Al een paar weken is de firma Oranjewoud in opdracht van Rijkswaterstaat bezig met archeologisch onderzoek op het tracé van de toekomstige N18 onder Eibergen. Dat gebeurt in de vorm van proefsleuven. Deze dagen en in de volgende weken zijn de medewerkers bezig met het onderzoek in het kerngebied van Olden Eibergen, de Oldeneibergse Es in de hoek Borculoseweg-Stokkersweg niet ver van boerderij Baak (tot in de 19de eeuw omgeven door een dubbele gracht). Ook aan de andere kant van de Berkel, maar ook nog in Olden Eibergen zijn de verwachtingen hooggespannen voor een terrein aan de Leugemorsweg vlakbij het eveneens ooit omgrachte erve Biezebeek.
De proefsleuf op de Oldeneibergse Es is diep: ca. anderhalve meter zwarte grond moest uitgegraven worden voordat men op de oorspronkelijke bodem zat. In die laag werden dan ook verschillende vondsten gedaan, waaronder sporen van een boerderij uit de 9de – 11de eeuw, maar die mogelijk ook veel ouder is (2000 jaar). De proefsleuven zijn gemaakt op terreinen waar vondsten verwacht werden op grond van vorig jaar gedane boringen en informatie op basis van de archeologische verwachtingskaart (te vinden op de website van de gemeente Berkelland). Het terrein aan de Leugemorsweg belooft eveneens zeer interessant te worden vanwege te verwachten vondsten uit de Bronstijd (periode 2000 – 800 v.Chr.).
Als de onderzoeken zijn afgerond adviseert Oranjewoud de minister vervolgens om op basis van de vondsten wel of geen uitgebreide opgravingen te doen. De aanleg van de N18 en de hooggespannen archeologische verwachtingen in de buurschap Olden Eibergen (maar ook in andere buurschappen, zoals Hupsel) levert misschien aanknopingspunten op om het ‘raadsel van Olden Eibergen’ (= bakermat van Eibergen?) op te lossen. In het gebied tussen de Berkel en de Borculoseweg loopt het geplande tracé vlak tussen een perceel dat de naam ‘Kerkhof’ (wat behalve ‘begraafplaats’ overigens ook heel simpel ‘grond van de kerk’ kan betekenen) draagt en aan de andere kant de molenkolk van de in 1188 genoemde molen Vorewerch, de oudst bekende Berkelmolen.
Toch zijn er wat zorgpunten. Als er opgravingen volgen zullen het geen grootscheepse opgravingen zijn, d.w.z. niet buiten de nu onderzochte proefgebieden. Dat betekent dat een aanzienlijk deel van de Oldeneibergse Es weliswaar anderhalve meter afgegraven moet worden voor het tracé, maar dat er daar geen archeologisch onderzoek zal plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn aan de zuidkant van de Borculoseweg, het esgedeelte tussen Groeneweg en Stokkersweg. Het is dus van belang dat de aanleg nauwkeurig gemonitord wordt. Daar zou een op te richten archeologische werkgroep van de Erfgoedkoepel Berkelland goede diensten kunnen bewijzen, ware het niet dat de professionele archeologen in de amateurs een vertragende factor zien. De amateurs moeten immers goed begeleid (en opgeleid) worden. Daarvoor is geen tijd en geld beschikbaar. Op Eibergse schatgravers, zoals in het recente verleden op het terrein van het voormalige asielzoekerskamp aan de Borculoseweg, zit overigens ook niemand te wachten. Een andere risicovolle factor zijn de financiën. In het kader van de huidige bezuinigingsronde moeten nu al enkele miljoenen bezuinigd worden op het nieuwe tracé. Als de proefsleuven aanleiding geven tot het doen van grootschalige opgravingen, omdat anders het bodemarchief definitief verstoord wordt, kunnen ook deze noodzakelijke opgravingen mogelijk opgeofferd of beperkt worden in het kader van nieuwe bezuinigingen.
Kortom in het belang van de geschiedenis van Eibergen/Berkelland moet iedereen die deze een warm hart toedraagt de ontwikkelingen nauw in de gaten houden, nu en in de komende jaren en zeker ook wanneer daadwerkelijk tot de aanleg van de nieuwe weg wordt overgegaan.