Archiefonderzoekers, zeker zij die oude archieven gebruiken, kennen ze wel: de bijvoorbeeld ten behoeve van de boekbinding of voor versterking van een band van een boek gebruikte snippers van meestal perkamenten stukken. Soms werden zelfs (bijna) complete perkamenten archiefstukken als omslag voor een boek of een register passend gemaakt en hergebruikt. Dat was bijvoorbeeld het geval met het charter (dit is een akte op perkament voorzien van zegel(s) ter bekrachtiging) dat ik onlangs ter inzage kreeg van Anton en Ria Hoeks op ‘Reirinck‘ in Zwolle bij Groenlo.
De hoeken van het perkament en de dubbelgevouwen onderkant, waarin het zegel bevestigd was (in vaktermen de ‘pliek’ genoemd), waren er van afgesneden of afgeknipt. Daardoor ontbraken het zegel en is ook de datum weggevallen. De volgende vraag was of de inhoud van het charter iets te maken had met de geschiedenis van de historische herberg-bierbrouwerij het ‘Reirinck’ in Zwolle bij Groenlo. Want het archiefstuk bevond zich in het archief van dit belangrijke Zwolse goed. Het leidde tot voor kort een tweede leven als omslag van een boek. In de akte dragen de echtelieden jonker Pieter Muijlert en Maria van Langen het vierde deel van hun recht op de grove en smalle Leestense tiend in het kerspel Warnsveld over aan Goschwijn van Lauwick, drost van Bredevoort. Een (familie)relatie met ’t Reirinck heb ik niet kunnen vinden. Wel is de akte te dateren op de jaren tussen 1602 en 1634 op grond van de vermelding van de naam van de scholtus van Zutphen, Burchartz van Westerholt tot Hackfurtt, die als zodanig in die jaren in andere bronnen vermeld wordt. Het is goed denkbaar dat een exacte datering gevonden kan worden als de protocollen van het Zutphense gericht bewaard zijn gebleven. Daarin kan een afschrift of een minuut van dit charter opgenomen zijn.
In een register uit 1572 betreffende de St.-Annavicarie in de kerk van Eibergen, bevindt zich een opgave van de goederen die tot die vicarie (altaarstichting) behoord hebben. Daarin wordt melding gemaakt van de lotgevallen van het Eibergse misboek, dat door de schoolmeester versneden was: ‘dat misseboeck ys versnedden durch unsen schoelmeysteren’. Het is de tijd van de kerkhervorming, de Beeldenstorm is nog maar net achter de rug en, hoewel de Heerlijkheid Borculo nog Münsters en formeel katholiek zou moeten zijn, is uit deze passage wel af te leiden dat het rooms-katholicisme niet meer gepraktiseerd werd. De vrouwe van Borculo, gravin-weduwe Maria von Hoya was zonder twijfel Luthers gezind. In de kerken van de Heerlijkheid Borculo werd hoogstwaarschijnlijk het lutheranisme gepraktiseerd, overigens met goedkeuring van de Münsterse regering, die zelf ook niet erg standvastig was in geloofszaken.
Waarom zou een schoolmeester het misboek versnijden? Omdat het niet meer gebruikt werd? Hergebruik van de snippers voor andere doeleinden? Dat is denkbaar.
Ik ken twee Eibergse registers waarin snippers van perkamenten stukken verwerkt zijn ten behoeve van de versterking van de boekband. Dat betreft het markenboek van Mallem, dat in de tweede helft van de 16de eeuw is aangelegd, en het protocol van de hof te Vaarwerk, dat begint in 1602. Dat wil overigens nog niet zeggen dat de snippers uit het Eibergse misboek afkomstig zijn. Nader onderzoek door vakspecialisten moet dat uitwijzen.
Bennie te Vaarwerk