Er wordt hard gewerkt aan de nieuwe N18 tussen Enschede en Groenlo. Momenteel worden de zandbanen aangelegd en dat geeft een prachtig kijkje in de geschiedenis van de bodem. In de buurschap Hupsel, bijvoorbeeld, kun je oude grintgaten vinden, waar grint voor aanleg van wegen (bijv. voor de weg Ruurlo-Winterswijk) werd uitgegraven, gezeefd en vervolgens weer gedicht werden, op enkele uitzonderingen na, zoals de ballastputten en restanten van grintgaten in bosschages naast de huidige N18. Je ziet ook dat de samenstelling van de bodem in een betrekkelijk klein gebied sterk wisselt: in Hupsel is de bodem erg grintachtig, en in Olden Eibergen bestaat hij hoofdzakelijk uit zand. Verderop, richting Mallem, zijn weer meer kleileemresten te verwachten. Een veldnaam als de ‘Weusten Es’ (woeste es) herinnert aan die onvruchtbare bodem. Kortom, ondanks de verwoesting van cultuurhistorisch landschap door de nieuwe N18, het is momenteel een interessante tijd voor de liefhebbers van geologie, geomorfologie en archeologie.
Intussen zijn de vergunningen aangevraagd voor de bouw van viaducten, bruggen en tunnels. In betrekkelijke stilte hebben die een naam gekregen. Deze week stuurde Rijkswaterstaat mij op verzoek een lijstje met de namen van de nieuwe kunstwerken. Hier de namen van kunstwerken die in het tracé in de voormalige gemeente Eibergen gebouwd worden:
Nr. | Km. | Kunstwerk | Naam |
8 | 236,4 | Fietstunnel Kerkdijk l | Hupsel |
9 | 238 | Viaduct over N18 Nieuwe verbindingsweg aansluiting Eibergen | De Kiefte |
10 | 239,6 | Viaduct over N18 Lintveldseweg | Vinkennest |
11 | 240,5 | Viaduct over N18 N822 (Borculoseweg) | Olden Eibergen |
12 | 241,1 | Brug over Berkel N18 – Berkel en fietsverbinding | Stokkert |
13 | 242,2 | Viaduct over N18 N823 (Needseweg) | Leugemors |
14 | 242,9 | Fietstunnel Oude Needseweg | Bijenkamp |
Ik heb de nummers van de kunstwerken verwerkt in een huisnummerkaart van de gemeente Eibergen uit 1969 (toen de wegen in het buitengebied een naam kregen):
De wat mij betreft meest onzinnige keuze is die van de naam ‘Vinkennest’ voor het viaduct in de Lintveldseweg over de N18 (nr. 10) in Olden Eibergen. Dit viaduct wordt gebouwd in het Oldeneibergse Veld, waarnaar het dan ook genoemd had moeten worden.
Het viaduct over de Borculoseweg (nr. 11) heeft de naam ‘Olden Eibergen’ gekregen. Ook die naam getuigt op deze plek van te weinig historische kennis. Dit viaduct ligt helaas als een bult op de Oldeneibergse Es, die dan ook de naamgever had moeten worden. Het viaduct lijkt overigens een ernstige belemmering te worden voor het zicht op Eibergen vanuit de richting Haarlo. Vanaf de Eibergse kant is het nu definitief onmogelijk geworden nog iets te beleven van de baan van de tornado van 1 juni 1927, dit jaar precies 90 jaar geleden, ook al omdat de (op zich nu gevaarlijke) kruising met de Stokkersweg verdwijnt en verplaatst wordt. Nooit meer zal het verhaal verteld kunnen worden van de automobilist die op die dag vanuit Eibergen komende voor de kruising moest stoppen voor de ‘overstekende’ tornado. Eerder heb ik daar o.a. over geschreven:
In het tijdschrift Hemel en Dampkring van juli 1927 is een verslag te lezen van hetgeen W.K. Post uit Amsterdam op de bewuste dag meemaakte, toen hij van Eibergen naar Haarlo reed. Hij was een toevallige ‘stormchaser’, zoals de tegenwoordige avonturiers genoemd worden die in de Verenigde Staten op tornadojacht gaan. Op de Eibergse Es gekomen (toen nog praktisch onbebouwd) zag Post aan de horizon een onheilspellende wolk. Het was een afhangende wolk, die volgens een schetsje vrij stomp, maar wel trechtervormig was. De wolk was niet scherp belijnd en eindigde in een veel ijler kolom:
“Toen de wolk nader kwam, zag men in het onderste gedeelte de draaiing zeer, zeer duidelijk van links naar rechts. Vlak bij zijnde zag men nog duidelijk de daarin aanwezige wolkjes den cirkelgang maken. Om de wolk zag men donkere voorwerpen rondslingeren. Ze maakten op afstand den indruk van groote zwarte vogels. (…)
Links van ons, dus ten zuiden van den weg Eibergen – Haarlo, lag een boerderij, die na afloop der bui voor een groot deel van pannen beroofd was. [Dit moet of Florijn/Slotboom of Kolthof zijn geweest, BtVw] Hoe ze verdwenen heb ik niet gezien. M’n aandacht was gespannen bij de wolk, of we er buiten bleven of niet. Op een 50 meter afstands is ze ons gepasseerd. Ik zat vooraan, dus zag op den weg: daar ging een blauw-grijze wolk over den weg, waartegen de groote golven van geel hooi uit een verwaaiden hooiberg scherp afstaken”.
Ook de tornado van 1 juni 1927 verdient een monument in Eibergen, want dat is er helemaal nog niet. Misschien kan er iets gedaan worden in combinatie met dat geheel nieuwe landschapselement in het Berkeldal, dat in de volksmond al de ‘eiberg’ genoemd wordt.
Het viaduct over de Needseweg (nr. 13) in Mallem heeft de naam ‘Leugemors’ gekregen, een van de grote gewaarde erven in de mark en buurschap Olden Eibergen. De gesloopte huizen aan de ‘fietsspoorbaan’ stonden nog net op Mallems grondgebied. Hoewel het erve Leugemors niet ver weg ligt, was hier een vernoeming naar de Leugemorshoek meer op zijn plaats geweest. In de notulenboeken van de Mark van Mallem komt die naam voor als benaming van het westelijk gedeelte van die buurschap. In de loop van de tijd werden ook de ten noorden van de Berkel in Olden Eibergen gelegen boerderijen en huizen ertoe gerekend. De buurtvereniging Leugemorshoek bestrijkt in ieder geval dat gehele gebied. Alternatieve benamingen voor dit viaduct hadden kunnen zijn: Bals, naar een oud geestelijk goed van de kerk van Eibergen. Het ligt nu aan de Needseweg, maar vroeger lag het meer in de richting van de huidige Leugemorsweg en voormalige spoorbaan. Voorts: de Haanhutte, naar het voor de nieuwe weg gesloopte kleine boerderijtje tussen Watergaitjan aan de Needseweg en Alferink aan de Wolinkweg. Ook het dichtbij het viaduct gelegen en inmiddels gesloopte erfje annex café Watergaitjan was een optie geweest.
De brug (nr. 12) in de nieuwe N18 over de Berkel krijgt de naam ‘Stokkert’. Dit is een naam voor een perceel nabij de Stokkersbrug, die er mogelijk ook zijn naam aan ontleende. Wat meer historisch onderzoek had ook kunnen leiden tot de keuze voor de naam ‘Markenbrink’, eveneens een perceel nabij de Stokkersbrug, maar wel een perceel met geschiedenis. De Markenbrink was, zoals de naam kan suggereren, grond van de mark van Olden Eibergen. Deze grond werd eeuwenlang verpacht om met de opbrengst de Stokkersbrug, die een markenbrug was, en de markenwegen te onderhouden. Ook werd de pachtopbrengst gebruikt voor het Oldeneibergse aandeel in het onderhoud van de kerkhofmuur of ‘glinde’ rondom de oude Eibergse kerk. Toen de mark verdeeld werd (1853) werden de opbrengsten van de verkoop van de Markenbrink gereserveerd voor het onderhoud van Stokkersbrug en markenwegen.
Dan de fietstunnel in de Oude Needseweg (nr. 14), die de naam ‘Bijenkamp’ krijgt, naar het naastgelegen Sportpark en historische veldnaam. Een goed alternatief was de naam ‘Mallerhaar’ geweest. Op een provinciale kaart uit 1845 wordt het aangrenzende Needse gebied (dat behoorde tot het veld van de mark van Hoonte) genoemd als het ‘Mallerhaarsche Veld’. De Mallerhaar, als onderdeel van het Mallemse Veld, kreeg door de Eibergse predikant-dichter Willem Sluiter bekendheid:
Op de grens van de buurschappen Hupsel en Olden Eibergen, maar hoofdzakelijk in eerstgenoemde, wordt de afslag Eibergen van de nieuwe N18 gerealiseerd. Ook hier komt dus een viaduct (nr. 9), dat de naam De Kiefte krijgt. Daar was wel een betere naam te vinden. ‘De Kiefte’, is een ouder boerderijtje, dat lag in de mark van Hupsel tegen het punt waar de grenzen van de marken van Hupsel, Olden Eibergen en Eibergen bij elkaar kwamen. Het huis bestaat nog en ligt aan de oostzijde van de N18, niet ver van het punt waar de afslag van de nieuwe N18 op de huidige N18 aansluit. In tegenstelling tot de nieuwe afslag, ligt de Kiefte hoog in het (Hupselse) veld. Toen in het kader van de markverdelingen wegen en waterwegen ontworpen moesten worden, werden waterwegen aangelegd door natuurlijke laagten met elkaar te verbinden. Vlakbij de Kiefte lag in de mark van Eibergen het Venneslat (een slat is een laagte. moerassig gebied). Het Venneslat werd gevoed door beekjes of goten in het Eibergse Veld. Het Venneslat werd naamgever van de Vennslatsgoot, die door een klein stukje Olden Eibergen liep om na het Hofveen de grens te vormen tussen de buurschappen of marken van Olden Eibergen en Hupsel.
Bij de verdeling van de marken van Hupsel en Olden Eibergen werd in onderling overleg afgesproken om de markgrens (denkbeeldig) recht te trekken om tot rechte en goed opmeetbare percelen te komen.
De mark van Olden Eibergen, verdeeld in 1855, leidde de Venneslatsgoot door het Hofveen naar de grens met Hupsel, zoals op bijgaand kaartje met het ontwerp van wegen en waterleidingen te zien is. Ik sta er zo uitvoerig bij stil, omdat dit een gebied is waarin een nogal ingrijpende ruimtelijke ontwikkeling plaats vindt en het historisch gezien een knooppunt van drie marken is geweest.
In het Oldeneibergse verdelingsplan, heet het voetpad van Hupsel naar Eibergen nog het ‘Hupselsche Kerkdijkje’, thans (nog) de Wesselsdijk. In het eenvoudige Hupselse wegen- en waterleidingenplan zijn nauwelijks ontwikkelingen in het noordoostelijk deel waar te nemen. We zien er vanaf de weg Eibergen-Groenlo, het begin van de Hupselse Dwarsweg (naar Wessels), de Borkinkweg, die dan nu voor een deel verdwijnt onder het asfalt van de nieuwe N18, de Kerkdijk en de Eimersweg (wegnamen vanaf 1969). De Eimersweg ten oosten van de weg Eibergen-Groenlo wordt eveneens doorsneden door de nieuwe N18 en houdt daarmee eigenlijk op te bestaan.
Voor het viaduct over de N18 bij de afslag Eibergen (nr. 9) had m.i. beter gekozen kunnen worden voor de naam Hofveen (of Hofvenne), dat in de directe nabijheid lag. De echte Kiefte komt door de nieuwe N18 eerder verderaf dan dichterbij te liggen.
De benaming ‘Hupsel’ voor de fietstunnel (nr. 8) getuigt ook al niet van veel historisch besef. Namen als ‘De Keet’ of ‘Hupselse Veld’ hadden dan meer voor de hand gelegen, temeer daar de naam ‘Hupsel’ de naam is van een boerderij aan de Hupselse Esweg, dus een eind weg: Scholte (van) Hupsel of Scholte(n). Het voormalige truckerrestaurant ‘De Keet’ is gebouwd op bij de markverdeling aan J.H. Schurink op Eimers toegedeelde veldgrond.
Bennie te Vaarwerk