorstbisschop Christoph Bernhard von Galen alias Bommenberend had nog een jaar te leven. Hij stierf op 19 september 1678 op kasteel Ahaus, niet heel ver van zijn geliefde Borculo. Eind mei 1672 viel hij de Republiek binnen en op 13 juni trok de vorstbisschop Borculo binnen. Hij bleef er even, zijn troepen tot april 1674. Op 22 april van dat jaar de Vrede van Keulen werd gesloten tussen de Republiek en het vorstbisdom Munster, waardoor hij definitief afstand moest doen van stad en heerlijkheid Borculo. En hij keerde er bij mijn weten ook niet meer terug. Ben dus benieuwd naar het historische document waaruit zijn verblijf in dat jaar in Borculo blijkt. Of was het echt een verzinsel om een aanleiding te hebben of aandacht te trekken? Commercie en erfgoed bijten elkaar, zoals dit Grootborculose voorbeeld laat zien. Het valt te vrezen dat de cultuurhistorische nota in wording ook politieke en commercixeble doelen gaat dienen en geen aandacht heeft voor werkelijke historische waarden.

1 Maart 1811: Einde van de heerlijkheid Borculo

Op 9 juli 1810 maakte keizer Napoleon bij decreet (van Rambouillet) bekend dat het koninkrijk Holland van zijn broer Lodewijk Napoleon werd ingelijfd van het Franse keizerrijk. Na de voorbereidende maatregelen volgde de daadwerkelijke inlijving op 1 maart 1811. Die datum markeert derhalve het definitieve einde van de heerlijkheid Borculo, want vanaf dat moment was de bestuurlijke, rechterlijke en administratieve indeling op Franse leest geschoeid. De oude rechtbanken van Borculo werden opgeheven. Alleen de laagste rechtspraak bleef lokaal met “vredegerechten” (tot 1838) in Borculo (voor Borculo, Neede en Geesteren) en Eibergen (voor Eibergen en Beltrum).  De arrondissementsrechtbank werd in Zutphen gevestigd. Ook werd het notariaat uit de rechtspraak gelicht. Notarissen vestigden zich in Borculo, Eibergen en Neede. Op 1 maart 1811 werd een gemeentelijke indeling van kracht: Borculo met Dijkhoek, Geesteren met Haarlo en Gelselaar, Neede met Broeke of Rietmolen en een stuk Haaksbergen ten zuiden van de Schipbeek, Eibergen met Rekken en Beltrum met Lintvelde, Avest en Zwolle. Behalve Borculo en Neede waren deze gemeenten (mairiexebn) opvolgers van de voormalige voogdijen van de heerlijkheid. Een ander gevolg was dat de burgerlijke stand werd ingevoerd.

Kortom, het is dus op 1 maart 2011 200 jaar geleden dat de gemeenten Borculo, Geesteren, Eibergen, Neede en Beltrum werden opgericht. Geesteren werd al in 1817 bij Borculo gevoegd en Beltrum in 1819 bij Eibergen. Op wat kleinere grenswijzigingen na (Neede/Haaksbergen en Borculo/Laren) bleef deze indeling bestaan tot 1 januari 2005 toen deze gemeenten opgingen in Berkelland. Enige uitzondering was de buurschap Zwolle en wat delen van Avest die overgingen naar Oost-Gelre.

Catalogus Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort beschikt over een schat aan tot voor kort moeilijk toegankelijke informatie, die via de catalogus toegankelijk is gemaakt: recente rapporten van archeologisch onderzoek (waaronder kasteel- en havezatenonderzoeken van Het Hof in Borculo, Bevervoorde in Gelselaar en De Hoeve onder Neede), foto’s, bouwtekeningen, kaarten, literatuur enz. Omdat de dienst, of beter de voorgangers ervan, in het verleden betrokken waren bij opgravingen en restauraties, levert dat bijvoorbeeld verrassende foto’s op van de beelden in de Needse kerk direct na de opgraving. Men kan zien hoe ze uit de grond gekomen zijn. Van de kerk van Eibergen zijn veel foto’s te vinden van de restauratie. Bijzonder interessant zijn de gedetailleerde bouwtekeningen uit 1869 van een opmeting van de Hervormde kerk aan zuidzijde en westzijde. Voor Borculo is de meest interessante tekening die van de Hofpoort uit 1867. Erbij vermeld wordt dat deze “hoort bij de brief van D.M. Meilink” van 27 november 1867. Het is een bouwkundige tekening van het gebouw met de wapens aan Hofzijde en aan Stadszijde. Zo te zien zit het Borculose wapen er niet bij.
Van Neede zijn 193 foto’s beschreven, meestal met de afbeelding erbij, van Eibergen maar liefst 279, maar dat komt omdat sinds enkele jaren de fotocollectie van de Stichting Historisch Boerderijonderzoek ook in Amersfoort is ondergebracht. Hierin o.a. foto’s van de erven Wansink, Hiddink en Vaarwerk in Olden Eibergen. Interessant zijn twee foto’s van een rattenval (“rattenklooster”) van eerstgenoemde boerderij.
Kortom, te veel om op te noemen. Dit is nog maar het begin. Ze hebben veel meer.