Notaris(sen) Ter Braak en de geschiedenis van Eibergen

Het beeld Carnaval der Burgers, zoals het stond voor het nu te slopen nieuwe gemeentehuis van Eibergen. Het beeld verwijst naar de titel van een boek van Menno ter Braak.
Het beeld Carnaval der Burgers, zoals het stond voor het nu te slopen nieuwe gemeentehuis van Eibergen. Het beeld verwijst naar de titel van een boek van Menno ter Braak.

In het jaarverslag over de toestand van de gemeente Eibergen over 1851 trof ik de volgende passage aan in de paragraaf over het gemeentearchief:

Tot bewaarder van gedenkstukken van geschiedenis en kunst is indertijd benoemd den heer notaris G. ter Braak, wiens pogingen tot opsporing van zoodanige voorwerpen tot dusverre vruchteloos geweest zijn.

Opvallend, want waarom zou een dorp (tot 1795 en wat later stadje) zo’n bewaarder benoemen? Omdat hij genoemd wordt in de paragraaf over het gemeentearchief, zou men allicht kunnen denken aan een archivaris. Dat zou wel heel bijzonder zijn geweest. Dat zijn opsporingspogingen vruchteloos waren gebleven, hoeft dan ook geen verwondering te wekken. De opsomming in het gemeenteverslag over 1851 van de aanwezige archieven en realia geeft geen aanleiding om zo’n ‘bewaarder’ te benoemen voor zo’n kleine plaats, die maar nooit echt als stad beschouwd werd. Zelfs het gemeentebestuur leek in 1851 vergeten te zijn dat Eibergen ooit stad was, want zelfs het stadsarchief wordt niet genoemd:

Het titelblad van het eerste gemeenteverslag van burgemeester Koentz over 1851
Het titelblad van het eerste gemeenteverslag van burgemeester Koentz over 1851

Het gemeentearchief is in goeden wel geconserveerden staat en wordt in daartoe opzettelijk vervaardigde kasten, gedeeltelijk in een ruim, droog , kantoor, bewaard. Het bevat al de inkomende stukken vanaf den jare 1811 tot 1835, zoo als die in den tijd door den tegenwoordigen burgemeester bij de aanvaarding zijner functien volgens inventaris is overgenomen, en verder van dat tijdstip af tot op heden – de stukken van vroeger jaren als zijnde minder tot dagelijks gebruik benoodigd, zijn in een groote drooge kast in een ander gemeentegebouw bewaard, in dier voege, dat ze bij elke gelegenheid dat dezelve noodig zijn, aanstonds volgens tijdsorde zijn te vinden.

De stukken spruiten her uit de correspondentie der gemeente vanaf 1811, met de daarbij behoorende copijboeken, notulen der vergaderingen van den raad, verdere registers en justificatoire bescheiden, verder de stukken en correspondentien van het bestuur der gemeente Beltrum toen die gemeente vanaf 1812 tot 1819 (wanneer zij weder met Eibergen vereenigd werd) onder een afzonderlijk bestuur stond[1].

  • Eenige boekwerken betrekkelijk het administratieve beheer der gemeente, als de oude wetboeken, de geheele nieuwe wetgeving, Schultz, Vaillant Handl. voor den ambt. v.d. Burgerl. Stand, Luttenberg, Bossevain Staatregt, Provinciale reglementen en verslagen, zoo als van H.H. gedeputeerde staten nopens den toestand der provincie over de laatste jaren, van Staring over de afwatering van het Arrondissement Zutphen, en een dito van de Berkel, de Topographische kaart van Gelderland, uitgegeven door het provinciaal bestuur, een dito der wegen en paden, enz. en andere kaarten.
  • De kadastrale registers en plans der gemeente, met de registers n. 71, beide behoorlijk bewaard in daartoe gemaakte kasten of tafels en blikken bussen.
  • Id., id. de registers etc. der kadastrale gemeente Beltrum.
  • De diverse registers en alphabetische lijsten en daarbij behorende stukken der Nationale Militie.
  • Id., id. betrekkelijk de schutterijen met de algemeene bijzondere rollen.
  • Eenige staten betrekkelijk den Landstorm.
  • Het Staatsblad van 1813 tot op heden.
  • Het Provinciale Blad vanaf 1815 evenzoo tot op heden.
  • De Nederlandsche Staatscourant vanaf 1814 tot [007] 1852. Eenige jaren zijn defect.
  • Eenige paketten der vroegere Arnhemsche en later Nijmeegsche provinciale Geldersche Couranten, waarvan de vroegere jaren allen defect.
  • De registers, staten der tienjarige volkstelling en de Bevolkingsregisters.
  • De doop- en trouwboeken ende begravingsregisters der verschillende kerkelijke gemeenten van Beltrum, Eibergen en Rekken. Verder de registers der acten van den Burgerlijke Stand vanaf 1811 tot op heden.
  • De afgehoorde rekeningen der gemeente en derzelver bescheiden vanaf 1810 tot 1850.
  • Dito, dito der gemeente Beltrum vanaf 1812 tot op 1819.
  • De gemeentebegrootingen vanaf 1823 tot 1852.
  • Diverse registers der ontvangst en uitgaaf en eenige staten betrekkelijk de klassificatie der ingezetenen.
  • Verder armbussen, stembussen, eene maat voor lotelingen der Nationale Militie, kasten enz., enz.

Koentz maakte in het geheel geen melding van het oude stadsarchief, dat vanaf het midden van de 16de eeuw tot 1811 loopt en waarvan u de inventaris hier kunt vinden. Ook in latere verslagen wordt het stadsarchief niet genoemd. Of had notaris Ter Braak dat al onder zich?
Vervolgens was het verslag over de toestand van de gemeente jarenlang beknopt over de archieven en kreeg nooit meer de lengte van het eerste verslag uit 1851. In het gemeenteverslag over 1901 wordt gemeld:

Oude archieven zijn niet aanwezig.[!] Wanneer als daartoe behoorende beschouwd kunnen worden, dan bestaan er nog een 3-tal oude markenboeken, berustende onder het markbestuur van Eibergen.
In het depot der rijksarchieven in Gelderland zijn in bruikleen gedeponeerd:

  1. Markboek van landerijen gelegen in de jurisdictie Beltrum;
  2. Markboek van landerijen gelegen in de jurisdictie Rekken en Eibergen;
  3. Exceptionus spolie at attentaterum door H.J. tenn Grotenn Veldinck tegen B. te Nienhuiss inzake het door de ingezetenen van Eijbergen beletten van turfgraven in de Oude Eijberg[s]che marke aan de bedienden van gen. Veldincks, overgelegd op 6 oct. 1618;
  4. Antwoord van H. en. J. te Grote Veldinck tegen Burgemeester en Raad der stad Eibergen op 13 april 1619.
  5. Dupliek door H. en J. te Groten Veldinck tegen de repliek van die van Eibergen op 28 sept. 1619.

In de gemeenteverslagen werd in het bijzonder gevraagd naar charters, akten op perkament, die meestal op een hoge ouderdom kunnen wijzen. Hoewel in het latere stadsarchief wel enkele charters aanwezig zijn, waren die in de 19de en vroeg 20ste eeuw kennelijk niet bekend of in vergetelheid geraakt.

Kennelijk achtte het gemeentebestuur het voor de geschiedenis van Eibergen belangrijk genoeg om een bewaarder van gedenkstukken van geschiedenis en kunst te benoemen.
Dat werd notaris Gerrit Ter Braak (1793-1865). Hij was de overgrootvader van de bekende, in Eibergen geboren schrijver Menno ter Braak (1902-1940), die uit de artsentak van de familie stamt, maar zelf promoveerde op een historisch onderwerp. Wanneer die benoeming heeft plaatsgevonden, heb ik nog niet kunnen ontdekken. Overigens,  Leon Hanssen, biograaf van Menno ter Braak, maakt geen melding van de bijzondere functie van de overgrootvader. In het eerste deel van de biografie heeft hij de ‘roots’ van de familie Ter Braak uitvoerig beschreven.[2] In de latere gemeenteverslagen komt notaris Gerrit Ter Braak later niet meer voor als ‘bewaarder’. Als notaris werd hij in 1859 opgevolgd door zijn oudste zoon Gerrit Ernst Hendrik, die tevens advocaat was en plaatsvervangend kantonrechter van Groenlo. In 1857, hij was toen kandidaat-notaris, werd hij door het markbestuur van Olden Eibergen benoemd tot penningmeester van die mark. In 1904 werd hij op zijn beurt als notaris opgevolgd door zijn oudste zoon Gerhard Pieter ter Braak. Deze heeft zich wel weer actief bemoeid met de Eibergse geschiedenis, wat blijkt uit passage in de Gids voor Eibergen en Groenlo uit 1922, waarin melding wordt gemaakt van een oude kaart die notaris Ter Braak eens uit Worms heeft ontvangen.

Deze kaart van Eibergen is getekend door Menno ter Braak. Hij is te vinden in het Museum de Scheper aan de Hagen in Eibergen. Daar is een kamer gewijd aan deze belangrijke plaatsgenoot, die door hen niet echt begrepen werd.
Deze kaart van Eibergen is getekend door Menno ter Braak. Hij is te vinden in het Museum de Scheper aan de Hagen in Eibergen. Daar is een kamer gewijd aan deze belangrijke plaatsgenoot, die door hen niet echt begrepen werd.

Het zou mooi zijn als er nog eens een keer een archief opdook dat meer inzicht geeft in de bemoeienissen van de notarissen Ter Braak met de geschiedenis van Eibergen.

Naschrift
1. Het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers is momenteel bezig met de digitalisering van de gemeenteverslagen van de aangesloten gemeenten. Bovenstaande passages zijn ontleend aan de verslagen die door de colleges van B&W moesten worden toegezonden aan de provincie.
2. (31-12-2014). De gemeenteraad van Eibergen benoemde op 24 april 1846 G. ter Braak tot ‘bewaarder der gedenkstukken van geschiedenis of kunst’. (Bron: schrijven burgemeester Koentz aan de districtscommissaris van Zutphen, d.d. 31-8-1847, Gelders Archief, Archief GS 1814-1949, inv.nr. 6623).

Bennie te Vaarwerk

[1] Burgemeester Koentz bevestigt hier, dat Beltrum in 1811 tot de gemeente Eibergen heeft behoord. Het kanton Eibergen bestond vanaf 1811 al wel uit Eibergen én Beltrum.

[2] Léon Hanssen, Want alle verlies is winst. Menno ter Braak 1902-1940. Deel een 1902-1930 (2000)