Alle berichten van Stad en Heerlijkheid Borculo

De maker en eigenaar van deze website is Bennie te Vaarwerk. Ik wilde in 1999 met mijn onderzoek naar de geschiedenis van stad en heerlijkheid Borculo op het internet aanwezig zijn, om daarmee meer bekendheid te krijgen voor de geschiedenis van dit gebiedje op de grenzen van Münster, Utrecht en Gelderland.

Afbeeldingen oud-rechterlijk archief Borculo vanaf 1483

Verreweg het grootste deel van het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo dateert van na 1600. Er is wel eens beweerd dat de vorstbisschop van Munster, die na 1579 zelf het roer in de heerlijkheid Borculo in handen nam, het oudere deel van de archieven naar Munster heeft gebracht. Als dat waar is, dan kan het maar een betrekkelijk klein gedeelte zijn geweest. In de negentiende en twintigste eeuw heeft een uitruil van archieven plaatsgevonden tussen het Staatsarchiv Munster en het toenmalige Rijksarchief in Gelderland in Arnhem. De toen verkregen stukken zijn terecht gekomen in het archief van de Heren van Borculo. Toch berusten er in Munster veel op stad en heerlijkheid betrekking hebbende archieven. Dat wordt vooral veroorzaakt door het feit dat de bisschoppen naast het wereldlijk gezag ook het kerkelijk gezag over het gebied uitoefenden en er een goede adminstratie op na hielden, vooral na 1579. De heren van Borculo uit de huizen Bronckhorst van Van Limburg-Stirum waren in dat opzicht bepaald onnauwkeurig. Pas onder de Oranjes (1776) werd er opnieuw een goede adminstratie ingericht. Wat ook niet geholpen heeft is de slechte archiefzorg van de oude gemeente Borculo, waar het grootste deel van het oud-rechterlijk archief terecht kwam na de opheffing van de oude rechtspraak in 1811. Mede door die bewaring zijn veel archieven verloren gegaan of verkeren (nog steeds!) in een zodanig slechte toestand dat een groot deel van het oud-rechterlijk archief niet ter inzage kan worden gegeven.
Er zijn slechts een paar Middeleeuwse protocollen bewaard gebleven. Zij bestrijken de jaren 1483-1527. Bij wijze van proef zijn van de eerste 50 bladzijden van inventarisnummer 160, dat de administratie van civiele zaken voor het landgericht over de periode 1483-1495 bevat, in blokken van 10 foliobladen in pdf-formaat op de website geplaatst. De toegang loopt (uiteraard) via de inventaris van het oud-rechterlijk archief. Helaas is er nog geen index op de inhoud van deze protocollen beschikbaar. Vanwege het handschrift zijn de stukken waarschijnlijk vooral geschikt voor de geoefende lezer.

Nieuwe indexen

In de afgelopen week tot en met zondag 16 januari zijn nieuwe indexen op www.heerlijkheidborculo.nl geplaatst:

345. Fragmenten, meest van dingtalen, in processen voor stad- of landgericht daarbij ingekomen, 17de en 18de eeuw [1671 – 1683 en ongedateerd].
346. Fragmenten, meest van dingtalen, in processen voor stad- of landgericht daarbij ingekomen, 17de en 18de eeuw [1649 – 1729 en ongedateerd].
347. Fragmenten, meest van dingtalen, in processen voor stad- of landgericht daarbij ingekomen, 17de en 18de eeuw [1457 – 1674 en ongedateerd].

445. Losse minuten van akten in het protocol van opdrachten voor het landgericht, 1693 – 1714 [1693 – 1722].
446. Losse minuten van akten in het protocol van opdrachten voor het landgericht, 1715 – 1733 [1707 – 1733 en ongedateerd].

N.B. Tussen [  ] staan de werkelijk aangetroffen jaren. Die kunnen dus aanzienlijk afwijken van wat de inventarisator genoteerd heeft.

Het erve Borkink in Hupsel en eigenhorigen in de Heerlijkheid Borculo

Het in Hupsel gelegen erve Borkink wordt al genoemd in het leenregister van bisschop Floris van Wevelikhoven van Munster (1364-1379). In 1379 werd deze bisschop verplaast naar de zetel van Utrecht. De leenman van de Munsterse bisschop was Willem Slintwater die uit Borkink 1 molder rogge “Groenlose maat” en de tiend van de tuinvruchten kreeg. Hier bestond het leen dus uit een rente en een tiende. Borkink was een gewaard erf in de buurschap Hupsel. Na 1646 is het gesplitst in Borkink en Wessels.
In 1681-1682 werd er een proces voor het Hof van Gelderland gevoerd, waarin Hupselse erven en boeren een belangrijke rol vervulden. Dat proces geeft een goed inzicht in de (restanten van de) eigenhorigheid in de Heerlijkheid Borculo. De voogd van Eibergen was opzichter over deze bijzondere categorie horigen (akte van aanstelling voor Berent van der Wijck van 12 mei 1638). Het proces ging tussen Fredrick van der Wijck, als voogd en opzichter over de eigenhorige lieden, en de gezamenlijke erfgenamen van Beernt Doeven in Hupsel, en ging over het erfrecht. Bij het overlijden van een eigenhorige vervielen alle goederen aan de Heer van Borculo. De erfgenamen konden dit erfrecht van de heer afkopen. Dat de erfgenamen niet blij waren met dit erfrecht spreekt voor zich en het werd dus ook aangevochten, zoals in het geval van Doeven. In de juridische strijd worden tal van getuigen gehoord en afschriften van nalatenschappen van andere eigenhorigen gemaakt en van andere zaken die op de rechtspositie van de eigenhorigen in de Heerlijkheid Borculo en daarbuiten (Vreden) betrekking hebben. In het document zijn een samenvatting van de inhoud van het proces en van de bijlagen opgenomen. Het betreft o.a. eigenhorigen uit de families Geerdink (Haarlo), Blecken of Bleken (Neede) en te Ruller en getuigenverhoren van Borckinck en anderen. In dat getuigenverhoor van 17 januari 1680 verklaart Jan Borckinck omstreeks 70 jaar oud te zijn en niet op het goed Borckinck geboren te zijn. Dergelijke processen bevatten vaak (veel) oudere stukken, meestal in afschrift, maar soms ook originelen die voor een boerderij- en/of familiegeschiedenis van enig belang kunnen zijn waar doop-, trouw-, lidmaten- en/of begraafregisters geen informatie bieden of simpelweg niet aanwezig zijn. De stukken laten ook zien dat de bewoners zich noemden naar de boerderij waarop zij woonden.

Nieuwe indexen, met de grootste index tot nu toe

Maandag 3 januari en vandaag, woensdag 5 januari 2011, zijn 14 nieuwe en vernieuwde indexen op het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo op de website geplaatst. Daaronder inventarisnummer 410 die ruim 6400 namen opleverde en daarmee nieuwe recordhouder is geworden, ook in megabites trouwens, want hij is bijna 10 MB groot. Het kan dus enige tijd kosten deze index te downloaden.

De specificatie van de gexefndexeerde inventarisnummers is als volgt:

234-II. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1618-1636.  [Origineel niet ter inzage in het Gelders Archief]

337.  Fragmenten van processtukken ingekomen bij processen voor stad of landgericht, 1684-1795 en ongedateerd. [Originelen van 337-347 in het Gelders Archief niet meer voor publiek ter inzage]
338-II.     Fragmenten van processtukken ingekomen bij processen voor stad of landgericht, 1696 en ongedateerd.
339.  Fragmenten van processtukken ingekomen bij processen voor stad of landgericht, 1690-1725 en ongedateerd.
340.  Fragmenten van processtukken ingekomen bij processen voor stad of landgericht, 1673-1719 en ongedateerd.
341.  Fragmenten van processtukken ingekomen bij processen voor stad of landgericht, 1618-1675.
342.  Fragmenten van processtukken ingekomen bij processen voor stad of landgericht, 1640-1669.
343.  Fragmenten van processtukken ingekomen bij processen voor stad of landgericht, 1667-1724.
344.  Fragmenten van processtukken ingekomen bij processen voor stad of landgericht, 1602-1725.

390.  Losse minuten van akten in het protocol van opdrachten voor het stadsgericht, 1650-1733.   [Origineel niet ter inzage in het Gelders Archief]
391.  Losse minuten van akten in het protocol van opdrachten voor het stadsgericht, 1799-1811.
392.  Losse minuten van testamenten voor het stadsgericht, 1697-1732.

410.  Protocol van opdrachten en bezwaren voor het landgericht, 1697-1701 [10MB]
447.  Losse minuten van akten, opgenomen in het protocol van opdrachten en bezwaren voor het landgericht, 1776-1780. [Origineel niet ter inzage in het Gelders Archief]

Laatste indexen oud-rechterlijk archief in 2010, jaarafsluiting en vooruitblik

Op de voorlaatste dag van 2010 zijn er opnieuw twee omvangrijke indexen op het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo op de website geplaatst. Het betreft indexen op inventarisnummers:

424. Protocol van opdrachten en bezwaren voor het landgericht, 1764 – 1767.

444. Losse minuten van akten, opgenomen in het protocol van opdrachten voor het landgericht, 1675 – 192.

Terugkijkend voorziet de website nog steeds in een behoefte. Er werden in het afgelopen jaar 52.000 bezoekers geteld die, dat is toch een opvallend gegeven, over de gehele linie en het gehele jaar gezien, breed gexefnteresseerd blijken te zijn. De indexen doen het voortdurend goed: ze worden massaal gedownload. Er zijn nu (31 december 2010) 278 inventarisnummers van het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo gexefndexeerd en op de website gepubliceerd. Dit is ongeveer 55% van het totaal aantal inventarisnummers van het ORA Borculo. In totaal zijn nu ruim 250.000 familienamen, toponiemen e.d. beschikbaar gekomen in indexen die in grootte varixebren van 4 tot 4333 namen. Daarnaast is er ook veel belangstelling voor de geschiedenis van de Berkel in de Heerlijkheid Borculo. Die laatste was ook niet denkbaar zonder de eerste. Ook de Borculose sprokkels, kleinere bronnenuitgaven en bronbewerkingen, mogen zich in een groeiende belangstelling verheugen.
In de website is in het afgelopen najaar meer structuur aangebracht. Verder werd hij opgeschoond.
Al voor het derde achtereenvolgende jaar is er geen publicatie op papier uitgegeven. Het lijkt niet erg waarschijnlijk dat er nog bronnenpublicaties op papier zullen verschijnen. Daarover wordt in het voorjaar een beslissing genomen. Voor publicaties in de Kleine Reeks blijft er ruimte, maar zijn we meer dan vroeger afhankelijk van het aanbod van derden. Gelukkig is de geschiedschrijving niet afhankelijk van ons, maar de website wil zeker dxe9 portal zijn en blijven tot de geschiedenis van het gebied van Stad en Heerlijkheid Borculo. In het afgelopen jaar verschenen mooie publicaties, waaronder het nogal omvangrijke proefschrift van Roy van Beek (Reliëf in Tijd en Ruimte. Interdisciplinair onderzoek naar bewoning en landschap van Oost-Nederland tussen vroege prehistorie en middeleeuwen, (Wageningen 2009)) dat te vinden is op de website van de Universiteit Wageningen, het boek over de Eibergse buurschap Hupsel van Leo van Dijk en recent een artikel in Old Nee over de Needse erven in het verpondingskohier van 1646 van de hand van H.W. Saaltink.

Het nieuwe jaar belooft nog veel meer. Belangrijk voor de oudere geschiedenis van de Heerlijkheid Borculo is het Westfaalse project dat alle regesten van oorkonden digitaliseert en via het internet toegankelijk maakt.
De archiefdiensten gaan onverdroten voort met digitaliseringsprojecten, het Stads- en Streekarchief Zutphen is daarvan een mooi voorbeeld. Ook particulieren zetten hun beste beentje voor. Zij worden misschien nog wel belangrijker als archiefdiensten niet meer over voldoende middelen kunnen beschikken die voor retrodigitalisering nu eenmaal nodig zijn. Een goed voorbeeld daarvan is de website van Ben Baneman, Genealogie in de Achterhoek.
En wat doet Stad en Heerlijkheid Borculo? In ieder geval doorgaan op de ingezette weg met het maken (door vele vrijwilligers) van indexen op het oud-rechterlijk archief en de beschikbaarstelling daarvan op de website, verder het plaatsen van grote en kleine bronpublicaties op het internet, signaleren en doorgeven van voor de oudere geschiedenis van het gebied van Stad en Heerlijkheid belangrijke initiatieven, publicaties, bemoeienis met het gemeentelijke monumentenbeleid en deelname aan de projectgroep rondom de totstandkoming van een gebiedgerichte cultuurhistorische beschrijving van Berkelland. Zorgen zijn er op monumentengebied, die ook kenbaar gemaakt zijn aan de gemeenten. Het betreft de sloop van het door brand geteisterde cafxe9 en voormalige dorpboerderij “De Krekel” in Eibergen, de gang van zaken rond het rijksmonument ’t Nixebnhuis in Lintvelde en de soap rond de enig overgebleven Borculo havezate De Kamp in Neede. Het uitgangspunt bij dit alles blijft de historische waarde van het erfgoed an sich, niet de vraag of het commercieel gexebxploiteerd kan worden. Als dat het criterium wordt voor gemeentelijk erfgoedbeleid is het einde nabij en zouden wij geen knip voor de neus waard zijn.

Wij wensen onze medewerkers en de gebruikers van de website een goed en gezond 2011 toe!